Mehdi Nemmouche, hoofdverdachte van de aanslag op het Joods Museum in Brussel, blijft nog minstens drie maanden in de cel.
Mehdi Nemmouche, de hoofdverdachte van de aanslag op het Joods Museum van Brussel, blijft nog minstens drie maanden in de cel. Dat heeft de Brusselse raadkamer beslist, zo meldt het federaal parket. Het federaal parket geeft verder geen enkele commentaar op het verloop van het onderzoek. De advocaten van Nemmouche hadden verklaard dat de brieven die hun cliënt hen stuurde, in beslag werden genomen, maar ook daarover wenst het federaal parket geen commentaar te geven.
Bij de aanslag op het Joods Museum, op 24 mei, lieten vier mensen het leven. Een week later, op 30 mei, werd Nemmouche in Marseille gearresteerd. In zijn sporttas werden wapens gevonden die mogelijk gebruikt werden bij de aanslag, alsook munitie en een vlag van Islamitische Staat. Bovendien werd ook een video aangetroffen waarop een man, vermoedelijk Nemmouche, buiten beeld zegt dat hij de feiten in Brussel gepleegd heeft, terwijl hij zijn wapens en kleren filmt.
Medeplichtigen
Lang werd gedacht dat de man alleen handelde maar de voorbije weken is duidelijk geworden dat hij minstens hulp heeft gehad van verschillende mensen, zoniet deel uitmaakte van een heuse terreurcel. Woensdag besliste het hof van beroep van Parijs immers om Nacer Bendrer aan België uit te leveren.
Bendrer en Nemmouche verbleven tussen 2008 en 2010 in dezelfde gevangenis en hielden in de weken voor de aanslag contact. Nemmouche belde Bendrer begin april 2014 vanuit Brussel, waarna Bendrer naar Brussel reisde. Twee weken later zou Nemmouche dan op zijn beurt naar Marseille gereisd zijn.
Midden januari verspreidde het federaal parket ook een opsporingsbericht voor een man die gefilmd was toen hij, vier dagen na de aanslag, met Nemmouche in Brussel rondliep. Die man droeg een sporttas waarin mogelijk de wapens van de aanslag zaten. (Belga/WB)
