De (s)preekstoel van Knack.be

Scholen met de Bijbel: ‘Waarom kiezen ouders voor een school met uitgangspunten die niet de hunne zijn?’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

Aan de start van het nieuwe schooljaar praat Don Zeeman van de Evangelische Alliantie Vlaanderen (EAV) met leerkrachten en directie van scholen die sterk gehecht zijn aan de eigen christelijke identiteit.

1 september. Na twee maanden stilte gaan de lessen terug van start en is de kans groot dat ook de discussies over het onderwijs als zodanig opnieuw opflakkeren. Moeten bijvoorbeeld de levensbeschouwelijke vakken vervangen worden door een soort burgerschapscursus? Kamerlid Kristof Calvo (Groen) loste alvast een schot voor de boeg door een burgerschapsverklaring – aan het einde van de middelbare school – voor te stellen. In Wallonië woedt de discussie al langer: daar wordt vanaf dit schooljaar in het (officiële) lager onderwijs 1 uur ‘godsdienst/zedenleer’ vervangen door de ‘filosofie en burgerschap’. Het secundair onderwijs volgt een jaar later. Of de opsplitsing van de klassen in aparte levensbeschouwingen bij ons nog van deze tijd is en of de verschillende netten wat identiteit betreft zoveel van elkaar verschillen: het zijn hete hangijzer.

In Gent, niet ver van het Sint-Pieters station, bevindt zich een basisschool die naar Gaspard de Coligny is vernoemd, een Franse admiraal die in de zestiende eeuw een tijdlang in het Spanjaardenkasteel opgesloten zat. Een verloren veldslag deed hem daar achter de tralies belanden … Gent was in die tijd in de ban van de Hervorming en dus was het niet vreemd dat hij kennis maakte met de Bijbel en het gedachtegoed van Luther en Calvijn. Niet lang daarna werd hij een voorman van de Hugenoten – de protestanten in Frankrijk – en vier eeuwen later werd er een school naar hem genoemd.

Scholen met de Bijbel: ‘Waarom kiezen ouders voor een onderwijsinstelling met uitgangspunten die niet de hunne zijn?’

De Gaspard de Coligny-school maakt deel uit van de koepel van ‘Scholen met de Bijbel’. Men is er sterk gehecht aan de eigen christelijke identiteit en er worden hier geen ballonnetjes opgelaten als ‘zullen we ook een cursus islam aanbieden?’ Tegelijk behoort ook in deze school slechts een minderheid van de leerlingen tot de eigen protestants-evangelische achterban. Hoe bewaar je je eigenheid in dat spanningsveld en waarom kiezen ouders voor een onderwijsinstelling met uitgangspunten die niet de hunne zijn? Het is dikwijls een evenwichtsoefening, maar volgens directeur Erwin Willems stellen er zich zelden problemen: “De ouders gaan akkoord met ons project als ze hun kind inschrijven. Een aantal doet dat gewoon om de waarden en normen die wij hier leren. Dat merk je bijvoorbeeld bij moslimouders: ze keuren de waarden en normen goed, ook al zijn er godsdienstige verschillen”.

Scholen met de Bijbel: 'Waarom kiezen ouders voor een school met uitgangspunten die niet de hunne zijn?'
© EAV

De School met de Bijbel ontstond in de jaren ’30 van de vorige eeuw en was deels een reactie op het onderwijslandschap van die tijd. Willems: “Het vrijzinnige denken kwam op en er was een sterke verzuiling – met uiteraard vooral een sterke katholieke zuil. Er zijn in die periode verschillende scholen in Gent ontstaan en die trokken mensen aan die op een andere manier durfden en wilden denken. Dat heeft mee de ontstaansgeschiedenis van de school bepaald. Veel protestanten die in Gent woonden, sprongen toen mee op de kar, samen met enkele landelijke evangelische groepen”.

Was het dan een kwestie van een nieuwe zuil oprichten tegen de verzuiling?

“Ik denk niet echt dat het alleen een ideologische zuil was, het had ook met de visie op onderwijs te maken. Het was bijvoorbeeld ook een van de eerste gemengde scholen. Natuurlijk, men vond het landschap te veel ingekleurd, men wilde toch iets ‘onafhankelijks’ hebben. Het was dus voor een stuk reactionair, maar het initiatief vertrok ook uit de vaststelling dat er op dat moment in het Gentse niets was dat aan een duidelijke behoefte van een aantal ouders beantwoordde”.

Uit de term ‘school met de Bijbel’ blijkt al direct dat jullie christelijke levensvisie een belangrijke rol speelt. Wat bepaalt het meest jullie identiteit?

“Vanuit de liefde van God vertrekken, dat vind ik heel belangrijk. We proberen echt te streven naar een optimale betrokkenheid van alle partijen: personeelsleden, ouders, kinderen. Het is niet zo dat we allemaal hetzelfde denken over geloof, maar wat identiteit betreft zijn we wel heel duidelijk. Iedereen weet waar we voor staan. Dus, vanuit de liefde van God vertrekken, dat proberen aan te bieden en daarbij ook kinderen uitdagen, met vragen confronteren, maar vooral zorgen dat ze zelf vragen gaan stellen over zingeving, over waarden in het leven. Niet op alles zomaar de antwoorden geven:het is belangrijk dat de kinderen leren nadenken”.

Rekenen met vijf broden en twee vissen

Scholen met de Bijbel: 'Waarom kiezen ouders voor een school met uitgangspunten die niet de hunne zijn?'
© EAV

Principes zijn mooi, maar hoe breng je ze in praktijk? Uiteindelijk gaat het om jonge kinderen, waarvan sommigen vertrouwd zijn met geloven en veel anderen niet. Juf Tonia De Witte werkt al 25 jaar bij de Scholen met de Bijbel en ze heeft haar methode om het project van de school concreet te maken: “Ik doe dat door de kinderen te vertellen over wie God is, aan de hand van de Bijbelverhalen, maar ook aan de hand van wie we zelf zijn. Wie ik zelf ben en hoe ik mijn geloof beleef: dat is mijn vertrekpunt. En daarover praat ik met de kinderen: wanneer hebben we God nodig, hoe kunnen we iets tegen God zeggen, wat is bidden, wat is praten met God? Is dat alleen vragen? Nee, als je met iemand praat ga je niet alleen vragen, je gaat ook zeggen: ik vind dat je goed bent, ik vind dat je sterk bent. Ook dat mogen we zeggen tegen God. Dus het is het verwoorden van hoe je werkt aan een relatie met God. We willen God leren kennen, en daar gaat het over. Het belangrijkste dat ze leren is dat ze door God gekend en geliefd zijn. Hoe ze zijn, wie ze zijn, met hun positieve kanten, met hun mindere kanten. De liefde van God voor hen, ik denk dat dat het belangrijkste is dat ze hier moeten leren”.

En de lessen zelf zijn minder belangrijk?

“Nee, die zijn even belangrijk, maar die moeten gegeven worden vanuit die liefde, gedreven door die liefde. Je kunt de Bijbel ook gebruiken als een theoretisch handboek, maar het boek is doordrongen van Gods liefde voor ons en ik denk dat het dat is wat we moeten doorgeven aan de kinderen”.

Zijn de lessen dan doordrenkt met de Bijbel?

“De lessen zijn niet doordrenkt van de Bijbel. De godsdienstlessen natuurlijk wel en als we het hebben over sociale vaardigheden dan kunnen we wel weer teruggrijpen naar de Bijbel. Maar ik denk niet dat we gaan rekenen met vijf broden en twee vissen, dat is een stap te ver hè …”

Taalvaardig

Hilleen Blommaert geeft les in het eerste leerjaar en is nog vrij nieuw in de school. Zij beseft ook dat je de Bijbel niet nodig hebt om te rekenen. Maar als het op taalvaardigheden aankomt, is het helemaal niet vreemd om de Bijbelverhalen erbij te betrekken: “We beginnen we elke ochtend in de kring. Dat is het moment dat de kinderen gaan spreken met en luisteren naar elkaar, waarin we ook heel veel talige vaardigheden gaan oefenen. Dan leren we ook de basisattitude van respect voor elkaar. Dan komt de Bijbel tevoorschijn en gaan we daar over praten. Eigenlijk is taal heel nauw verbonden met de Bijbelverhalen. We lezen die samen en dan gaan we mee aan de slag. Je oefent daar vraagstelling en al dat soort dingen, maar je gaat ook dieper in op je verhaal, wat de kern er van is en hoe we die kunnen vertalen naar ons eigen leven”.

Worden ze hier op school ook beoordeeld op de mate van hun geloof?

Hilleen Blommaert: “Nee, als je daar mee begint … Je moet de kinderen juist voorleven dat God van ons houdt, wie we ook zijn, waar we ook vandaan komen.

Scholen met de Bijbel: 'Waarom kiezen ouders voor een school met uitgangspunten die niet de hunne zijn?'
© EAV

Het maakt niet uit, omdat ze geliefd zijn, uniek zijn, omdat ze iets bijdragen aan de klas, dat ze er een deeltje van zijn. Wat ik ga doen is gewoon die verhalen vertellen. Als de ouders iets anders vertellen of als zij iets anders geloven, dan ga ik hen daar niet voor veroordelen. Wat voor signaal geeft dat naar de kinderen? Dan spreek je tegen je eigen winkel”.

Opdringen

Een school met uitgesproken geloofsstandpunten, zoals de School met de Bijbel, loopt altijd het risico dat ideeën worden opgedrongen. Woorden als beïnvloeding of indoctrinatie vallen al snel. De mening van anderen respecteren en tegelijk je eigen geloof willen overdragen: het is niet simpel om daar een evenwicht in te vinden. Voor directeur Willems ligt de grens bij het al dan niet opdringen: “Voor mij is opdringen: je verplicht iemand door regels of wetten te stellen zodat ze op een bepaalde manier moeten gaan leven. Wij verplichten niemand, we bieden aan, we dagen de leerlingen uit, we leren ze vragen stellen – met de christelijke wereldvisie daarbij. Als je iets aan kinderen leert, dan wordt tegenwoordig het geloof in onze samenleving tegenwoordig daar van gescheiden, maar wij vinden juist dat het erbij hoort. Hoe specifieker je kunt zijn in je geloofsovertuiging, gebaseerd op de Bijbel en op Jezus als historische figuur, hoe beter. Maar je moet er geen wetten van maken”.

Is de School met de Bijbel toch niet vooral bedoeld voor gelovige kindjes?

“Het is in zekere zin wel met die optiek gestart. Tegelijk is het onderwijs altijd heel open geweest. In deze school hebben we bijna altijd meer kinderen gehad uit niet-gelovige gezinnen, al geldt dat niet noodzakelijk voor alle Scholen met de Bijbel . We zeggen wel duidelijk vanaf het begin waar we voor staan en de Bijbel wordt overal bij betrokken. Dat is een gegeven waar ouders blijkbaar mee om kunnen. Er zijn ouders die vinden dat we overdrijven en dan lachen ze wel eens met sommige verhalen, of met onze manier van doen. Maar dan denk je, so what? Kijk, respect is heel belangrijk en binnen de school is dat geen probleem: we hopen in ieder geval dat wij onze mening niet te pas en te onpas opdringen.”

Maar ‘vertrekken uit de liefde van God’: dat klinkt toch heel zweverig?

“Dat klinkt misschien zo, maar het wordt wel concreet. Dat heeft bijvoorbeeld ook te maken met ons zorgbeleid. Andere scholen bieden natuurlijk ook zorg aan – we zijn daarin niet uniek – maar wij staan gewoon voor de kinderen die minder kansen hebben. We willen geen eliteschool zijn. Ik denk dat het een meerwaarde is als je kunt zeggen dat we uit de liefde van God vertrekken”.

Is het toch niet beter om neutraal te zijn in je aanpak? Mensen gaan vroeger of later toch wel op zoek naar de zin van het leven …

“Vanuit Gods liefde kunnen we zeggen dat God een richting met deze wereld heeft, een verlangen voor deze wereld, ook voor hoe kinderen opgroeien en hun eigen waarde kunnen vinden, zelfvertrouwen kunnen opbouwen met Hem. Dat is zoveel meer waard dan wanneer je dat allemaal afsnijdt en zegt: we gaan het neutraal houden, seculier, en je mag er niet over spreken, alleen maar thuis. Wat we aanbieden, kunnen de kinderen later ook gebruiken. Als je het niet aanbiedt, gaan kinderen niet altijd vanuit zichzelf op zoek. De vraag is ook: hoe neutraal kun je zijn op school? Mijn persoonlijke mening is dat je dat met de beste wil van de wereld niet lukt. Een leerkracht heeft altijd zijn culturele, zijn ethische en morele bagage mee. In de school kun je heel pluralistisch en divers zijn, daar valt zeker iets voor te zeggen, en er zijn scholen die zo werken, maar ik denk dat je evengoed als school kunt zeggen: we hebben iets aan te bieden”.

De overdracht van de christelijke normen en waarden is een belangrijk onderdeel van de visie van de School met de Bijbel. Maar volgens Juf Tonia mag het daar niet bij blijven: ‘Als we het hebben over omgaan met elkaar, dan vertrekken we vanuit de Bijbel. Toch is de Bijbel meer dan een verzameling omgangsregels. De Bijbel is het boek dat vertelt over God, wie Hij is, wie Hij wil zijn in ons leven – dus ook in het leven van de kinderen. Er is dus meer in het leven dan goede waarden, want er is meer dan verdraagzaam zijn, er is meer dan elkaar tolereren, het gaat over liefde. Als ik kijk naar wat liefde is, dan kijk ik naar Wie liefde is en voor mij is God liefde. Aan die liefde zijn waarden gekoppeld; voor mij zijn dat geen losstaande frases of gegevens of woorden.’

Als directeur van de school beseft Erwin Willems dat de leerlingen in de eerste plaats de eindtermen van het lager onderwijs moeten halen – uiteindelijk is de instelling erkend door de overheid en wordt ze gecontroleerd door de inspectie. Op het vlak van de overdracht van leerstof is er dus geen verschil met andere scholen. Het geloofsaspect is in die optiek eerder een ‘bonus’. Dat houdt in dat de kinderen bij het verlaten van de school er net zo goed voor kunnen kiezen om niet te geloven. Is het onderwijs mislukt als de kinderen hun periode op school niet als potentiële kerkgangers afsluiten? “Zelf vind ik het mooi als kinderen voor Jezus kiezen, maar het belangrijkste is dat wanneer kinderen na het zesde jaar de school verlaten, ze voldoende bagage hebben meegekregen om verder na te denken. Iedere mens moet zelf de keuze kunnen maken en dat is de sterkste manier om het geloof te laten leven”.

Eenzijdige verkondiging is vandaag de dag niet meer populair. Is er wel ruimte voor dialoog in de School met de Bijbel? Uiteindelijk denken de leerlingen toch heel verschillend …

Juf Hilleen: “Ik vind het wel belangrijk dat we een school zijn die in de samenleving staat en dat de leerlingen respect kunnen opbrengen voor iedereen en dat ze weten waar de andere meningen voor staan. Het mag niet zo zijn dat als ze hier buiten komen, ze plotseling in een heel andere omgeving komen en zich afvragen: wat is dit hier? We moeten geen wereldvreemde kinderen opvoeden. Het is belangrijk dat ze weten wat er rond om hen heen gebeurt. Als ze sterk zijn en weten: dit ben ik, en ik ben uniek en Jezus houdt van mij – dat moeten ze meepakken ondanks al die andere opinies. In die zin vind ik dialoog en ingaan op andere meningen zinvol, maar het moet niet het merendeel van je pakket gaan uitmaken”.

Om toch een ballonnetje op te laten: Zou het niet beter zijn als er hier islam of zedenleer gegeven zou worden, om de kinderen wat tegemoet te komen?

Juf Tonia: “Dan zijn we geen School met de Bijbel meer, hè, dan stopt ons verhaal. Dat kan voor ons niet. Er zijn andere scholen waar dat wel kan en ik zou daar best goed kunnen opschieten met die collega’s. Toch vind ik niet dat wij die stappen moeten zetten. Onze school is letterlijk en figuurlijk op de Bijbel gebouwd en ik vind het belangrijk om dat altijd in het achterhoofd te houden: we zijn een School met de Bijbel”.

Meer informatie over de Scholen met de Bijbel is te vinden op www.ipco.be, en over de Gentse school in het bijzonder: www.mijnschool.be

Partner Content