‘Pensioenen zelfstandigen stijgen het sterkst’

Politoloog Olivier Pintelon © National

Het nieuwste rapport van de Vergrijzingscommissie maakt de ‘vergeten pensioenfactuur’ zichtbaar, die van de zelfstandigen, schrijft Olivier Pintelon, kernlid van denktank Minerva.

Politoloog Olivier Pintelon
Politoloog Olivier Pintelon © National

Sinds 2002 brengt de Vergrijzingscommissie jaarlijks de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing in kaart. Op het eerste gezicht zitten er geen verrassingen in het nieuwste rapport. Tegen 2050 pieken de sociale uitgaven rond de 30 procent van het bbp, een stijging met ongeveer vijf procentpunten. De komende decennia zullen de pensioenuitgaven onvermijdelijk toenemen, maar de gestaag toenemende welvaart maakt dat niet onoverkomelijk. In een rijke samenleving ben ik ervan overtuigd dat we altijd de nodige middelen zullen vinden om de pensioenen te betalen.

Ik wil vooral focussen op de selectieve politieke weerklank die het vergrijzingsrapport krijgt. Staatssecretaris Eva De Bleeker (Open VLD) stelde na de publicatie meteen dat het ‘rapport de noodzaak van grondige hervormingen aantoont’. Open VLD en CD&V richtten ook meteen hun pijlen op de lagere pensioenleeftijden van (sommige) NMBS-personeelsleden en militairen. Het zijn mooie illustraties van het mainstreamdiscours rond pensioenen. We gaan de vergrijzing het best te lijf met gerichte besparingen en langer werken. De ambtenarenpensioenen zijn daarbij steevast kop van Jut.

Maar de vergrijzingskosten zitten juist niet in de ambtenarenpensioenen. Het recentste vergrijzingsrapport maakt voor het eerst een duidelijke opdeling tussen de drie pensioenstelsels (werknemer, ambtenaar, zelfstandige). De pensioenuitgaven voor de ambtenaren nemen de komende decennia toe met amper een tiende van een procentpunt (tegen 2050), van 3,8 procent naar 3,9 procent van het bbp.

Op zich hoeft dat niet te verbazen. Door het teruglopend aantal vaste benoemingen stagneert in de toekomst het aantal gepensioneerde ambtenaren. Daarenboven is er de laatste jaren in geen enkel pensioenstelsel zo hard bespaard als in dat van de ambtenaren. Velen zien dat besparingstraject over het hoofd.

De hyperfocus op de ambtenarenpensioenen staat in schril contrast met het totaal gebrek aan aandacht voor de betaalbaarheid van de zelfstandigenpensioenen. Het recentste vergrijzingsrapport noopt nochtans tot reflectie. In relatieve zin stijgen de pensioenuitgaven voor de zelfstandigen de komende decennia het sterkst. Tegen 2050 nemen die in verhouding tot het bbp toe met maar liefst 62,5 procent (van 0,8 naar 1,3 procent van het bbp). In huidige termen gaat het om een slordige 2,5 miljard euro per jaar.

Akkoord, de wettelijke pensioenen van zelfstandigen liggen momenteel laag (gemiddeld rond de 905 euro netto, tegenover 1250 euro voor werknemers), maar die gemiddeld lagere pensioenen weerspiegelen de verhoudingsgewijs veel lagere sociale bijdragen die zelfstandigen op hun arbeidsinkomen verschuldigd zijn. Bovendien bouwen veel zelfstandigen minstens één aanvullend pensioen op.

Net voor het zomerreces bereikte de federale regering een akkoord over een (bescheiden) pensioenhervorming. De centrumrechtse partijen legden sterk de nadruk op de beheersing van de toekomstige pensioenfactuur, onder meer via een strengere toegang tot het minimumpensioen.

Over de betaalbaarheid van de zelfstandigenpensioenen viel evenwel geen woord. Nochtans staan we daar voor een substantiële kostenstijging. Een herziening van de sociale bijdragen met meer solidariteit van en onder zelfstandigen is geboden. Voor mij is het alvast glashelder: de ene vergrijzingsfactuur is de andere niet.

Politoloog Olivier Pintelon is expert sociaal beleid bij de progressieve denktank Minerva. Deze bijdrage verschijnt in de serie De Doordenkers van Knack.be.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content