Wolf geeft boost aan biodiversiteit: hoe doet hij dat?

. © Getty Images

Wolven jagen niet alleen op groot wild, ze brengen ook heel wat nieuw, onverwacht leven met zich mee. Hoe doen ze dat=

De komst van een toppredator naar ons land is goed nieuws voor onze natuur. Het is de kroon op het jarenlange werk van natuurbeheerders om onze natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Alleen door die inspanningen voelt een veeleisende soort als de wolf zich hier voldoende thuis om een gezin te stichten. Nu is het aan het roofdier zelf om zijn steentje bij te dragen aan de natuurontwikkeling van zijn territorium. Want wolven jagen niet alleen op groot wild, ze brengen ook heel wat nieuw, onverwacht leven met zich mee.

Toppredator niet alleen maar slecht nieuws voor prooidieren

Kort door de bocht zou je kunnen redeneren dat een roedel wolven een enorme druk legt op een prooidierpopulatie. Maar volgens Judith Sitters, die als ecoloog aan de VUB het effect van grote grazers op ecosystemen bestudeert, is er meer aan de hand. ‘Het is natuurlijk heel ingrijpend, zo’n nieuwe soort die plots opduikt en zich bovenaan de voedselpiramide vestigt. Jarenlang heeft de natuur in ons land het moeten stellen zonder toppredator en hoefden reeën, everzwijnen en edelherten geen rekening te houden met een natuurlijke vijand (behalve de mens en het verkeer dan). Nu de wolf eindelijk terug is, is het dus heel logisch dat hij een grote impact heeft op de dieren onder zich. En dan bedoel ik absoluut niet alleen het wegvangen van prooidieren, maar zeker ook de gedragsaanpassingen die hij teweegbrengt.’

Een groep wolven in Yellowstone
Een groep wolven in Yellowstone© Getty Images

Waar Judith het hier over heeft, zijn de gevolgen van de ‘landscapes of fear‘ of ‘angstlandschappen’ die ontstaan waar een wolvenpopulatie zich vestigt: ‘Prooidieren gaan plekken waar ze gevaar lopen actief vermijden. En dat heeft enorm grote gevolgen voor de omringende natuur. Dat effect is uitvoerig beschreven voor het Amerikaanse Yellowstone Park, waar in 1995 enkele tientallen Canadese wolven werden uitgezet. Men zag er dat herten bepaalde plekken, bijvoorbeeld langs rivieren, gingen vermijden. Het resultaat was dat jonge boompjes er vrij spel kregen en het bos zich uitbreidde. Goed nieuws voor de beverpopulatie, die lustig aan het bouwen sloeg. Met hun imposante bouwwerken slaagden ze er zelfs in de loop van rivieren te verleggen – en dat allemaal door de komst van de wolf! Er ontstond een gloednieuwe afwisseling van snel- en traagstromend water, hier en daar verschenen poeltjes in het landschap. Van een biodiversiteitsboost gesproken: het aantal soorten vissen, vogels en insecten steeg zienderogen. De toppredator zorgde voor een ’trofische cascade’ die zich als een waterval doorheen het voedselweb verspreidde.’

Het zijn trouwens niet alleen dieren die zulke consequenties ondervinden, ook het plantenbestand kan er volgens Judith drastisch anders gaan uitzien door de komst van één nieuwe topsoort: ‘Op plekken waar minder grazers vertoeven, verandert de stikstof- en fosforverhouding in de bodem omdat er simpelweg minder dierlijke mest en urine op terechtkomt. Daardoor kan het zijn dat planten die er voorheen floreerden, nu plaats moeten ruimen voor andere soorten. Konijnen produceren bijvoorbeeld mest met veel stikstof t.o.v. fosfor, wat resulteert in een grotere soortenrijkdom. Ze promoten als het ware de plantaardige biodiversiteit.

Europa is Yellowstone niet

De theorie achter deze angstlandschappen kent een grote verspreiding onder ecologen én het grote publiek, met als eyecatcher de korte YouTube-film ‘How Wolves Change Rivers‘ met bijna 43 miljoen views. Maar Yellowstone Park telt maar liefst 9.000 km² ongerepte natuur zonder menselijke inmenging – vergelijkbaar met de gezamenlijke oppervlakte van de provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen. Kunnen we er dan zomaar vanuit gaan dat hoefdieren zich hier hetzelfde gedragen? Bjorn Mols, een Belgische ecoloog werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen, onderzoekt het fenomeen op het Europese vasteland in gebieden die dichter aanleunen bij de realiteit in ons land.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De onderzoeksgroep waar Bjorn deel van uitmaakt, doet al gedurende een tiental jaar intensief onderzoek naar de relatie tussen wolven en het gedrag van edelherten in het Poolse Bia?owie?a oerbos. Dat is een relatief groot stuk natuur (1.500 km²), maar het verschilt duidelijk van het Amerikaanse nationale park doordat het landschap er veel homogener en de mens nooit veraf is. Ze vonden dat de kern van het wolvengebied minder gefrequenteerd wordt door herten, omdat er 8% minder vraatschade te zien is aan jonge bomen. Bjorn: ‘Ook in de buurt van zogenaamde ‘habitatobstructies’ – bijvoorbeeld omgevallen bomen die een goed zicht op gevaar belemmeren – krijgen jonge planten meer kansen. Met cameravallen zagen we dat edelherten zich op zulke plekken waakzamer gedragen: ze kijken vaker op, nemen slechts een paar hapjes per keer en houden de oren permanent gespitst. Omdat die effecten enkel te zien zijn de in de kern van de onderzochte wolventerritoria, kunnen we stellen dat de aanwezigheid van de wolf hier effectief een impact heeft op bosverjonging en het ontstaan van een grotere biodiversiteit – zij het dan op kleine schaal. We noemen het ‘patches of fear’ of angstperkjes, in contrast met de veel grotere angstlandschappen in Yellowstone.’

Driehoeksverhouding tussen prooi, wolf en de mens als ‘superpredator’

Maar als we de natuur van nog dichterbij gaan bekijken, dan blijkt er nog een ander opvallend gedragspatroon steeds terug te keren bij de grote grazers. ‘Ze vermijden mensen als de pest’, aldus Bjorn, ‘en dat effect mogen we zeker niet over het hoofd zien. Als een soort ‘superpredator’ oefent de mens invloed uit op de aanwezigheid van prooi- én roofdieren. Door de aanwezigheid van mensen bijvoorbeeld, verplaatsen grote concentraties grofwild zich naar rustgebieden waar recreatie niet toegelaten is. Nabij wandelpaden zien we dan weer ‘corridors of fear’ ontstaan: gebieden van enkele tientallen meters rondom paden en wegen waar prooidieren zich nauwelijks vertonen. Opvallend is dat ze die plekken enkel overdag vermijden en dat ze zich er ’s nachts weinig van aantrekken. Mensen zijn voorspelbare wezens.

.
.© Getty Images

Met de komst van de wolf moet wild plots rekening houden met een predator die ook ’s nachts actief is. Bovendien vestigen wolven zich vooral in diezelfde rustgebieden zonder recreatie, waar prooidieren zich tot nog toe heer en meester waanden. De vraag is of herten en wilde zwijnen zich nog steeds zullen terugtrekken in mensarme gebieden, wanneer de wolf er op de loer ligt. In dichtbevolkte gebieden zoals België en Nederland moeten we dus naar het totaalplaatje kijken: het heeft geen zin om enkel op de aanwezigheid van de wolf te focussen als de mens er ook de plak zwaait.’

Om dat totaalplaatje in kaart te brengen, heeft Bjorn sinds het midden van vorig jaar een vijftigtal cameravallen geplaatst in het territorium van een wolvenroedel op de Nederlandse Hoge Veluwe. Het is reikhalzend uitkijken naar de resultaten in dit bos- en heidegebied dat veel eigenschappen vertoont die we ook in het Limburgse Bosland terugvinden. Bjorn: ‘We zijn heel benieuwd hoe het gedrag van wilde hoefdieren zich daar aanpast aan de aanwezigheid van een familie wolven. Zullen ze zich schuwer en meer alert gaan gedragen? Worden ze actiever overdag op plekken waar de wolf regeert en mensen wegblijven? Gaan ze misschien zelfs de buurt van mensen opzoeken om zich te beschermen tegen de wolf, zoals wel eens bij elanden beschreven wordt? En wat betekenen die mogelijke gedragsveranderingen voor de lokale fauna en flora? Allemaal vragen waarover we voorlopig alleen maar kunnen speculeren. Wie weet brengt ons onderzoek dingen aan het licht waar we nu helemaal niet aan denken!’

Wolf zorgt voor gezondere hoefdieren en opkomst van aaseters

Terug naar de directe voordelen van een toppredator in een ecosysteem. Schapenhouders en hobbyboeren kunnen er helaas van meespreken: de wolf doet liefst niet te veel moeite voor zijn prooien. In de natuur heeft dat zo zijn voordelen, vertelt Judith: ‘Wie liever lui dan moe is, spaart energie voor andere zaken. Waarom zou je als wolf energie verspillen aan de jacht op een gezonde, snelle hinde die de dans misschien ontglipt, wanneer je je pijlen ook kan richten op een verzwakt exemplaar dat toch ten dode opgeschreven is? Zo houden roofdieren een prooidierpopulatie gezond: de zwakste dieren gaan eruit en ziektes verdwijnen uit de kudde met de dood van hun dragers.’

Raven, eksters en een coyote in Yellowstone
Raven, eksters en een coyote in Yellowstone© Getty Images

En dan zijn er nog de aaseters die hun weg vinden naar plekken waar grote prooien bejaagd worden. ‘Af en toe strijken er wel eens gieren neer in Vlaanderen, misschien komen ze binnenkort vaker door de aanwezigheid van de wolf’, mijmert Judith. ‘Want die laatste laat de kadavers van zijn prooien in het landschap achter en dat trekt een specifieke fauna aan – zeg maar de begrafenisondernemers van de natuur. O.a. raven en dassen kunnen profiteren van zulke makkelijke eiwitbronnen, daarnaast zijn sommige insecten zoals de doodgraver gespecialiseerd in het opruimen van afgestorven materiaal.’ Dat aspect is trouwens nu al merkbaar in Limburg: sinds de wolf er terug is, worden er voor het eerst weer broedenderaven gezien.

Leren samenleven met de wolf

Op welke manier de biodiversiteit in ons land precies zal wijzigen onder invloed van de wolf, is nog even koffiedik kijken. ‘Maar de terugkomst van een toppredator is gewoonweg altijd goed voor de natuurlijke processen in een ecosysteem‘, aldus Bjorn. ‘Het effect zal misschien subtieler en complexer zijn dan in het uitgestrekte Yellowstone, maar we kunnen ervan op aan dat lagere trofische niveaus mee zullen genieten van de aanwezigheid van de wolf. We moeten nog even afwachten op welke manier de mens met al zijn verstoringen in het plaatje past. Het gecombineerde effect van wolf en mens op prooidieren is voer voor verder onderzoek. Die laatste mag dan zijn eigen mening hebben over de komst van de wolf, feit is dat het dier zich hier gevestigd heeft en voorlopig niet meer weggaat. We kunnen er dus maar beter mee leren samenleven en de wolf een plekje geven in de manier waarop we onze natuur beheren en ervan genieten.’

.
.© .

‘Dit artikel verscheen ook op Onze Natuur.’

Partner Content