Leo Neels

Sereen voyeurisme

Leo Neels Advocaat en Prof. (em.) Mediarecht KULeuven en UAntwerpen

De bedoelingen van de therapeute en de journaliste in De Bleekweide zijn zeker goed. Toch is de invasie van de camera in een therapeutische ruimte waar met getraumatiseerde kinderen wordt gewerkt een blunder.

Recent verzuchtte Tom Naegels, in zijn hoedanigheid van DS-Ombudsman, dat het zo’n deugd zou doen als er eens iemand in de journalistiek heel hard op de rem zou gaan staan (DS 6 febr.). Het leverde hem een zetje op van zijn hoofdredactie (DS 9-10 febr.) … zijn remmen en journalistiek met elkaar in tegenspraak?

Meningsuiting zonder remmen is zeldzaam. Meningsuiting geschiedt in een kader, zoals een gesprek, een toespraak, een artikel of reportage. Zulke kaders leggen beperkingen op die veelal spontaan worden in acht genomen. Mogelijk zijn omstandigheden denkbaar waarin aan openbare meningsuiting géén remmen worden gesteld, een soort van vrijhandelszone voor de uiting van extreme meningen in alle betekenissen? Humor, parodie of sarcasme zouden in die richting kunnen gaan, doch het mediarecht biedt geen vanzelfsprekende “exceptio humoris”: ook dan vergen aansprakelijkheidsnormen, fatsoensregels, eerlijke gebruiken, billijke vergoedingen en dgl. beperkingen. Meestal zijn er dus remmen. “Checks and balances”, evenwicht en afwegingen en die zowel verwijzen naar rechtmatige belangen als rechten en, uiteindelijk, waarden. Waarden inspireren beperkingen.

Ook, bijvoorbeeld, in hoofde van reportagemakers die het woord verleenden aan ouders van in Sierre verongelukte kinderen (Telefacts, VTM 12 febr.). Iedereen respecteert hun extreem verdriet. Maar zij hadden ook respect moeten tonen voor de nagedachtenis van de chauffeur van de bus waarin hun kind verongelukte. Het tegendeel geschiedde, ze ventileerden lichtzinnig zware beschuldigingen aan zijn adres, en de Telefactsredactie faalde journalistiek door niét te remmen. Elk evenwicht werd verbroken, het ene en eenzijdig onpeilbaar verdriet rechtvaardigde niét de zware publieke insinuaties en belediging zonder reactie.

Zulke blunder is ook de invasie van camera en microfoon in een therapeutische ruimte waar met kinderen wordt gewerkt na ernstige trauma’s, zoals scheiding of zelfdoding. Iedereen kan accepteren dat de therapeute en de journaliste door goede bedoelingen zijn geïnspireerd, dat zij aandacht willen vragen voor zulke vraagstukken van kinderen, dat zij het belang van therapeutische begeleiding willen propageren, en dat zij hun best deden. Maar geen énkel argument rechtvaardigt dat geluids- en beeldopnamen, gemaakt in een therapeutische setting met minderjarigen, aan de openbaarheid worden prijsgegeven – ook niet de geclaimde sereniteit (contra: Tom Naegels, DS 16 febr.). Er bestaat niet zoiets als sereen voyeurisme. Reality-tv met kinderen in hulpbehoevende situaties, laat staan tijdens therapeutische sessies, is ontoelaatbaar. Bart Eeckhout schreef, terecht, dat kinderen soms tegen zichzelf beschermd moeten worden (DM 13 febr.).

Dat kan ook het geval zijn met therapeuten en journalisten. Ethische basisbeginselen van journalistiek verzetten zich klip en klaar tegen de openbaarmaking van beeld- en geluidsopnamen van de kinderen die in een instelling zoals De Bleekweide in behandeling zijn, net overigens zoals ethische basisbeginselen over psychotherapie of psychiatrie. Zouden de Richtlijn van de Raad Voor De Journalistiek over de omgang van de pers met slachtoffers (2003), de Tips ivm de berichtgeving over psychisch ziek zijn, of nog, de Internationale Madrid Declaration on Ethical Standards for Psychiatric Practice (1996, 2011) hier – bij analogie – geen betekenis hebben?

Wanneer u dit leest, is de kans groot dat u het volgende op de openbare omroep hebt gezien: “Thibault is 13 jaar als hij in De Bleekweide aanklopt. Enkele weken voorheen is zijn zus Lisa (16) uit het leven gestapt, na een massale pestactie op Facebook”. Zo luidde de programma-aankondiging voor de tweede aflevering. Eeckhout stelde de terechte vragen: “Moeten we dit wel willen zien? Moeten we toelaten dat jonge, gekwetste kinderen zo te kijk gezet worden?”. De oorverdovende stilte aan de zijde van de programmamaaksters en de openbare omroep is onaanvaardbaar.

Beeld- en geluidsmateriaal van minderjarigen in penibele omstandigheden én in therapeutisch midden wordt aan de openbaarheid prijsgegeven. Het zal in die openbaarheid blijven circuleren voor de eeuwigheid én één dag, en het kàn hen, te pas en te onpas, terug voor de kiezen worden geschoven in hun hele latere leven. Iemand eigende zich misplaatste machtsuitoefening toe, vertrouwens- en waardenbreuk in een therapeutische setting die haaks staat op de nagestreefde publiciteit. In een waardenkader is dit niet uit te leggen.

Leo Neels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content