Overval juwelier Esneux: Handelde juwelier uit wettige zelfverdediging?

(Belga) Handelde de juwelier uit Esneux (Luik), die woensdagavond thuis een overvaller doodschoot, uit wettige zelfverdediging? Navraag bij advocaten leert dat daarvoor aan een aantal voorwaarden moet voldaan zijn. Zo moet de agressie gericht zijn tegen een persoon – en dus niet tegen een goed – moet die ogenblikkelijk zijn en moet het verweer proportioneel zijn.

Artikel 416 van het strafwetboek bepaalt dat er een “misdaad noch wanbedrijf is wanneer de doodslag, de verwondingen en de slagen geboden zijn door de ogenblikkelijke noodzaak van de wettige verdediging van zichzelf of van een ander”. Er is dus sprake van wettige zelfverdediging als een serieuze, ogenblikkelijke agressie niet afgewend kan worden zonder zelf geweld te gebruiken, zegt advocaat Guillaume Gerlache. De betrokkene moet ook proportioneel reageren. Komt daarbij dat de overval in Esneux ’s avonds plaatsvond, bij de juwelier thuis. “In dat geval wordt er soepeler omgesprongen met het begrip wettige zelfverdediging”, zegt advocaat Antoine Leroy, die verwijst naar artikel 417 van het strafrecht. “Er wordt van uitgegaan dat het slachtoffer zich in een situatie bevindt die moeilijker in te schatten is.” Het is ook niet onbelangrijk dat de agressie ogenblikkelijk is, het slachtoffer mag met andere woorden geen hulp kunnen zoeken. Slachtoffers die daders achtervolgen, plegen dus geen wettige zelfverdediging, maar nemen wraak. De juwelier uit het Vlaams-Brabantse Alsemberg, die woensdagochtend een overvaller verwondde na een achtervolging, zal dus mogelijk geen wettige zelfverdediging kunnen inroepen. Er loopt wel geen onderzoek tegen hem. (KAV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content