Ringslangen doen het goed in Vlaanderen

© Belga

In het West-Vlaamse Wervik is een nieuwe populatie ringslangen ontdekt. In de ‘Lage Meersen’ in Wervik en het aangrenzende Bousbeque in Frankrijk, werden vroeger al ringslagen gesignaleerd. Anderhalf jaar geleden werd het dier er voor het eerst gefotografeerd.

Dat de dieren via natuurlijke weg zijn gemigreerd uit de dichtstbijzijnde populatie in Pas-de Calais, lijkt onwaarschijnlijk. “De ringslangen zouden daarvoor een te grote industriële agglomeratie moeten overbruggen”, zegt Robert Jooris van Hyla, de reptielen- en amfibieënwerkgroep van Natuurpunt. “Ik geloof eerder in een onvrijwillige uitzetting, allicht via compost die werd verplaatst.”

Ringslangen leggen hun eieren namelijk in composthopen om die uit te broeden. Aangezien de temperatuur in een composthoop kan oplopen tot 30 graden, worden de eieren automatisch uitgebroed. Vrouwtjes zetten vanaf half juni een veertigtal eieren af en twee maanden later komen de jongen tevoorschijn.

Buitenlandse experimenten toonden aan dat 90 procent van de eieren uitkomen. De schuwe en ongevaarlijke waterslangen komen dan ook in heel Midden-Europa voor. En ook in Vlaanderen doen ze het niet slecht. Wervik is immers de vierde gekende plaats in Vlaanderen waar de soort voorkomt. Ringslagen zijn te vinden in De Zegge in Geel, in de Molenbeekvallei in Jette, in Ganshoren in Zellik en in Hoegaarden in Meldert.

In Meldert legt Natuurpunt Velpe-Mene, samen met de buurtbewoners broeihopen aan. De hopen zijn 1,5 meter breed , 3 meter lang en 1,2 meter hoog en worden gemaakt van takken, bladeren, hooi en mest. De aanleg van broeihopen is een eenvoudige, goedkope en efficiënte beschermingsmaatregel om de populatie van ringslangen in stand te houden. (Belga/LS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content