De wateroverlast in het zuiden van Engeland is “zeer uitzonderlijk”, maar de dijken in het gebied houden zich, gezien de omstandigheden “redelijk”, zeggen experts.
Vier Nederlandse deskundigen controleren de dijken in het rampgebied . Ze doen dat in een gezamenlijke verklaring van Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen.
De Nederlandse experts hebben vanuit een helikopter naar de Engelse dijken gekeken. “Je ziet dat de beken en rivieren zo veel water gewoon niet kwijt kunnen. De staat van de dijken is redelijk gezien de omstandigheden”, laat inspecteur Peter Blommaart van Rijkswaterstaat weten.
Groot-Brittannië heeft al maanden te maken met slecht weer. In het zuiden van Engeland viel in januari bijna 250 millimeter regen. Zo veel neerslag krijgt Nederland in ongeveer 4 maanden tijd. Daardoor staan delen van Somerset in het zuidwesten al sinds december blank. Zeker drie Britten zijn omgekomen. Door alle regen is de bodem doorweekt. Bij nieuwe buien kan het water de grond niet in. Normaal gesproken wordt het water dan via kanalen en rivieren afgevoerd naar zee, maar daar werkt het getij juist tegen. Het zeewater staat momenteel zo hoog, dat het rivierwater wordt tegengehouden.
De vraag is of de Britten de watersnood hadden kunnen voorkomen. Blommaart spreekt van een uitzonderlijke situatie: “We hebben gezien dat er soms aan beide kanten van de dijk water staat. Het watersysteem kan de aanhoudende aanvoer van water niet kwijt. Dit is in geen 250 jaar voorgekomen.” Als het water eenmaal is geweken, komt een moment dat de Britten naar de toekomst kijken en nadenken over hun verdediging. Maar daar is het nu nog te vroeg voor. Eerst moeten de Britten met hulp van Nederland “goed omgaan met de moeilijke omstandigheden”, aldus de Unie van Waterschappen. (Belga/TE)
