Proef bij inschrijving hoger onderwijs binnenkort verplicht

Wie een opleiding hoger onderwijs wil starten, zal in de toekomst verplicht worden een niet-bindende ijkingsproef af te leggen.

Een ijkingsproef moet in de toekomst aantonen of de student over de juiste startcompetenties beschikt om een bepaalde richting te volgen. Het gaat wel om een niet-bindende proef. Wie niet slaagt, kan zich dus toch nog inschrijven.

Er gaan al langer stemmen op om een oriënterend examen in te voeren bij de overgang van het secundair onderwijs naar het hoger onderwijs. Er bestond discussie over de vorm van het examen en of het resultaat bindend moest zijn of niet. Over het centrale doel is iedereen het wel grotendeels eens: een betere oriëntering bij de studiekeuze. Wanneer meer studenten de opleiding kiezen die bij hun past, zouden ook de lage slaagpercentages in het eerste jaar verbeteren, is de achterliggende redenering.

Kijken of student juiste startcompetenties heeft

In antwoord op een vraag van LDD-parlementslid Boudewijn Bouckaert heeft onderwijsminister Pascal Smet (SP.A) nu laten verstaan dat hij een principeakkoord heeft met de top van het secundair en hoger onderwijs.

“Er komt geen oriëntatieproef aan het einde van het secundair onderwijs. Maar er is afgesproken dat we gaan naar een verplichte niet-bindende ijkingsproef bij de inschrijving in het hoger onderwijs”, legt Smet uit aan Belga.

Doel blijft studenten zo goed mogelijk te oriënteren. Bedoeling is om voor de start van de opleiding een beeld te krijgen of iemand de startcompetenties heeft om opleiding X of Y te volgen.

“Maar de proef is niet-bindend. Wie gemotiveerd is, kan zich bij een slecht resultaat toch inschrijven en bijvoorbeeld beslissen om zich bij te werken”, legt minister Smet uit.

De SP.A-minister benadrukt ook dat het systeem stapsgewijs zal ingevoerd worden. Een concrete timing voor de invoering is er nog niet.

Arteveldehogeschool: ‘Geringe slaagkans heeft alarmpeil bereikt’

“Dergelijke ijkproef is nodig, want de geringe slaagkansen van generatiestudenten heeft stilaan een alarmpeil bereikt”, zegt Guido Galle, directeur onderwijs en studentenbeleid aan de Gentse Arteveldehogeschool.

“Ik denk dat de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) het er eigenlijk mee eens zijn dat de minister een dergelijk niet-bindende oriënteringsproef moet lanceren”, aldus Guido Galle. “Ongeveer 38 procent van de generatiestudenten zijn succesvol, dat is heel laag en daalt sinds 2007 zelfs licht. Iedereen in de onderwijswereld is het erover eens dat het zo niet verder kan.”

Het grootste aandachtspunt blijft volgens Galle de studiekeuzebegeleiding vanaf het vijfde jaar secundair onderwijs. “In sommige scholen is die uitstekend, maar in veel middelbare scholen ondermaats. Dat zeggen ook de CLB, wetende dat studiekeuzeoriëntatie niet meer tot hun kernopdracht behoort. Die werd door een vorige onderwijsminister aan de scholen toevertrouwd, maar daar is te weinig expertise aanwezig en steunt te veel op vrijwillige inzet van klasleerkrachten.” (Belga/AVE)