Europa wil vijf miljard euro per jaar in defensie pompen

© illustratie FRED

De Europese Commissie wil voor het eerst belastinggeld uitgeven voor de ontwikkeling van defensiemateriaal. Dat heeft ze woensdag de oprichting voorgesteld van een Europees Defensiefonds dat, eenmaal op kruissnelheid, tot vijf miljard euro per jaar moet mobiliseren.

Over defensiesamenwerking wordt al even lang gepraat als over de Europese integratie zelf, maar ontwikkelingen als de brexit en het aantreden van de Amerikaanse president Donald Trump hebben opnieuw vaart gebracht in het debat. In de Europese hoofdsteden, maar ook in de instellingen. “Onze burgers willen dat de EU meer en beter doet op het vlak van veiligheid en defensie”, betoogde de hoge vertegenwoordigster voor het buitenlands beleid Federica Mogherini woensdag.

Denk daarbij niet aan soldaten uit verschillende lidstaten die onder Europese vlag en met Europese wapens het slagveld betreden. De Commissie wil vooral dat de lidstaten hun defensiebudgetten efficiënter spenderen, door meer samenwerking op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en aankoop van militair materiaal. De fragmentering in nationale markten kost de belastingbetaler nu jaarlijks tussen 25 en 100 miljard euro, raamt de Commissie. Het maakt ook dat er in de EU liefst 178 verschillende wapensystemen zijn, en slechts 30 in de VS.

De Commissie trekt dit jaar al 25 miljoen euro uit voor gemeenschappelijk onderzoek naar innovatieve defensietechnologieën en daarvoor wil ze de komende twee jaar nog eens 65 miljoen euro reserveren. Na 2020 moet dat 500 miljoen euro per jaar worden. Met het nieuwe defensiefonds wil de Commissie zich vanaf 2019 ook inlaten met de meer risicovolle ontwikkelingsfase. Een groep lidstaten die samen pakweg drones of satellietcommunicatiesystemen willen ontwikkelen, moet kunnen rekenen op financiële ondersteuning.

‘Een gamechanger’, meent vicevoorzitter Jyrki Katainen. De Commissie wil in 2019 en 2020 alvast 500 miljoen euro uit de Europese begroting vrijmaken voor het nieuwe fonds. Na 2020 wil ze het fonds jaarlijks met één miljard euro spijzen. Gehoopt wordt dat de lidstaten dan met zo’n vier miljard euro per jaar over de brug komen, zodat er in het volgende decennium jaarlijks vijf miljard euro geïnvesteerd kan worden in de versterking van de Europese defensiecapaciteit.

Het blijven wel steeds de lidstaten die de wapens of ander materiaal uiteindelijk verwerven. De Commissie presenteerde ook een reflectienota over de toekomst van Europese defensie. Voorzitter Jean-Claude Juncker en co schotelen de lidstaten drie scenario’s voor, met 2025 als horizon: een bescheiden versterking van de samenwerking via onder meer het defensiefonds, een meer ambitieuze pooling en sharing van financiële en operationele middelen of een echt gemeenschappelijk defensiebeleid, waarbij de EU volwaardige operaties kan uitvoeren en samen met Navo instaat voor de bescherming van het continent.

Want, beklemtoonden Mogherini en Katainen unisono, de uitbouw van een Europese defensie is niet tegen de Navo gericht. NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg prees dan ook de plannen. “Een sterkere Europese defensie zal bijdragen tot een sterkere NAVO”, reageerde de Noor, die twee weken geleden op een top in Brussel nog geconfronteerd werd met de toenemende Amerikaanse ergernis over de achterblijvende defensieuitgaven van vele Europese partners. Ook de Duitse minister Ursula von der Leyen en haar Franse ambtgenote Sylvie Goulard reageerden al positief. “Een opportuniteit die we moeten grijpen”, zei Goulard over het fonds.

In het Europees Parlement worden de plannen eveneens goedkeurend onthaald. ‘Met deze voorstellen kan er eindelijk een einde komen aan de versnippering en de fragmentering van de Europese defensie en de defensie-industrie. Hierbij moeten we resoluut kiezen voor Made in Europe’, aldus Ivo Belet (CD&V), die ingenomen is met het Europese voornemen om strategische sectoren te beschermen tegen buitenlandse staatsovernames en -investeringen.

Mark Demesmaeker (N-VA) merkt op dat België met de gezamenlijke aankoop met Nederland van fregatten en mijnenjagers nu reeds voorafnames op het tweede scenario doet. Op langere termijn kiest N-VA “voor het derde scenario”. Guy Verhofstadt (Open Vld) vindt de plannen dan weer “te vaag”. “Het is duidelijk dat het derde scenario de enige redelijke weg vooruit is, maar de paper mist details over het benodigde budget, de integratie van militaire krachten, gezamenlijke aanschaf van capaciteiten en commando structuren. Gezien het huidige veiligheidsklimaat hebben we geen tijd te verliezen”.

Partner Content