Vrijdaggroep
‘Publieke participaties in België missen een duidelijke strategie en een evaluatiestructuur’
‘Een publiek toegankelijke inventaris is essentieel om het overzicht te herstellen in het kluwen van de Belgische overheidsparticipaties’, schrijft Hélène Hannecart van de Vrijdaggroep. Ze pleit voor meer transparantie.
Overheidsparticipaties verschijnen vaak negatief in het nieuws, terwijl succesverhalen zoals Euronext minder aandacht krijgen. Afgelopen maanden stonden zorgenkinderen Bpost, Proximus en Umicore opnieuw in de schijnwerpers door hun forse koersdalingen. Deze week verdedigde Proximus-topman Guillaume Boutin zijn herbenoeming in het parlement en legde Adrien Dolimont, Waals minister-president de verkoop participatie in Ethias op tafel.
België heeft in verhouding tot haar BBP een van de grootste volumes aan overheidsparticipaties in Europa. Toch blijft de inhoud van de investeringsportefeuilles een mysterie.
Niemand heeft een volledig beeld van de projecten waarin de verschillende Belgische overheden participeren. Bovendien worden investeringsdoelen beperkt tot vage passages in regeerakkoorden, zonder concrete richtlijnen, langetermijnplannen of rapportering.
Onze buurlanden tonen structuur
Het kan anders. Zo heeft Nederland een centraal en publiek consulteerbaar deelnemingenbeleid. Overheidsinvesteringen beperken zich daar tot gevallen van marktfalen met heldere regels en rapportageverplichtingen. Frankrijk hanteert dan weer een actievere benadering met investeringen over verschillende sectoren heen en met een focus op maatschappelijke meerwaarde. De twee aanpakken zijn elkaars tegenpolen, maar beide landen maken duidelijke keuzes zorgen voor geregelde evaluering en rapportering.
In het federale België is er een versnipperd landschap. Het Vlaams regeerakkoord beperkt publieke investeringen tot marktfalen, terwijl het Waalse meer de nadruk legt op jobcreatie. De federale overheid balanceert tussen beide, waarbij een evenwicht wordt gezocht tussen maatschappelijke waarde en economisch rendement.
Er zijn stappen gezet om beheerders van overheidsparticipaties meer slagkracht te geven – zoals de oprichting van Wallonie Entreprendre en het centraliseren van participaties in bedrijven als Bpost en Proximus onder de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Toch laat de rapportering vaak de wensen over. Zo hebben sommige beheerders nog altijd geen jaarverslag gepubliceerd voor 2022 of 2023. Dit bemoeilijkt de evaluatie van de effectiviteit van de participaties en ondermijnt het vertrouwen van de burger.
Van inventaris naar strategie
Een publiek toegankelijke inventaris is essentieel om het overzicht te herstellen in het kluwen van de Belgische overheidsparticipaties. Deze databank bestaat idealiter uit de investeringen met hun waarde-evolutie, het aandeelhouderschap en de bestuursmandaten in raden van bestuur. Dit overzicht zou een duidelijker beeld scheppen waarin en waarom publieke middelen worden geïnvesteerd.
Een volledige inventaris vormt de basis voor een duidelijke strategie en actiever beheer. Begin 2024 verkocht Duitsland € 2,2 miljard aan aandelen in Deutsche Post. Het beschouwde deze investering niet langer als strategisch. Het afbouwen van niet-strategische belangen, naar Duits voorbeeld, kan België helpen om middelen te heralloceren naar projecten met een hogere maatschappelijke impact. In Nederland evalueert de overheid minimaal iedere 7 jaar bij elke deelneming of het aandeelhouderschap nog toegevoegde waarde heeft. De resultaten zijn publiek beschikbaar. Sinds de beursgang van Belgacom, het voormalige Proximus, in 2004 is er geen soortgelijke externe evaluatie te vinden die uitlegt waarom de participatie aangehouden wordt.
Duidelijke keuzes in tijden van crisis
Overheidsparticipaties kunnen een toegevoegde waarde hebben, mits het definiëren van een heldere strategie met een bijhordende evaluatiestructuur en transparantie naar de burger. Deze drie elementen ontbreken momenteel in België. Gezien de begrotingscrisis lijkt het Nederlandse model van minimale participaties aantrekkelijk, al toont de meer activistische Franse aanpak ook zijn sterkte.
Welke weg onze overheden inslaan, is een politieke keuze. Één ding staat vast: zonder duidelijke inventaris en welomlijnde strategie staan zorgenkinderen Bpost, Proximus en Umicore ter discussie en zijn ze moeilijk te verdedigen. Met een helder overzicht ontstaat ruimte voor een publiek debat over welke overheidsparticipaties maatschappelijke meerwaarde creëren.
Helene Hannecart is lid van de Vrijdaggroep.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier