Het gaat de strandplevier niet voor de wind

Het voortbestaan van de strandplevier hangt af van de ontwikkelingen in de broedgebieden in Zeebrugge en het Antwerpse Linkeroevergebied.

De strandplevier vervoegt binnenkort allicht het rijtje van uitgestorven Vlaamse broedvogels. Het voortbestaan hangt af van de ontwikkelingen in de twee overblijvende broedgebieden in Zeebrugge en het Antwerpse Linkeroevergebied, meldt natuurbericht.be

“Tot in de jaren vijftig was de strandplevier een vrij algemene broedvogel aan de Vlaamse Kust”, zegt Dominique Verbelen van Natuurpunt. “In 1945 werden in Knokke een zeventigtal broedparen gekarteerd, in 1953 werden 45 koppeltjes geteld tussen De Panne en Nieuwpoort. Door de opkomst van het massatoerisme, met te veel verstoring op de stranden, kwamen die kwetsbare populaties echter steeds meer in de verdrukking.”

“De uitbouw van grote havengebieden zorgde in de jaren zestig voor een tijdelijk keerpunt. Grote opgespoten terreinen vormden er een ideale broedstek, onder meer in de voorhaven van Zeebrugge, met maximaal 114 paar in 1995. Maar stuk voor stuk werden de nieuwe broedgronden bouwrijp gemaakt.”

Aan de Oostkust wist de soort eind jaren negentig nog stand te houden dankzij een aantal natuurontwikkelingsprojecten. “De aanleg van een sterneneiland en de ontwikkeling van de Baai van Heist zorgde voor een kleine kustrevival”, aldus Verbelen.

“Op alle andere plaatsen langsheen de kust klonk de zwanenzang rond de eeuwwissel al loeihard.” Het oostkustsucces bleek ook van korte duur, het aantal broedpaartje zakte sinds 2006 onafgebroken van 17 naar 4 in 2012.

“Het is maar zeer de vraag of natuurontwikkelingsprojecten, onder andere in de IJzermonding (Nieuwpoort) en de uitbreiding van het Zwin) het tij nog kunnen doen keren”, zegt Verbelen. “Ook elders in Europa gaat het de soort niet voor de wind”. Strandplevieren hebben nood aan schaars begroeide schelpenrijke terreinen. (Belga/INM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content