Ondanks de grote inspanningen van de internationale gemeenschap blijft de situatie in Somalië erg precair.
Een jaar na het uitbreken van de hongersnood in Somalië verkeren meer dan 2,5 miljoen mensen nog steeds in gevaar, en dat ondanks de grote inspanningen van de internationale gemeenschap om hen bij te staan. Dat melden de Verenigde Naties.
“De sterftecijfers en de ondervoeding in Somalië zijn enorm afgenomen, maar ze blijven bij de hoogste ter wereld”, verklaarde Mark Bowden, de coördinator van de humanitaire hulp van de VN in Somalië, in de Keniaanse hoofdstad Nairobi.
Volgens Bowden lijden 323.000 kinderen, of een vijfde van de kinderen jonger dan vijf jaar, nog steeds aan ernstige ondervoeding in Somalië, dat twee decennia lang verwoest werd tijdens de burgeroorlog en chronische droogtes. Volgens schattingen vielen er bij de droogte die de Hoorn van Afrika vorig jaar trof, samen met de onophoudelijke gevechten in het land, tienduizenden doden.
‘Omstandigheden blijven precair’
In februari verklaarden de VN dat de hongersnood in Somalië voorbij was. Toch blijven de omstandigheden bijzonder precair en zouden ze weer erger kunnen worden vanwege het gebrek aan neerslag en de voortdurende gevechten. “Het conflict en het gebrek aan toegang tot de mensen die in nood verkeren, blijven grote problemen”, vervolgde Bowden. Tot nog toe schonken de donoren slechts de helft van het noodzakelijke bedrag om de situatie meester te worden. Volgens de man is er 576 miljoen dollar extra nodig.
Sinds de val van president Siad Barre in 1991 heeft Somalië geen effectieve regering meer, aangezien de staat bijna permanent door de burgeroorlog ondermijnd wordt. (Belga/INM)
