Louis Ide (N-VA)

‘Professoren die uitspraken doen buiten hun vakgebied, kunnen door iedereen bekritiseerd worden’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

‘Het gezagsargument is al lang achterhaald’, schrijft Louis Ide (N-VA) over wetenschappers die uitspraken doen die niet gaan over hun expertise.

In mijn tijd als assistent in UZ Gasthuisberg deed het volgende mopje de ronde: ‘Als een patiënt in Gasthuisberg vraagt waar het toilet is, dan antwoord je ‘daar waar er geen ‘professor’ op de deur staat’.

Ik weet niet of het grapje nog circuleert, maar zoals vaak schuilt er achter de humor een vorm van waarheid of maatschappijkritiek. Er zijn in Vlaanderen -in vergelijking tot andere landen- veel professoren. Dat komt omdat de titel vrij snel wordt verleend. Prof word je al als docent. Niet iedereen weet dat er docenten, hoofddocenten, hoogleraars en gewoon hoogleraars zijn, waarbij de ‘gewone’ -contra-intuïtief- de hoogste in aanzien zijn. In andere landen zijn enkel de gewoon hoogleraars prof.

‘Professoren die uitspraken doen buiten hun vakgebied, kunnen door iedereen bekritiseerd worden’

Men kan het grote aantal proffen ook beschouwen als een exponent van onze kennis, grijze massa is nu eenmaal onze enige grondstof in Vlaanderen. De veelheid aan proffen zorgt niet voor een inflatie van de titel en dus is het grapje misschien kort door de bocht. Mocht een teveel aan proffen leiden tot een daling van de kwaliteit en geloofwaardigheid van onze academici, dan is dat plethora pas een probleem.

Het wordt pas problematisch als een professor niet excelleert in zijn of haar domein. Dat kan onder andere op deze twee manieren voorvallen.

Wanneer een academicus zich activistisch opstelt, dreigt hij of zij zijn geloofwaardigheid te verliezen. Ook Simon Roozendaal, wetenschapsjournalist bij Elsevier, klaagt dit heel duidelijk aan. Een professor die controversiële uitspraken doet buiten zijn domein, ondergraaft de geloofwaardigheid van het instituut dat een professor nog steeds is in de maatschappij. Een prof spreekt namelijk met een zeker gezag. Ook al stelt een gezagsargument of expert opinion niet veel voor in de evidence-based wetenschap, toch is het -helaas- vaak op die manier dat discussies in de media worden gevoerd. Deze tactiek kan ervoor zorgen dat een excellent wetenschapper in zijn domein, credibiliteit verliest door uitspraken buiten zijn domein. Nog erger wordt het als een professor een politieke ideologie verkondigt binnen zijn of haar domein onder het mom van de wetenschap.

Zo beschrijft Simon Roozendaal in Elsevier dat bepaalde exacte wetenschappers in de klimaatdiscussie de waarheid geweld aandoen doordat ze wel eens overdrijven. Dit is een hele moeilijke discussie, zelfs bijna een ethische zaak: kan men als wetenschapper de waarheid geweld aan doen voor de goede zaak? Zelf stellen deze wetenschappers dat ze de waarheid geweld aan doen om het probleem op de politieke agenda te zetten, schrijft Roozendaal. Het resultaat dreigt echter vooral te zijn dat tegenstanders zich van de wetenschap gewoon niets meer gaan aantrekken.

Het is uiteraard niet verboden voor een academicus om te spreken, in tegendeel. Professoren als Ive Marx en Manuel Sintubin doen dat voortreffelijk zowel vanuit de zachte humane wetenschappen als de harde exacte wetenschappen. Ze doen dit vanuit hun vakexpertise. Aan de andere kant heb je bijvoorbeeld ook prof. Jonathan Holslag in Knack die, niet voor het eerst, N-VA viseert (wat mag) en zich daarbij volgens mij blootstelt aan kritiek omdat het in de eerste plaats niet om kritiek vanuit zijn vakexpertise gaat.

Ook verschillende politicologen laten vaak hun licht schijnen over politiek en andere maatschappelijke zaken. Vaak zijn hun standpunten opiniërend en niet wetenschappelijk onderbouwd. Volgens mij ondergraven ze zo hun eigen geloofwaardigheid stukje bij beetje. Dit kan als gevolg hebben dat ze in hun eigen domein niet langer als geloofwaardig worden beschouwd. Als prof. Paul De Grauwe bijvoorbeeld over drugs spreekt, is dat volgens mij eerder activistisch. Een econoom die het selectief opneemt voor de legalisering van drugs en de medische problematiek van het druggebruik eenvoudigweg negeert, is allereerst een activist en geen academicus. Legt diezelfde Paul De Grauwe het verschil tussen een feitelijke en structurele begroting uit, dan doet hij waar hij goed in is en waar hij expertise over heeft. Maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die – omwille van zijn ideologisch geïnspireerde standpunten op andere domeinen – zolang niet eens blijven luisteren.

Als professoren er voor kiezen uitspraken te doen buiten hun domein, vind ik dat ze moeten aanvaarden dat iedereen het recht heeft hen te bekritiseren en moeten ze beseffen dat dit bovendien afstraalt op hun core business. Op dat moment zijn hun stellingen niet meer waard dan deze van u en ik.

Het is dus niet zo dat als de professor het zegt, het zo is. Het gezagsargument is al lang achterhaald. En vooral professoren zullen daar moeten aan wennen, net zoals artsen, rechters politici én journalisten meer dan ooit verantwoording moeten afleggen aan een steeds mondiger, onafhankelijk denkende groep mensen: de maatschappij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content