Vlinks

‘Onderwijsjaren zijn bepalend voor wie de standaardtaal voldoende wil beheersen’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

Edi Clijsters van Vlinks over het belang van het aanleren van Standaardnederlands op school.

Bij het begin van het nieuwe schooljaar heeft het vele nieuws rond Schild & Vrienden enkele discussiethema’s rond onderwijs verpieterd tot stormpjes-in-een-glas-water. Dat is erg jammer. Want zeker een van die thema’s verdient bredere en ernstigere aandacht. Zo waren er een aantal reacties op het pleidooi voor Standaardnederlands van minister-president Geert Bourgeois. En een machtige onderwijsbestuurder was van oordeel dat er makkelijk wat Nederlands uit het programma kan verdwijnen.

Onderwijsjaren zijn bepalend voor wie de standaardtaal voldoende wil beheersen.

Jazeker, een aversie voor tussentaalvormen werd weggezet als ‘het ontkennen van het zonlicht’. Toe maar. Als kritiek kan dat tellen, als beschuldiging of als belediging trouwens ook. De zonlicht-metafoor staat immers voor ‘onloochenbare feiten krampachtig niet willen zien’. En of je dat nu prettig vindt of niet: er wordt in veel scholen ook in de klas -en dus niet alleen daarbuiten- en ook door leraars vaker een of ander ’tussentaaltje’ gehanteerd dan behoorlijk Nederlands (dat vroeger ‘beschaafd Nederlands’ heette, en nu ietwat bescheidener ‘standaardtaal’).

Dat beweren enkele academici en ze hebben nog gelijk ook. Alleen gebeurt vervolgens iets merkwaardigs. Met de vaststelling van een feit smokkelen ze vervolgens in hun kritiek een element binnen dat op het normerende vlak ligt. ‘Als je de kwestie puur vanuit de taalpraktijk bekijkt, zou ze al lang beslecht zijn’, zegt taalkundige Steven Delarue. Kan je dan zo simpel en onweerstaanbaar van het feitelijke naar het normerende niveau huppelen?

Zijn dat soort conclusies niet tegelijk maatschappelijke keuzes? Moeten we de discussie over Standaardnederlands niet op de eerste plaats voeren met aandacht voor de toekomstkansen van wie Nederlands spreekt of wil leren?

Taal is sociale integrator

Tientallen jaren lang hebben mensen geijverd om in Vlaanderen Standaardnederlands meer en meer ingang te doen vinden in alle domeinen en op alle niveaus van het maatschappelijk leven. Zij gingen er onder meer van uit dat je onmogelijk van Franstaligen kon/kan verlangen dat ze behoorlijk Nederlands zouden leren (of zelfs maar respecteren) wanneer ze in de praktijk vaststelden dat ze daarmee in Vlaanderen nauwelijks terecht konden.

Dat argument geldt anno 2018 niet minder dan vijftig of zestig jaar geleden. Integendeel. Nu lijkt het er soms op dat je nieuwkomers of buitenlanders die Nederlands willen leren een slechte dienst zou bewijzen door hen Standaardnederlands ‘op te dringen’ in plaats van het tussentaaltje dat ze ‘overal’ rond zich horen. De waarheid is dat men er beter zou op aandringen dat de ‘autochtone’ Vlamingen tenminste enige moeite zouden doen om met hen standaardtaal te spreken.

Overigens hebben die ijveraars voor het Standaardnederlands -daarnààst- ook altijd respect en zelfs sympathie getoond voor echte dialecten. Lang voor hedendaagse verdedigers van het ‘verkavelingsvlaams’ geboren waren, hadden zij al begrepen dat taalgebruik inderdaad iets is als kleding: op een straatfeest verschijn je niet in smoking, op een gala-avond niet op sandalen. Maar als je in bepaalde omstandigheden geen belabberd figuur wil slaan, moet je de standaardtaal wel voldoende vlot beheersen en daarvoor zullen de onderwijsjaren bepalend zijn.

Om jongeren, in het bijzonder jonge nieuwkomers, een volwaardig toekomstperspectief aan te bieden is het een evidentie, meer zelfs, een noodzaak, dat ze zoveel mogelijk oefenkansen krijgen. Oefenkansen in diverse settings en niet in de laatste plaats op school.

Edi Clijsters is kernlid van Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content