Laurent Hanseeuw

‘Na de taxshift: de spending switch’

Laurent Hanseeuw Behaalde MSc handelsingenieur (Solvay Business School) en economisch diploma in Europese zaken van het Collège de Europe (Brugge). Werkt als economist en research analysist. Lid van denktank de Vrijdaggroep.

De begrotingsmaatregelen van de afgelopen 35 jaar hakten lustig in op de investeringen in plaats van op de lopende uitgaven, schrijft Laurent Hanseeuw van de Vrijdaggroep. ‘Het gemak waarmee dit gebeurde, is onthutsend en verraadt gemakzucht en een bedroevend gebrek aan politieke moed.’

De huidige federale regering werd amper negen maanden geleden in het zadel gehesen, maar velen achten de komende weken al beslissend voor het welslagen van de lopende legislatuur. Vaak werd een belastinghervorming cruciaal genoemd voor de politieke toekomst van deze regering. Haast iedereen is het eens over het principe van de beruchte taxshift, waardoor de belasting op arbeid zou worden verlicht en de belastingdruk anders zou worden verdeeld. Maar zelfs binnen de meerderheidspartijen lijkt een consensus hierover niet zo snel in zicht te komen. Belastingen verhogen – zelfs om andere belastingen te verlagen – blijft in de politiek dansen op een slappe koord.

Er bestaat tot op zekere hoogte weliswaar eensgezindheid over het onevenwicht in de herkomst van de ontvangsten van de Belgische overheid, maar de consensus is ver te zoeken wanneer het over de andere kant van de overheidsbegroting gaat: de uitgaven. Net als in het debat over de ontvangsten, zijn de ideologische tegenstellingen groot wanneer het over hun relatieve of absolute omvang gaat, terwijl niet de minste gemeenschappelijke visie over de aard of de verdeling van de uitgaven te bespeuren valt. Als de belastingontvangsten voor een te groot deel uit inkomsten uit arbeid komen, vertonen ook de uitgaven een opvallende structurele scheeftrekking. Al meer dan twintig jaar verleent de Belgische overheidssector onafgebroken voorrang aan de lopende uitgaven ten nadele van de overheidsinvesteringen. Eigenlijk zou iedereen dit onevenwicht – meer nog dan de opbouw van de overheidsschuld of de problematiek van de financiering van de pensioenen – moeten beschouwen als een ernstige aanslag op de welvaart van de toekomstige generaties en een vorm van economisch non-beleid, aangezien overheidsinvesteringen veeleer een stimulans voor de economische groei zijn dan een uitgavenpost.

Gemakzucht

De begrotingsmaatregelen van de afgelopen vijfendertig jaar hakten lustig in op de investeringen in plaats van op de lopende uitgaven. Het gemak waarmee dit gebeurde, is onthutsend en verraadt gemakzucht en een bedroevend gebrek aan politieke moed. De overheidsinvesteringen, die in het begin van de jaren 80 bijna 5 % van het bbp uitmaakten, daalden vóór de invoering van het Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene in het begin van de jaren 90 tot zo’n 2 % en schommelen sinds enkele jaren rond een schamele 1,6 à 1,8 %. De reële groei is nog frappanter: de overheidsinvesteringen groeiden op twintig jaar tijd met niet meer dan 10 %, wat neerkomt op een gemiddelde van 0,45 % per jaar. In diezelfde periode stegen de consumptieve uitgaven van de overheidssector in reële termen met meer dan 60 %, d.w.z. met bijna 2,5 % per jaar.

De internationale vergelijking is niet veel flatterender. De landen van de Eurozone besteedden de jongste jaren gemiddeld 2 tot 2,5 % van hun BBP aan overheidsinvesteringen. We moeten onze Franse vrienden misschien niet helemaal volgen, maar zij hebben tenminste de verdienste dat ze meer dan 3 % van hun BBP aan overheidsinvesteringen spenderen, in tegenstelling tot de Duitsers, die gevaarlijk goed op weg lijken om het Belgische voorbeeld te volgen. Het feit dat de Duitse overheidssector elk jaar twintig miljard euro minder investeert dan de Franse, zegt veel over het structurele vraagtekort in Duitsland.

Versnippering

In België gebeurt meer dan 80 % van de investeringen op het niveau van de gewesten en de gemeenschappen, ook al blijven belangrijke beleidsdomeinen federale materie. Deze versnippering maakt een hervorming van het uitgaven- en investeringsmodel voor de overheidssector nog complexer, in tegenstelling tot een belastinghervorming die nog grotendeels tot de federale bevoegdheid behoort (al geeft de 6e staatshervorming een aanzet tot verandering op dit vlak). Maar als een slechte gewoonte ‘collectief op zelfstandige wijze’ kon worden ontwikkeld, moet toch ook het omgekeerde mogelijk zijn.

De huidige toestand zet echter niet aan tot optimisme. Het Waals Gewest maakt veelvuldig gebruik van het doorschuiven van investeringen om te voorkomen dat zijn begroting ontspoort, terwijl het Vlaams Gewest worstelt met het probleem dat het investeringen via publiek-private samenwerkingen niet langer buiten de begroting kan houden nu de nieuwe Europese boekhoudkundige normen voorschrijven dat zij moeten worden meegeteld in de cijfers voor het begrotingstekort. Het spreekt voor zich dat niet iedereen dezelfde remedies zal voorstellen. De ‘linkse’ partijen zullen hameren op de absurditeit van blinde bezuinigingen en boekhoudregels die investeringen en lopende uitgaven gelijkstellen. Op politiek vlak zullen zij pleiten voor de noodzaak van een belastingverhoging om nieuwe investeringen te financieren. ‘Rechts’ zal oproepen tot een grotere rationalisering van de bestuurs- en sociale uitgaven om op begrotingsvlak nieuwe manoeuvreerruimte te creëren, of zelfs om overheidsinvesteringen in grotere mate met private middelen te financieren. Deze politieke tegenstellingen zijn uiteraard belangrijk, maar eigenlijk van secundair belang.

Als de ervaring van het Belgische politieke systeem ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat er eerst een consensus moet komen over een bepaalde vaststelling vóór de zaken structureel kunnen veranderen. Het besef dat een belachelijk hoge belasting op arbeid ons schaadt, is nuttig. Nu nog investeren in de totstandkoming van een nieuwe consensus over de overheidsuitgaven.

De vrijdaggroep is een beleidsplatform voor jongeren van zeer diverse pluimage dat ondersteund wordt door de Koning Boudewijnstichting.Laurent Hanseeuw schrijft in eigen naam www.vrijdaggroep.be

Partner Content