‘Het vlees-is-slechtverhaal kan de volksgezondheid schaden’

© Dino
Kristof Clerix

Achter de wereldwijde campagne tegen vleesconsumptie die de EAT-Lancet Commission deze week lanceert, gaan ook financiële belangen schuil, zegt voedingsbiotechnoloog Frédéric Leroy van de VUB.

‘Vlees eten blijkt opnieuw slecht voor het milieu.’ ‘Nee zeggen tegen vlees kan miljoenen levens redden.’ Het zijn maar enkele van de krantenkoppen die de voorbije weken waarschuwden tegen vleesconsumptie. Tot ergernis van voedingsbiotechnoloog Frédéric Leroy van de VUB, die met lede ogen aanziet hoe het imago van vlees in recente jaren achteruit is gegaan: ‘Vroeger stond vlees symbool voor gezondheid, vitaliteit en kracht. Nu wordt het afgeschilderd als een product dat kanker, diabetes en overgewicht veroorzaakt en ook nog eens slecht is voor het milieu en het dierenwelzijn.’

Leroy is naar eigen zeggen ‘een van de weinigen die een tegenstem bieden’ in het maatschappelijke discours over vlees. ‘Daar maak ik me niet populair mee. Je wordt al snel in de hoek geduwd van complotdenken, conservatisme of omkoping door de vleeslobby. Onterecht. Ik ben voor een verbetering van de manier waarop dierlijke productie wordt georganiseerd. Maar laten we het debat voeren met de beste wetenschappelijke gegevens. Laat niet één bepaalde visie domineren omdat die toevallig ondersteund wordt door heel veel middelen.’

Wat die middelen betreft: u bent zelf voorzitter van de vzw Belgian Association for Meat Science and Technology. Krijgt u geld van de vleesindustrie?

frédéric leroy: Daarover kan ik formeel zijn: nee. Wij zijn een wetenschappelijke vereniging en krijgen géén geld van de industrie.

Het gevaar bestaat dat we door een vlees-is-slechtverhaal ineens ook veganistische junkfood gaan aanmoedigen.

Maar achter het antivleesdiscours zitten volgens u wel financiële belangen?

Leroy: Ja. Het gaat uiteraard niet om een geheime loge die alles dicteert. Maar er komt wel een gigantische internationale campagne op ons af die het globale voedselsysteem wil doen opschuiven in de richting van een op planten gebaseerd dieet. Het begint met een persbericht op 16 januari, gevolgd door events van Oslo over Melbourne tot New York. Zelfs op het Wereld Economisch Forum wordt de campagne gepresenteerd.

Wie zijn de initiatiefnemers?

Leroy: In de eerste plaats EAT, een non-profitorganisatie rond voedseltransitie die mede is opgericht door de steenrijke Noorse hotelmagnaat Petter Stordalen en zijn vrouw Gunhild, een dierenrechtenactiviste. EAT heeft met het medische tijdschrift The Lancet de EAT-Lancet Commission on Food, Planet, Health opgericht: een heterogeen collectief van goedbedoelende wetenschappers maar ook van ideologen met een missie en organisaties die duidelijk financiële belangen hebben.

Een aantal artikels die de voorbije maanden al zijn gepubliceerd geven een idee van de inhoud van hun campagne. Neem het pleidooi voor een belasting op vleesconsumptie ter verbetering van de publieke gezondheid. Dat hele verhaal is gebaseerd op voedselenquêtes met een aantal beperkingen en wel erg vrije assumpties. Het punt is dat de interpretatie van een causale link tussen sterfte en vlees eten niet correct is. En zeker niet robuust genoeg om er voedingsbeleid op te baseren.

Ik wil benadrukken dat de campagne van de EAT-Lancet Commission géén wetenschappelijke consensus weerspiegelt. Natuurlijk is het goed dat er over vlees, gezondheid en klimaat wordt nagedacht. Maar ik wil waarschuwen tegen een discours dat erop hamert dat vlees slecht is, zonder enige nuance.

Welke organisaties hebben daar financieel belang bij?

Leroy: Zorgwekkend is dat er een connectie bestaat tussen EAT en de World Business Council For Sustainable Development (WBCSD). Dat is een wereldwijd platform van grote spelers uit de voedingsindustrie. Wat blijkt? Nestlé brengt vegetarisch vlees op de markt, de directeur van Pepsico noemt de toekomst veganistisch en Unilever lanceerde een organisch-veganistische snacklijn. Die spelers hebben er dus belang bij dat nieuwe markten voor plantaardig voedsel aangeboord worden. Dat is zeer lucratief.

Bepaalde bevolkingsgroepen kunnen overdreven sterk in het antivleesdiscours meegaan, waardoor nutritionele problemen ontstaan.

Veggieburgers als de nieuwe cashcow?

Leroy: Je maakt gebruik van zeer goedkope grondstoffen zoals eiwitextracten, zetmeel en olie. Door die te behandelen – je wilt een eindproduct dat lijkt op kaas, vlees of melk – creëer je veel toegevoegde economische waarde. En dat levert winsten op. Het gaat dus om het opwaarderen van minderwaardig materiaal naar iets wat overeen lijkt te komen met dierlijke producten. Met als gevolg dat bepaalde producten nutritioneel heel zorgwekkend zijn: micronutriëntarm, overmatig calorierijk én zwaar bewerkt, wat nadelige gezondheidseffecten kan hebben.

Het gevaar bestaat dat we door een vlees-is-slechtverhaal ineens ook veganistische junkfood gaan aanmoedigen. Als mensen te hard gaan geloven dat dat gelijkwaardig is aan vlees, zal dat voor de volksgezondheid geen goede zaak zijn. Het antivleesdiscours begint een bedreiging te vormen voor ons maatschappelijk welzijn. Bepaalde bevolkingsgroepen kunnen er overdreven sterk in meegaan, waardoor nutritionele problemen ontstaan. Denk aan jonge, zwangere vrouwen die veganistisch worden en mogelijk heel hun zwangerschap compromitteren. Denk aan kinderen die op veganistische diëten worden gezet. Denk aan bejaarden, die sowieso vaak al minder vlees eten en behoefte hebben aan proteïnen om spierverval tegen te gaan.

Vlees is gewoon een hoogwaardig voedingsmiddel. Het brengt veel nutriënten op een heel geconcentreerde manier in je dieet binnen. Neem je het weg, dan zijn daar wel oplossingen voor, maar dan moet dat op een weldoordachte manier gebeuren.

EAT reageert: ‘We zijn niet tegen vlees’

‘De EAT-Lancet-Commission is niet antivlees of proveganistisch’, reageert Simen Sletsjøe, communicatieverantwoordelijke van EAT. ‘Het gaat om een uitgebreide, gepeerreviewde beoordeling. Het rapport is geschreven door 37 vooraanstaande wetenschappers en zal worden gepubliceerd in het toonaangevende medische tijdschrift The Lancet.


Het roept niet op om te stoppen met vleesconsumptie. Wel komt het tot de conclusie dat in veel landen – vooral de rijkere – te veel vlees wordt gegeten. Over het algemeen zijn diëten die goed zijn voor de menselijke gezondheid ook goed voor het milieu. Dat betekent dat een vermindering van de vleesconsumptie – met name van rood vlees en van op industriële schaal geteeld vlees – gezondheids- en milieuvoordelen zou opleveren voor de bevolking in veel landen.


Je moet echter een onderscheid maken tussen verschillende soorten vlees, productiemethoden en categorieën consumenten. De EAT-Lancet-Commissie erkent die nuances.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content