Na Renzi en Michel, nu ook Tsipras: Veroveren jonge premiers Europa?

Taavi Roivas, Alexis Tsipras, Matteo Renzi en Charles Michel © Reuters
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

Net zoals de Italiaanse Matteo Renzi (40) en onze Charles Michel (39), krijgt Griekenland met Alexis Tsipras (40) zijn jongste premier ooit. Waait er een wind van jonge wolven door Europa die komaf willen maken met de politiek van de oude krokodillen?

‘Het einde van de vernedering is voorbij. De Grieken zullen datgene krijgen waarvoor ze stemden, namelijk verandering’, kondigde kersvers premier Alexis Tsipras (Syriza) aan na zijn verkiezingsoverwinning in Griekenland. Met zijn 40 jaar is hij de jongste premier die Griekenland ooit had.

Verschillende Europese landen kregen in 2014 een relatief jonge premier die het land moet leiden. Taavi Roivas (Estse Hervormingspartij), de eerste minister van Estland spant met zijn 35 jaar de kroon. Charles Michel (MR) en Matteo Renzi (Democratische Partij) waren beide 39 toen ze het afgelopen jaar het leiderschap over een regering in handen kregen. Is de opmars van ‘jonge knapen’ in Europa een trend, en bereidt Spanje zich best voor op de komst van de 36-jarige Pablo Iglesias (Pomeros), of gaat het slechts om toeval?

‘Politici vlugger opgebruikt’

‘Ongetwijfeld speelt toeval mee’, zegt Hendrik Vos professor Europese politiek aan de universiteit Gent. ‘Maar ook de crisis heeft hierin een rol. Uit onvrede werden (en worden) leiders in een snel tempo vervangen, zodat politici vlugger zijn opgebruikt. In tegenstelling tot een decennium geleden gaan ze vooral in de Zuid-Europese landen geen generaties meer mee. ‘

Volgens Vos is Griekenland daar nu een mooi voorbeeld van. ‘Onmiddellijk na de uitbraak van de crisis was links aan de macht, waarna in 2012 de rechts conservatieve partij, Nieuwe Democraten, de regering leidde, om nu drie jaar later plaats te moeten ruimen voor opnieuw een links alternatief.’

Verandering

Een ander punt dat veel van deze jonge premiers gemeen hebben is dat ze een regering voorzitten die verandering pleit. Niet alleen in ons leidt de 39-jarige premier Charles Michel (MR) een regering ‘van verandering’, ook Italië kreeg met Matteo Renzi (40) in februari zijn jongste eerste minister die wilde breken met het verleden. Tijdens zijn campagne kondigde hij aan om één hervorming per maand door te voeren. ‘Om onder meer af te rekenen met oude ziektes in het arbeidsrecht, de openbare diensten en het onderwijs.’ Renzi beloofde zelfs op te stappen als hij zijn beloftes niet nakwam.

‘De grote ommezwaai die al deze leiders prediken, moeten we niet onmiddellijk verwachten’, nuanceert Vos. ‘Uiteraard kunnen zij wel andere aspecten leggen, maar politici moeten steeds verder bouwen op het werk van hun voorgangers. Er zijn nu eenmaal aangegane engagementen waar ook nieuwe leiders zich aan moeten houden.’

Identificeren met leiders

Bovendien is het niet omdat aan het hoofd van een regering een nieuw gezicht staat dat daarom ook de achterban volledig vernieuwd is. Technici, adviseurs en experten blijven ook na een regeringswissel op post. En zeker in de Europese politiek heeft de generatie geboren in de jaren zeventig nog niet de overmacht. De gemiddelde leeftijd van een Europese premier schommelt op dit ogenblik rond de 55 jaar.

Niettegenstaande kan een nieuw jong gezicht wel waardevol zijn voor de beeldvorming. ‘Het is inderdaad belangrijk dat burgers zich kunnen identificeren met hun politici’, beaamt Vos. ‘Een van de kwalen van Europa is dat jongeren het geloof in de politiek hebben verloren. Een begeesterend figuur kan een positieve invloed uitoefenen. Al moeten we natuurlijk niet naïef zijn: om de Europese politiek populair te maken is er meer nodig zijn dan een jonge, charismatische leider.’

Sociale media

Dat jonge leiders dezer dagen veel sneller carrière kunnen maken dan pakweg twintig jaar geleden, hebben ze mede aan de sociale media te danken. ‘Vroeger kostte het jaren om als politicus of politica een netwerk uit te bouwen. Je moest lezingen bijwonen, op café gaan of simpelweg zoon of dochter zijn van. Dankzij de sociale media is het vandaag veel eenvoudiger om je naam te laten vallen en op die manier een netwerk uit te bouwen en sneller uit het niets op te duiken.’

Een tendens die zich al manifesteerde bij de Europese verkiezingen van 25 mei vorig jaar en zich in 2015 lijkt voort te zetten, is de snelle opmars van de groei van zowel linkse als rechtse anti-establishmentpartijen. Een van de belangrijkste oorzaken daarvoor is volgens de Economist Intelligence Unit ‘een gapend gat in het hart van de Europese politiek, waar de grote ideeën zouden moeten zitten.’

Alexis Tsipras (Syriza) en Pablo Iglesias (Podemos)
Alexis Tsipras (Syriza) en Pablo Iglesias (Podemos) © Reuters

‘In dat gat springen politici, waardoor het moeilijk te voorspellen is welke jonge leiders in de nabije toekomst nog zullen opstaan’, aldus Vos. De grootste gelijkenis met het Griekse Syriza is waarschijnlijk de Spaanse partij Podemos. De beweging van de 36-jarige leider Pablo Iglesias werd pas vorig jaar opgericht maar schiet als een komeet naar de top, zo blijkt uit de peilingen. Mochten er vandaag verkiezingen in Spanje zijn, dan zou Podemos de meeste zetels binnenhalen.

De grootste kritiek die deze jonge leiders – voornamelijk van ouderen – te horen krijgen is dat ze onvoldoende ervaring hebben om een land te leiden of een andere belangrijke functie uit te oefenen. ‘Op dat vlak is premier zoals elke andere job, je leert het pas door het te doen’, aldus Vos.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content