Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Partijen die zich gedragen als economische concerns, is dat de politiek die we willen?’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

‘De partijen van de particratie zijn politiek-financiële concerns. Het gaat om machtsverwerving, wars van ideologie en maatschappijbeeld’, schrijven Veerle Wouters en Hendrik Vuye over ‘de karwats van de particratie’.

België wordt omschreven als een parlementaire democratie. Het basiskenmerk is de scheiding der machten: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Dit beeld strookt niet met de manier waarop de besluitvorming zich voltrekt. België is geen parlementaire democratie, maar een particratie. Het politieke besluitvormingsproces is maximaal toevertrouwd aan een politieke elite, niet aan het parlement. Vanwaar komt dit systeem en hoe werkt het?

De opgang van de particratie

De grondwetsherziening van 1893 voert het algemeen meervoudig stemrecht in. Bij de verkiezingen van 1894 komen de socialisten (‘Belgische Werklieden Partij’) in het parlement. Met hen doet de partijdiscipline haar intrede in het parlementaire halfrond. Voor de socialistische voorman Emile Vandervelde zijn ministers de vertegenwoordigers van de partij in de regering. Hij schrijft dit onomwonden in Le Peuple van 3 oktober 1937. Deze visie geraakt bijzonder snel ingeburgerd bij de andere partijen. De particratie is geboren.

Een belangrijke stap wordt gezet met het Egmontpact (1977-’78). De ‘junta van de partijvoorzitters’ heeft een communautair akkoord gesloten. VU-voorman Hugo Schiltz kondigt aan dat het met ‘de karwats’ door het parlement zal worden gejaagd. Het Egmontpact mislukt, maar het is een keerpunt. De karwats van de particratie is nu een realiteit. In aanloop naar de tweede staatshervorming (1980) zal er nog even sprake zijn van parlementaire rebellie. Het beruchte ontwerp-261 over de gewesten sneuvelt omdat 6 CVP-Senatoren tegen stemmen en 2 andere zich onthouden. Nadien worden staatshervormingen gedwee gestemd in het parlement. Het parlement is getemd door de particraten.

Partijen die zich gedragen als economische concerns, is dat de politiek die we willen?

Het zijn de Vlaams-nationalisten die de particratie ten top drijven na Egmont. Het Vlaams Blok zorgt voor een mono-communicatie: steeds dezelfde partijkopstukken die één boodschap communiceren. Minstens tot de eeuwwende zal het Blok erin slagen om interne meningsverschillen binnenskamers te houden. N-VA zal deze manier van communiceren nog verder verfijnen onder meer door de beruchte debatfiches. Zouden er ook debatfiches bestaan over de debatfiches? Het zou ons niet verwonderen.

Partijen als politieke arm van een zuil

Politicologen schrijven vaak dat particratie ook voordelen biedt. Ze vergemakkelijkt het besluitvormingsproces. Lang is dit zo geweest. Dit heeft echter weinig te maken met de partijen, maar veel meer met de zuilen. Christendemocraten, socialisten en liberalen zijn zuilen. Men wordt geboren binnen een zuil en blijft vaak deze zuil trouw tot in de kist. Via de organen van de zuil worden de beslissingen van de top verkocht aan de basis. Partijen zijn slechts, naar de woorden van Jean-Luc Dehaene (CD&V), de politieke arm van de zuilen. Zuilen zorgen voor een trouw kiezerskorps.

De zuilen slagen erin grote politieke akkoorden af te sluiten. Maar ten koste van wat? De vrede wordt afgekocht door ieder het zijne te geven, schrijft Dehaene. De prijs wordt doorgeschoven naar de toekomstige generaties. Het enorme overheidsbeslag is het gevolg van de pacten en akkoorden die de zuilen afsloten.

De zuilen vervellen tot dienstverleners

Vanaf de jaren zeventig vervellen die zuilen steeds meer tot dienstverleners. Ze zijn maatschappelijk steeds minder relevant, maar meer dan ooit aanwezig. Mieke Vogels (Groen) heeft dit treffend omschreven: ‘Vandaag bedienen de zuilorganisaties hun oude leden als nieuwe clie?nten. Niet de waarden die oorspronkelijk aan de basis liggen van de organisatie, maar wel de professionele dienstverlening staat voorop voor de mutualiteiten en de vakbond’ (De rekening van de verzuiling, 2014). Dit kan enkel, schrijft ze, omdat zuilen een deel van het overheidsbeleid in onderaanneming uitvoeren: onderwijs verschaffen, kinderopvang organiseren, uitbetalen van werkloosheid, terugbetaling van ziektekosten, …

Dit heeft ook politieke gevolgen. Wie klant is bij een socialistische mutualiteit, stemt niet noodzakelijk SP.A. Een klant van de christelijke vakbond, is geen hondstrouwe CD&V-kiezer meer. De tentakels van de zuilen reiken niet meer tot bij de gezinnen. De band tussen zuil en partij is hierdoor los geworden en soms zelfs onbestaande. In 2010 wordt N-VA de grootste partij, zonder uitgebouwde zuil.

Het wordt dan ook steeds moeilijker grote politieke akkoorden te sluiten. Het conflictoplossend vermogen van de zuilen is verdwenen. De langste regeringsvormingen van de Belgische geschiedenis situeren zich niet toevallig allemaal in de laatste decennia: 541 dagen na de verkiezingen van 2010, 194 dagen in 2007, 148 dagen in 1988, 139 dagen in 2014, 107 dagen in 1979 en 103 dagen in 1992.

Partijen als politiek-financiële concerns

De losse band tussen partij en zuil maakt ook dat partijen zich anders gedragen. Partijen vervellen tot politiek-financiële concerns. Ze gedragen zich op dezelfde manier als economische concerns. Een concern als Apple zit voortdurend in publiciteitsmodus. Men tracht een ‘community’ in de markt te zetten: ‘once you go Mac, you’ll never go back‘. Men tracht het product in de markt te zetten als uniek. Je bent voor het Mac-model of voor het PC-model, voor het iPhone-model of voor Samsung-model. Kleinere marktspelers zetten zich dan weer af tegen dat bipolaire model.

Partijen vertonen hetzelfde gedrag. Je bent voor het PS-model of voor het N-VA-model. Of je zet je tegen beide modellen af, ‘het kan anders’-model van Groen. Zelfs wanneer er geen verkiezingen in zicht zijn, houden ze tussentijdse campagnes. Soms zelfs een loutere feel good-campagne, zo de ‘helfies’ van N-VA of de ‘goesting’ en de ‘vleugels’ van Open VLD. Dit zijn community-boodschappen van hetzelfde gehalte als ‘Once you go Mac, you’ll never go back‘.

Partijen zullen net als economische concerns hun activiteiten spreiden: ze kopen onroerend goed, ze beleggen geld, ze verhuren, … Eentje ontvangt jaarlijks zelfs bijna 1 miljoen euro aan huurgeld. Een puike belegging, dat zeker. Maar wat heeft dit nog te maken met politiek? Wat heeft dit nog te maken met mens- en maatschappijbeeld? Is dat de politiek die we willen?

Concurrentievervalsing

Economische concerns maken wel eens afspraken die de markt verstoren. Dat doen ook de politiek-financiële concerns. Men doet er alles aan om de politieke markt af te schermen voor nieuwkomers. Er is een kiesdrempel van 5%. Deze lat ligt bijzonder hoog. Ter vergelijking: in de Nederlandse Tweede Kamer zijn 13 partijen vertegenwoordigd, 6 daarvan behalen bij de verkiezingen minder dan 5%.

Bovendien eigenen partijen zich jaarlijks 70 miljoen euro belastinggeld toe. Een nieuwkomer heeft geen recht op partijfinanciering. Wat Emmanuel Macron deed in Frankrijk, is in België onmogelijk. Wie in Frankrijk 5% haalt, krijgt zijn campagnekosten terugbetaald. De Tijd berekent onlangs dat de Vlaamse partijen 16,2 miljoen euro opzij hebben gezet voor de verkiezingen van 2018 en 2019. Welke nieuwkomer kan hiertegen opboksen?

Maar zelfs wanneer een nieuwkomer in het parlement komt, botst hij op nieuwe regels. Hij krijgt voortaan wel partijfinanciering, maar de ruime fractiemiddelen worden uitsluitend verdeeld onder de ‘erkende fracties’. In de Kamer moet je al vijf verkozenen hebben. Opnieuw ligt de lat bijzonder hoog. Slechts eenmaal heeft een partij deze sprong kunnen maken. In 2007 komt LDD uit het niets in de Kamer met net vijf zetels. In 2014 wordt LDD politiek van de kaart geveegd, maar het financiële concern overleeft. Zoals Jean-Marie Dedecker zegt: er is nog geld in de kassa.

Zelfs wanneer een nieuwkomer doorbreekt, dan nog schermen de politieke concerns hun markt af. Dit ondervindt het Vlaams Belang met het cordon sanitaire. Wanneer deze partij in 2004 bijna een kwart van de stemmen haalt, zelfs dan blijft het cordon gelden. Men knipt hier zomaar een kwart van de stemmen weg uit het politieke spectrum. De bestaande concerns dulden geen nieuwkomers. Desnoods verstoort men maar de politieke marktregels en doet men aan regelrechte concurrentievervalsing.

‘Nergens wordt meer fake news de wereld ingestuurd als op de sociale media. Hier tiert de partijpropaganda welig. De spindoctors van de partijen zijn belangrijker geworden dan de parlementsleden.’

Iets gelijkaardigs ondervindt N-VA met 27 Kamerzetels in 2010. De partij wordt aan de kant geschoven. Wanneer deze partij in 2014 nog groter wordt, moet ze haar communautair programma afzweren om tot de groep van de traditionele partijen toe te treden. En om tot deze selecte groep te blijven behoren, zal het communautaire ook in 2019 opnieuw achter een cordon moeten verdwijnen. Hier wordt een nieuwkomer wel toegelaten, maar alleen op voorwaarde dat hij de spelregels van de bestaande politieke concerns aanvaardt.

In dit plaatje is er een storende factor: de media. Journalisten zijn stoorzenders. Ze doorprikken, ongetwijfeld met wisselend succes, de partijballonnetjes. Ze storen, omdat de partijen, net als de zuilen vroeger, hun tentakels willen laten reiken tot bij de gezinnen. Daarom wordt de pers weggezet als ‘fake news’. Opiniëren is uit den boze, want dat moet het monopolie zijn van de politiek-financiële concerns.

Maar ook hier hebben de politieke concerns een oplossing voor: de vrije sociale media. Alleen zijn die sociale media al lang niet meer vrij. Nergens wordt meer fake news de wereld ingestuurd als op de sociale media. Hier tiert de partijpropaganda welig. De spindoctors van de partijen zijn belangrijker geworden dan de parlementsleden. Zij zijn de praatjesmakers van de Wetstraat, de aasgieren van de waarheid. Het is de erfenis die Noël Slangen heeft achtergelaten in de Wetstraat. Hij was de getalenteerde praatjes-verkoper van Guy Verhofstadt (Open VLD). Maar ook hier is veel veranderd sedert Slangen. Nu worden de spindoctors ijverig ondersteund door een huurlingenleger van Twitter-trollen en Facebook-piraten.

De communicatiedienst van de grootste partij is groter dan haar studiedienst, konden we lezen in Het Nieuwsblad. Alle partijen zijn in dit bedje ziek. Dit is een strategie waarmee je verkiezingen kan winnen, maar zeker de onderhandelingen zal verliezen bij gebrek aan inhoudelijke voorbereiding. Politiek gaat niet langer over inhoud, maar louter over machtsverwerving. Dit is de prijs van de particratie. Hoog tijd voor een ander model.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content