Antonio Uzal

‘De terugkeer van natuur in voormalige oorlogszones kan wonden helpen helen’

Antonio Uzal Hoogleraar milieubescherming aan de Nottingham Trent University

In zones waar gevochten is, kan de natuur zich soms snel herstellen en soorten die elders bedreigd zijn laten floreren. Antonio Uzal, hoogleraar milieubescherming aan de Nottingham Trent University: ‘De ongeplande terugkeer van de natuur kan mensen helpen verzoenen.’

Waar het IJzeren Gordijn Europa ooit verdeelde met prikkeldraad, is nu een netwerk van natuurgebieden ontstaan waar wolven, beren en lynxen floreren. En honderd jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog dragen mensen nog steeds de klaprozen die bloeiden over de slachting van de Europese oorlogsvelden. Eens een menselijk conflict is gestopt, wordt de terugkeer van de natuur een krachtig symbool van vrede.

De terugkeer van natuur in voormalige oorlogszones kan wonden helpen helen.

Tragedies die mensen wegjagen van een bepaalde plek, kunnen ecosystemen ook helpen. Hoewel ‘rewilding’ meestal gezien wordt als een actief proces, zoals het herintroduceren van wolven in een bepaald gebied, kan verlaten land ook vanzelf wild aantrekken. Dat gebeurt nu ook naarmate mensen het platteland verlaten voor de stad en zo meer plaats geven aan de grote roofdieren die er bijna uitgestorven waren. En de plotse uittocht uit Pripjat na de kernramp in Tsjernobyl gaf het lokale wild er alle plaats.

Ook oorlogsvoering kan leiden tot een uittocht, en lokaal wild kan daar in sommige omstandigheden van profiteren, zowel op land als in de zee.

Oorlog en ecosystemen

Vispopulaties in de Noordelijke Atlantische Oceaan profiteerden van de Tweede Wereldoorlog omdat de vissersvloten sterk werden gereduceerd. De boten van de vissers werden opgeëist door de marine, bemanningen werden ingelijfd in de strijdkrachten en de risico’s van een vijandelijke aanval schrokken de overblijvende vissers af om ver op zee te gaan vissen.

Als gevolg daarvan creëerde de oorlog dus enkele jaren lang in de feiten een netwerk van ‘beschermde mariene gebieden’ in de Atlantische Oceaan. Na de oorlog, en gewapend met grotere schepen en nieuwe technologie, rapporteerden de vissers recordvangsten.

Haaien

Een meer gruwelijk resultaat van de Wereldoorlog gaf ook opportunistische soorten als de witpunthaai de kans om te floreren: het grote aantal menselijke slachtoffers in de zee.

Gezonken schepen op de zeebodem blijven tot vandaag als artificieel rif bijdragen aan de rijkdom van het zeeleven. De 52 Duitse oorlogsschepen die in beslag genomen werden tijdens de Eerste Wereldoorlog en tot zinken gebracht werden voor de Noordelijke kust van Schotland, zijn nu schatkamers van zeeleven.

No-go zones na gevechten spelen ook op land een rol als de facto natuurgebieden. Dier- en plantensoorten die tot voor kort bedreigd waren, zoals de Perzische panter, zagen hun populatie hersteld in de onherbergzame gebieden langs de Iraaks-Iraanse grens.

Korea’s

Een ongemakkelijk akkoord na een oorlog kan ook harde grenzen opleveren waar menselijke aanwezigheid in grote gebieden verboden is. Het schoolvoorbeeld daarvan is de Koreaanse gedemilitariseerde zone (DMZ): een 250 kilometer lange strook van 4 kilometer breed die de twee Korea’s al sinds 1953 verdeelt. Voor mensen is het een van de gevaarlijkste plaatsen ter wereld, gepatrouilleerd door duizenden soldaten langs beide zijden. Maar voor het wildleven is het een van de veiligste plekken in de hele regio. De zone biedt een thuis voor duizenden soorten die elders bedreigd of uitgestorven zijn.

Wonderlijk genoeg kunnen zelfs plekken die beschadigd zijn door de meest vreselijke wapens uiteindelijk floreren als regio’s waar de menselijke aanwezigheid verboden is of sterk wordt beperkt. Plekken waar kernproeven hebben plaatsgevonden, zoals de Marshalleilanden in de Grote Oceaan, zijn terug ingenomen door koralen en vissen die floreren in de krater van het Bikini Atol na de kernproeven in de jaren 1940 en 1950.

Nadelen vele keren groter

Toch wegen de voordelen van menselijk conflict voor de natuur absoluut niet op tegen de verschrikkelijke schade voor gemeenschappen en ecosystemen. Uit een onderzoek naar de impact van menselijk conflict op de Afrikaanse ecosystemen bleek een gestage afname van het wildleven tussen 1946 en 2010. In de nasleep van de conflicten kon de natuur zich maar traag of nauwelijks herstellen, ook omdat de economische problemen weinig aandacht toelieten voor natuurbescherming.

Een belangrijk aspect bij de ‘no go zones’ na conflicten zijn landmijnen, maar die maken geen onderscheid tussen soldaten en dieren, met name grote zoogdieren. Aangenomen wordt dat achtergebleven munitie mee verantwoordelijk is voor het uitsterven van sommige bedreigde diersoorten.

Verzoening

Maar de ongeplande terugkeer van de natuur na een oorlog kan mensen helpen verzoenen. Gehoopt wordt bijvoorbeeld dat bij een hereniging van de Korea’s een permanent natuurgebied kan afgebakend worden in de huidige DMZ waar ecotoerisme en educatie de plaats kunnen innemen van vijandigheid.

In Europa is dat al gebeurd met de Europese Groene Gordel: een keten van natuurgebieden langsheen het voormalige IJzeren Gordijn dat ooit het continent in twee splitste. Het project is inmiddels uitgebreid langs de grenzen van 24 landen en is het langste ecologische netwerk in zijn soort geworden. Kraters van landmijnen zijn veranderd in vijvers en bossen en insecten floreren in de gebieden waar decennia geen pesticiden gebruikt zijn.

Als oorlog de menselijke bewegingsruimte beperkt en isoleert, lijkt de natuur goed te gedijen. Als we als menselijke soort streven naar een vreedzame wereld zonder oorlog, moeten we zelf onze indringing van natuurgebieden beperken die gecreëerd zijn door oorlog, en een positieve nalatenschap van tragische conflicten beschermen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content