Poolijs op zesde laagste wintermaximum ooit

© Reuters
Tom Vandyck
Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Het ijspak op de Noordpool heeft zijn wintermaximum bereikt. Dat is dit jaar het zesde laagste ooit. Weer maar eens een bewijs dat de planeet opwarmt, zeggen klimatologen.

In het poolgebied is het smeltseizoen alweer begonnen, maar het ijspak bereikte zijn maximumafmetingen op 15 maart, meldt het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center. Dat maximum bedroeg 15,13 miljoen vierkante kilometer. Dat is het zesde laagste cijfer sinds de satellietwaarnemingen begonnen in de jaren zeventig en 732.000 vierkante kilometer minder dan het gemiddelde tussen 1979 en 2000. De tien kleinste ijsmaxima werden allemaal de laatste tien jaar opgetekend.

Dat wijst er nogmaals op dat de planeet opwarmt onder invloed van CO2 en andere broeikasgassen die de mens in de atmosfeer brengt, stelt de gespecialiseerde website Climate Central. Het ijsminimum van vorige zomer was met 3,41 miljoen vierkante kilometer overigens het laagste ooit, op afstand gevolgd door 2007, met 4,17 miljoen vierkante kilometer.

Warmere pool, koudere winters

Volgens David Titley, een Amerikaanse admiraal die door Climate Central geciteerd wordt, zit het slinkende poolijs paradoxaal genoeg mee achter de koude, lange winter in grote delen van Europa, Azië en Noord-Amerika.

Climate Central verwijst naar een aantal wetenschappelijke studies die stellen dat opwarming in het poolgebied voor strengere winters en andere extreme weerfenomenen kunnen zorgen in de gematigde breedtegraden. Deze winter werden bovengemiddelde oppervlaktetemperaturen waargenomen in Groenland en noordoostelijk Canada. Samen met een ongebruikelijk langdurig hogedrukgebied boven Groenland en een gewijzigde straalstroom zou dat ervoor gezorgd hebben dat koude poollucht zich verder naar het zuiden verspreidde dan gewoonlijk.

Noordpool onder dun ijs

Het ’s zomers afsmeltende poolijs zorgt ervoor dat het gebied dat ’s winters weer dichtvriest bedekt is met dunner ijs dan normaal. Zelfs de Noordpool zelf zit nu onder een dunne ijslaag. Normaal vindt men daar dik ijs dat meerdere smelt- en vriescycli overleeft.

Dat dunne ijs smelt vanzelfsprekend makkelijker. Bovendien breekt het ook sneller, onder invloed van wind en zeestromingen. In februari en maart werden al grote breuken geobserveerd in het ijs ten noorden van Canada en Alaska.

Dat alles kan een vicieuze cirkel in gang zetten. Wit ijs reflecteert meer zonnewarmte terug de ruimte in dan open water, dat donkerder is en meer warmte opslorpt. Op die manier gaat er steeds meer ijs smelten.

Onbeheersbaar op hol

Dat kan dan weer andere vicieuze cirkels in gang zetten. Klimatologen gaan ervan uit dat het noordpoolgebied binnen enkele decennia al zo goed als helemaal ijsvrij kan zijn in de zomer. Dat zou betekenen dat er veel meer open water is dat hitte opslorpt en de hele regio gaat opwarmen.

Dat kan ervoor zorgen dat de permafrost in Canada, Alaska en Siberië gaat smelten. Als dat gebeurt, komen er uit die grond reusachtige hoeveelheden broeikasgassen vrij (vooral methaan, dat een aanzienlijk krachtiger broeikasgas is dan CO2), waardoor de opwarming van de atmosfeer in het ergste geval onbeheersbaar op hol kan slaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content