Beestenboel: aantal egels in Vlaanderen in tien jaar tijd bijna gehalveerd

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Egels lijken alomtegenwoordig, maar hun aantal is dramatisch aan het dalen.

De egel behoort tot het kleine kransje soorten die het beter lijken te doen in een stadscontext dan op het platteland. Dat lijkt een contradictie, gezien het feit dat er in Vlaanderen elk jaar naar schatting een kwart miljoen egels wordt doodgereden. Onderzoek van egelmeldingen op de waarnemingensite van Natuurpunt geeft aan dat het aantal egels in Vlaanderen in tien jaar tijd bijna gehalveerd is. Daarmee volgen wij een trieste trend die ook in Nederland, Duitsland en Engeland is vastgesteld.

Naar de oorzaak blijft het gissen, maar bijna niemand twijfelt eraan dat het verdwijnen van de voor egels geschikte elementen in het landbouwlandschap – het platteland, dus – een belangrijke factor is. Maximale efficiëntie voor de landbouw impliceerde het elimineren van voor een succesvol egelleven broodnodige schuilplaatsen als hagen en heggen. Als gepatenteerde slakken- en insecteneters kunnen egels ook te lijden krijgen onder de crash van het aantal prooidieren door de onverdroten inzet van bestrijdingsmiddelen. Het is niet uitgesloten dat ze daardoor verzwakt raken en extra kwetsbaar worden voor ziektes.

Een extra pluspunt van het leven in een verstedelijkt milieu is dat egelterritoria er kleiner kunnen zijn dan op het platteland. Een gemiddeld territorium in een stads- en tuincontext omspant 5 hectare, terwijl het op het platteland kan oplopen tot 50 hectare. Tijdens nachtelijke voedselzoektochten kunnen egels gemakkelijk meerdere kilometers afleggen. Maar bijvoorbeeld kattenvoer kan die afstand inkorten.

Om een mannetje niet te verwonden tijdens de paring, moet een vrouwtje haar stekels platleggen.

De natuur heeft de egel voorzien van een stevige bos stekels, maar die beschermen hem niet tegen zijn voornaamste belager: de mens in zijn auto. Er zijn idioten die een ommetje maken om een egel langs de weg dood te kunnen rijden en er plezier uit halen.

Egels worden naakt geboren, maar beginnen al na enkele dagen hun eerste stekels te ontwikkelen. In drie fasen krijgen ze een stekelpak met tot achtduizend versterkte holle haren. Onderzoek suggereert dat egels die stekels hebben ontwikkeld als een soort airbag, voor als ze van een helling rollen. Bescherming tegen predatoren zou later een secundair voordeel geworden zijn.

Egels ‘leren’ niet dat ze wegen moeten vermijden. De meeste verkeersslachtoffers vallen in de maanden juni en juli, wanneer mannetjes op vrijersvoeten zijn en achter vrouwtjes aangaan. Die hebben in eerste instantie de neiging om op de vlucht te slaan. Een mannetje moet dus moeite doen om een vrouwtje te versieren. In hun versierproces hebben egels nog minder aandacht voor gevaren dan anders en komen ze nog gemakkelijker onder wielen terecht. Om een mannetje niet te verwonden tijdens de paring, moet een vrouwtje haar stekels platleggen. Over ongewenste penetratie hoeft ze zich geen zorgen te maken.

In liefst driekwart van onze tuinen kunnen egels gezien worden. Maar veel tuinen zijn niet egelvriendelijk ingericht. Hagen en houtstapels bieden egels bescherming en nestplekken. Nogal wat tuinen zijn zo omheind dat egels er uitsluitend langs de voorkant uit weg kunnen, waardoor ze weer in het verkeer belanden. Om tuinwijken egelvriendelijk te maken, heeft Natuurpunt het concept ‘egelstraat’ gelanceerd: buren kunnen de overlevingskansen van egels verhogen door kleine doorgangen in hun gemeenschappelijke omheiningen te maken. Voor meer informatie, surf naar www.egelstraat.be

Partner Content