Eva Brems (UGent)

Rosa Parks in de Palestijnse Bezette Gebieden

Eva Brems (UGent) hoogleraar Mensenrechten aan de UGent

Hoeveel grove schendingen van menselijke waardigheid en internationaal recht door Israël gaat Europa nog door de vingers zien?

‘Red lines’, grenzen die niet overschreden mogen worden, de Israëlische premier Netanyahu kent ze door en door. Op het spreekgestoelte van de Verenigde Naties trok hij zijn rode lijn door het kernwapenprogramma van Iran. Dat zijn regeringsbeleid de grenzen van het fatsoen en het internationaal recht keer op keer overschrijdt als het over de Palestijnen gaat, stoort hem echter niet. Recentste wapenfeit: de segregatie tussen Palestijnen en Israëli’s op een buslijn voor pendelaars tussen de Westelijke Jordaanoever en Gush Dan in Israël.

Waar stopt het?

Officieel wil de Israëlische minister van Mobiliteit de hoge bezettingsgraad verlichten. In werkelijkheid gaat het om klachten van kolonisten in de bezette gebieden, die Palestijnse passagiers als een ‘veiligheidsrisico’ beschouwen. Deze kolonisten, die volgens het internationaal recht en zowat de hele wereld illegaal in de Bezette Gebieden verblijven, kunnen bovendien vandaag al comfortabele autowegen gebruiken die nederzettingen in de Bezette Gebieden verbinden. Ze zijn immers vaak voorbehouden voor auto’s met Israëlische nummerplaat, terwijl Palestijnen eindeloze omwegen moeten maken via alternatieve routes.

Als Israël de segregatie op de buslijnen doorvoert, dan is dat niets minder dan racisme. De timing van de maatregel is opmerkelijk. Pas vorige week werd in het Amerikaanse Congres een standbeeld onthuld voor Rosa Parks, de zwarte vrouw die op 1 december 1955 weigerde haar zitplaats op een bus af te staan aan een blanke, en zo een heldin van de Amerikaanse antisegregatiestrijd werd.

Israël heeft zoals elke staat het recht om veiligheidsmaatregelen te treffen, maar enkel indien ze proportioneel zijn. Israëlische maatregelen, zoals de illegale blokkade van de Gazastrook of de bekende muur op de Westelijke Jordaanoever, die het leven van de Palestijnen in de Bezette Gebieden bemoeilijken en een economisch perspectief onmogelijk maken, zijn dat echter volstrekt niet.

Premier Netanyahu heeft nochtans alternatieven om wel proportioneel te handelen. Hij kan het vrij vervoer van personen en goederen instellen, gekoppeld aan gerichte veiligheidscontroles van elke persoon of vracht die zich verplaatst tussen de Gazastrook en Israël. En als de muur echt bedoeld is om de zelfmoordterroristen tegen te houden, waarom bouwt Israel dan 85 procent van die muur niet langs maar voorbij de grens op Palestijns Gebied? Dat heet diefstal.

Tijd voor daadkracht

Als Israël echt streeft naar een onderhandelde vrede met de Palestijnen, waarom blijft het dan permanent nieuwe huizen bouwen in die nederzettingen? Op die manier neemt het een voorafname op de uitkomst van de onderhandelingen en dat is onaanvaardbaar. Het is dringend tijd dat we zelf een rode lijn trekken. De segregatie op bussen en wegen, het provocerend bouwen van illegale nederzettingen, de muur …. Hoeveel grove en manifeste schendingen van menselijke waardigheid en internationaal recht gaat Europa nog door de vingers zien?

De EU wil o zo graag een politieke speler op het wereldtoneel zijn, maar zolang onze ministers niets aanvatten met de macht waarover ze beschikken, blijft dat een ijdele droom. Maar helaas beperken onze regeringen zich tot deze eindeloze stroom aan zoutloze verklaringen en veroordelingen van het Israëlische overheidsbeleid. Ik hoop dat Minister Reynders (MR) deze nieuwe provocatie op de buslijnen veroordeelt bij de Israëlische President Shimon Peres, sinds dinsdag op bezoek in ons land, maar ik vrees ervoor.

Onze regering moet daadkracht tonen. Zo moet ze het voorbeeld van Groot-Brittannië volgen en ervoor zorgen dat alle producten uit de illegale nederzettingen niet als ‘made in Israël’ gelabeld worden, maar als ‘Made in the Occupied Palestinian Territories’ in onze winkelrekken liggen. Zo kunnen u en ik de macht van onze portemonnee laten spreken door ze bewust links te laten liggen. Ten tweede, als de nieuwe Israëlische regering haar beleid niet bijstuurt, moet de EU de bevoorrechte handelsvoorwaarden van Israël met de EU opschorten. Voor Israël is Europa de belangrijkste bron van import, en de op een na belangrijkste exportklant. Zonder respect voor het internationaal recht en de mensenrechten kan er geen sprake zijn van betere toegang tot de interne markt van de EU.

Dat zijn de hefbomen waarover een economische grootmacht zoals de EU beschikt. Groen heeft deze voorstellen ingediend in het Parlement en vraagt er steun voor van Minister Reynders (MR)en de regeringspartijen.

Eva Brems Kamerlid Groen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content