Beestenboel: mannetjesherfstspinnen bieden vrouwtje bruidschat aan

© McPHOTO / SHU
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Op het eerste gezicht zou ze een kruisspin kunnen zijn, maar de herfstspin heeft geen kruis, wel een soort stemvork op haar lijf.

Hoe zachter de herfst, hoe langer er spinnen in onze tuinen hangen. Veel mensen hebben de neiging een spin in hun tuin bijna automatisch als een kruisspin te bestempelen, maar daarmee onderschatten ze de biodiversiteit in hun omgeving. In de herfst behoort een belangrijk deel van de spinnen in onze tuinen tot een andere soort: de herfstspin, in het tijdschrift Natuur.blad omschreven als ‘de meest algemene onbekende spin’. Ze laat zich tot in november vaak zien (en mogelijk steeds vaker, met dank aan de klimaatopwarming).

Haar kleur is gevarieerd, met allerlei schakeringen tussen geelachtig en grijsbruin. Toch heeft de herfstspin een herkenbaar kenmerk: op de bovenkant van haar borststuk heeft ze een tekening die wat van een stemvork heeft. Ze draagt dus geen kruis.

Ze gedraagt zich ook anders dan een kruisspin. Beide soorten maken een web in de vorm van een wiel: rond met een gat in het midden, waar de spin dikwijls in gaat zitten. Maar in tegenstelling tot de kruisspin, die een wielwebspin is, behoort de herfstspin tot de familie van de strekspinnen. Die kunnen hun twee paar voorste poten naar voren strekken en de twee paar achterste naar achteren, waardoor ze op takjes minder opvallen. De spinnen zitten soms op een takje naast hun web om minder makkelijk een prooi te worden van spinneneters.

Mannetjes moeten een vrouwtje omzichtig benaderen, want als ze haar fout aanpakken dreigen ze opgegeten te worden

De herfstspin heeft een intrigerend liefdesleven. Jonge mannetjes weven aanvankelijk een eigen web, waarmee ze prooien vangen om goed te groeien. Hoe groter ze zijn in de herfst, hoe beter. Dan breekt de paartijd aan, en grotere mannetjes hebben meer succes dan kleinere. In de herfst gaan mannetjes op zoek naar vrouwtjes. Die zitten in hun eigen web, dat laag boven de grond hangt. Mannetjes moeten een vrouwtje omzichtig benaderen, want als ze haar fout aanpakken dreigen ze opgegeten te worden – een vrouwtjesspin is doorgaans groter dan een mannetje. Wat doet zo’n mannetje dan? Het wacht tot er een prooi in het web van het vrouwtje is gesukkeld. Dat kan dagen duren, maar als het alternatief is dat je zelf opgegeten wordt, kan geduld lonen. Als een vrouwtje eet, is de kans dat je een paring overleeft groter.

Soms biedt hij haar een bruidsschat aan: een in gesponnen zijde verpakte prooi die hij niet zelden uit haar eigen web haalde. Als ze afgeleid is, benadert hij haar, waarbij hij met zijn poten de draden van haar web beroert, als een troubadour die een liedje tokkelt op zijn luit om een vrouw in te pakken. Met wat geluk overleeft hij de paring en kan hij elders een volgend vrouwtje gaan zoeken. Hij kan wat risico’s lopen, want in principe zit zijn leven er na het paarseizoen op.

Maar er is nog ellende voor mannelijke herfstspinnen: meerdere mannetjes kunnen hetzelfde web van een vrouwtje vinden. Dan moet er gevochten worden. Voor de grootste vrouwtjes wordt het hardst gevochten. Meestal wint het grootste mannetje gemakkelijk, behalve als het kleinste als eerste op een web aankwam en zijn verovering hardnekkig verdedigt. De verliezers vallen soms van het web, maar klauteren niet zelden weer naar boven om nog een poging te wagen. Soms worden ze gedood door de winnaar, waarbij ze samen met een prooi in zijde verpakt kunnen worden om als bruidsschat te fungeren. Zo maken ze zichzelf nog nuttig, maar helaas niet voor hun eigen voortplanting.

Partner Content