Dirk Draulans

‘Door zijn halsstarrige houding zet de Boerenbond zichzelf maatschappelijk buitenspel’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

‘Als er één organisatie symbool staat voor een achterhaalde visie op haar eigen wereld, is het de Boerenbond. Ze blijft koppig het onverdedigbare verdedigen.’ Aldus Knack-redacteur Dirk Draulans.

Soms is wat niet geschreven wordt, illustratiever dan wat er wel staat. Nadat Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvlieghe (CD&V) biologische landbouwers in Knack omschreef als ‘keuterboerkes‘ die zwaar gesubsidieerd moeten worden om te kunnen overleven, had je verwacht dat er in het editoriaal van het blad Boer & Tuinder – de spreekbuis van de Boerenbond – met scherp op de minister zou worden geschoten.

Door zijn halsstarrige houding zet de Boerenbond zichzelf maatschappelijk buitenspel.

Zeker omdat na het vertrek van de onvolprezen diplomaat Piet Vanthemsche als voorzitter de toon van de editorialen verhard is. Zijn opvolgster gedraagt zich als een kat in het nauw, die krabt en bijt naar al wie haar sector niet genegen zou zijn: de groene jongens uiteraard, politici van andere partijen dan de CD&V, journalisten die er niets van begrepen hebben, wereldvreemde bureaucraten van Belgisch en Europees niveau – ze passeren allemaal de revue.

De jongste weken was de toon extra scherp. Over de geschrapte kaart van te beschermen zonevreemde bossen: geen boompje op landbouwgebied mag doorgaan als bos! Over het advies van de Raad van State inzake de noodzaak tot distelbestrijding: de media hebben het volledig verkeerd begrepen, distels moeten koste wat het kost bestreden worden. Over de vernietiging van het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Antwerpse haven: de 76 hectare landbouwgebied van Prosperpolder Zuid die worden omgezet in natuurgebied als compensatie voor wat elders verloren dreigt te gaan, moeten stante pede weer landbouwgrond worden.

In dat laatste dossier miste de Boerenbond een mooie kans om zijn mond te houden. Je zou die 76 hectare als een stille compensatie kunnen beschouwen voor de vele duizenden hectaren natuur die de jongste halve eeuw door de landbouw zijn vernietigd. Voor een goed begrip: er is in Vlaanderen ongeveer 700.000 hectare landbouwgrond tegenover 32.000 hectare beschermde natuur. Maar nooit en nergens zal je de Boerenbond betrappen op een zelfs maar lichtjes positieve houding ten opzichte van natuur.

Nooit en nergens zal je de Boerenbond betrappen op een zelfs maar lichtjes positieve houding ten opzichte van natuur.

Aandacht voor de Week van de Bij, dat wel, want bijen zijn nuttig voor de bevruchting van landbouwgewassen. Maar tegelijk blijft de sector hameren op grootschalig gebruik van pesticiden die aantoonbaar slecht zijn voor bijenpopulaties.

Er kan ook amper een woord af over het belang van stroken voor wilde bloemen langs akkers, die bijen en andere insecten aantrekken. Gemakshalve wordt eveneens vergeten dat de rode kaarten voor landbouwbedrijven met een voor de natuur schadelijke stikstofuitstoot, die hun activiteit moeten stoppen of aanpassen, geen plaagstoten van een grijnzende groene beweging zijn, maar een gevolg van de grootschalige milieuvervuiling die de landbouw veroorzaakt, tot voor kort zonder dat de maatschappelijke kost daarvan in rekening werden gebracht. Nu dat wel gebeurt, schreeuwt de sector moord en brand.

Maar als de bevoegde minister een scheef woord over biologische landbouw laat vallen, blijft het oorverdovend stil in de hoek van de Boerenbond.

Vorige zondag stelde keuterboer Jos Declerq van de bioboerderij Natlandhoeve in Zepperen zijn deuren open voor het publiek. Natland staat voor ‘natuur en landbouw’. Declerq wil de vijftig limousinrunderen op zijn bedrijf zo dier- en natuurvriendelijk mogelijk beheren: ze lopen vrij rond, mogen jaren blijven kalveren, staan alleen op stal als het echt niet anders kan. Ze eten uitsluitend gras, dus geen voeder op basis van granen die ook voor menselijke voeding kunnen dienen. En als er bij de verkoop van zijn biovlees (aan particulieren) een extraatje afkan voor de bescherming van bedreigde akkervogels, is dat mooi meegenomen.

Declerq krijgt, in tegenstelling tot wat Schauvliege insinueert, zo goed als geen subsidies, net als de meeste bioboeren – de term keuterboerke begint trouwens als een geuzennaam in het biocircuit te circuleren. Hij probeert zoveel mogelijk te besparen – in 2015 had hij exact 125 euro kosten voor de veearts. Hij puurt een halftijds inkomen uit zijn bedrijfsvoering, voor de andere helft geeft hij les aan een landbouwhogeschool. ‘Je moet niet elk jaar hetzelfde willen doen, zoals veel grote boeren’, poneert hij, ‘je moet durven veranderen, aanpassen. En beter is in onze sector niet hetzelfde als groter.’

De man is zichtbaar gelukkig in zijn stiel. Heel anders dan de verhalen die je hoort over boeren die kreunen onder de schuldenlast die ze torsen, die gekneld zitten in een wurggreep van leveranciers aan de ene kant en afnemers aan de andere.

De schrijnende studie die aantoonde dat een kwart van de varkensboeren zou willen stoppen, maar niet kan door hun hoge schuldenlast, blijft de gemoederen beroeren. Een varkensboer vertelde dat hij in zijn carrière voor meer dan 1,5 miljoen euro investeringen deed in zijn bedrijf, maar als hij het vandaag zou willen verkopen, zou hij er amper 250.000 euro voor krijgen.

De term u003cemu003ekeuterboerkeu003c/emu003e begint in het biocircuit als geuzennaam te circuleren.

Dat is het model waar de Boerenbond voor staat. De Boerenbond gaat prat op het agribusinesscomplex (ABC) dat volgens haar de grootste economische sector in België is. De organisatie zelf heeft amper 16.000 leden, een fractie van wat bijvoorbeeld Natuurpunt vertegenwoordigt, en kan alleen ver boven haar maatschappelijk gewicht blijven boksen door haar intieme band met de CD&V. Haar blaadjes behandelen haast uitsluitend thema’s als prijszetting, premies en subsidies, schadeclaims voor alles wat er mis kan gaan (zoals het weer), mechanisatie, kortom: landbouw als een industriële sector. En dat allemaal om ons ‘voedselzekerheid’ te garanderen aan een zo laag mogelijke prijs.

De maatschappij moet wel borg staan voor tegenslagen. Als het van de Boerenbond afhangt, wordt het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie één groot verzekeringssysteem om boeren te behoeden voor schommelingen van de markt. Zo is het gemakkelijk: zoveel mogelijk kosten van je bedrijfsvoering afwentelen op de maatschappij die vervolgens ook borg moet staan als er iets misloopt.

Het zal dus niet aan de maatschappij liggen dat zoveel boeren in de problemen komen. De sector zou beter meer in eigen boezem kijken, en systemen zoals biologische landbouw die de impasse proberen te doorbreken, wat koesteren. Het is evident dat biologische landbouw beter (en grootschaliger) georganiseerd zal moeten worden, in coöperaties bijvoorbeeld, zoals in Wallonië de regel wordt, om supermarkten te kunnen bevoorraden. Maar een sector die natuurvriendelijker probeert te opereren afdoen als sukkelaars die wat morrelen in de marge is niet meer van deze tijd. Door zijn halsstarrige houding zet de Boerenbond zichzelf permanent maatschappelijk buitenspel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content