‘Politici moeten verzekeren dat beloftes spoorbedrijf worden uitgevoerd’

Op 15 februari 2010 vielen achttien doden en meer dan 150 gewonden toen in Buizingen twee treinen botsten © Belga

“Het is de taak van politici om erop toe te zien dat de beloften die spoorwegmaatschappijen doen in verband met de veiligheid op het spoor ook effectief worden gerealiseerd”, zegt Jef Van den Bergh(CD&V), die deel uitmaakte van de Commissie Spoorveiligheid na het zware treinongeval in Buizingen in 2010.

“Het is de taak van politici om erop toe te zien dat de beloften die spoorwegmaatschappijen doen in verband met de veiligheid op het spoor ook effectief worden gerealiseerd.” Dat zegt Jef Van den Bergh, Kamerlid van de CD&V, die deel uitmaakte van de Commissie Spoorveiligheid (of Commissie Buizingen), die na het zware treinongeval in Buizingen in 2010 werd opgericht.

Ook de voorzitter van de Commissie Spoorveiligheid, David Geerts (SP.A), denkt dat de parlementaire commissie goed werk heeft verricht. “Onze commissie heeft na analyse van de treinramp in Buizingen over de partijpolitieke grenzen heen 109 aanbevelingen gedaan”, zegt Geerts. Zo beschikte het Belgische spoor in 2010, het jaar van de ramp van Buizingen, al over het veiligheidssysteem TBL1+ dat een trein automatisch doet stoppen, als hij door een rood sein rijdt, maar de trein die in Buizingen verongelukte, bleek niet over dat systeem te beschikken.

Ontkent negeren rood sein

De bestuurder van de trein uit Leuven houdt vol dat hij nooit een rood licht heeft genegeerd. En bij tests in de dagen volgend op de ramp, bleek dat het sein soms onregelmatig werkte en zonder reden van groen op rood sprong, mogelijk door interferentie van de passerende hogesnelheidstreinen in de buurt. Het sein werd hoe dan ook buiten gebruik gesteld na het ongeval. “In tegenstelling tot het juridisch onderzoek, dat ook de aansprakelijkheid moet vastleggen, was de taak van de parlementaire commissie iets makkelijker”, zegt commissie-voorzitter Geerts.

‘Gedeelde verantwoordelijkheid’

“Wij gingen na waarom tussen 1982 en 2010 geen significante verbetering kon worden vastgesteld in de spoorveiligheid in ons land. Conclusie was dat dit niet aan één of andere persoon lag, maar dat het een gedeelde verantwoordelijkheid was van voogdijministers, de raden van bestuur en het management van spoorweg- en infrastructuurbedrijven. En ook het parlement schoot tekort in zijn controlerende taak.”

De Commissie Spoorveiligheid is in de huidige legislatuur niet heropgestart. Wel is er voor gekozen om een opvolging te laten plaatsvinden in de Commissie Infrastructuur van het federale parlement. Die is gepland voor 11 maart aanstaande, om 14u30. (Belga/WB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content