Operaregisseur Tom Goossens: ‘Ravel componeerde verbluffende machinerieën’

'Ravel componeerde verbluffende machinerieën.' © Ellen Goegebuer

Bent u de leukste thuis?

Tom Goossens:(verrast) Alleen als ik ontspannen ben. Mensen die me oppervlakkig kennen, begrijpen niet dat ik de regisseur ben van die levendige komedies. In 2017 studeerde ik af met een regie van Mozarts Don Juan. ‘Hoe moet ik dit klaarspelen?’ vroeg ik me af. Ik ging op zoek naar een heldere enscenering, mét humor. Zo ontstond een stijl die ook De Schone Compagnie tekent, het gezelschap dat ik met pianist Wouter Deltour oprichtte.

Waarom koos u toen voor Don Juan?

Goossens: Het is al sinds mijn achtste mijn lievelingsopera. Toen overleed mijn broertje. Mijn vader, een liefhebber van het genre, dook vanaf dan met mij in de wereld van de opera. We vonden er geen troost in, maar wel afleiding en schoonheid. Don Juan was de eerste opera die ik hoorde. Hij raakt met een spannend, grappig verhaal over leven en dood én met innemende muziek. Op mijn achttiende ging ik op zoek naar een toekomst waarin ik mijn liefde voor muziek, theater en humor kon verenigen, op een manier zoals die in Don Juan samengaan. Ik werd operaregisseur.

Dit jaar regisseerde u Verdi’s Rigoletto bij De Schone Compagnie. Uw spitse vertaling van het libretto maakte er iets geestigs en treffends van. Doet u dat ook voor L’heure espagnole (1907) van Maurice Ravel?

Goossens: Nee. Het knap gestructureerde libretto zit me als gegoten. Het vertelt over de echtgenote van een klokkenmaker die vreemdgaat met een man, tot twee andere mannen in de winkel verschijnen. Er ontstaat een complex mechanisme van acties. Het is een klokken- én een deurenkomedie. Alle radertjes grijpen in elkaar. Tot eentje van richting verandert. Het mechanisme past zich aan en draait in de andere richting. Zo sta ik in het leven én zo regisseer ik. Ik neem een stuk, waarna ik het niet interpreteer maar wel zo helder mogelijk vertel. En als er zich problemen voordoen, lossen we dat op met humor. Zo ontwierp het decoratelier een kast die niet echt vederlicht is. (lacht) Als die kast – ze staat in een imposant klokkendecor, meer verklap ik niet – verplaatst moet worden, levert dat een komische scène op.

U laat de eenakter voorafgaan door Ravels bekende Boléro. Waarom beginnen met het beste?

Goossens: Dat doe ik vaker. Zowel Don Juan als Rigoletto opende met de indrukwekkendste scène. Ik geloof dat iets exciterends iemand ontvankelijk maakt, zoals de lach dat ook doet. Boléro is een verbluffend mechanisme van klanken die een muzikale machinerie vormen. Weet u dat zijn vader burgerlijk ingenieur was? Vandaar zijn fascinatie. Hij componeerde machinerieën. Boléro is een overrompelende machine, L’heure espagnole is een experimentele machine die toch toegankelijke opera oplevert. Met uitzondering van één zin.

Welke zin?

Goossens:C’est la morale de Boccace.’ Is er iemand die meteen weet naar welk verhaal uit Boccaccio’s De Decamerone verwezen wordt? Nee toch? Zulke hermetische zinnen jagen mensen de opera uit. Ik wil dat iedere toeschouwer elke zin meteen begrijpt. ‘Ga zitten en geniet’, zo uitnodigend moet opera zijn. Dit stuk is de voorbode van wat ik volgend jaar bij Opera Ballet Vlaanderen breng: iets groots en geestigs.

Grijpt u nog altijd naar opera als het leven donker wordt?

Goossens: Ik luister naar zo veel muziek voor zo veel toekomstige projecten dat ik thuis gewoon van stilte geniet. Hoewel. Er zijn van die momenten. Een keer per maand. Dan ga ik in bad liggen en zet ik wat Puccini op. Die schoonheid lost, voor even, alles op.

Boléro / L’heure espagnole van Opera Ballet Vlaanderen is op 3, 5 en 7 december te zien in Opera Gent. Info: operaballet.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content