Na de oorlog: de brief uit Hongarije die 63 jaar op zich liet wachten

© Saskia Vanderstichele
Stijn Tormans

André Van Belleghem kreeg in januari een brief die hij nooit meer verwacht had: een repliek op een epistel dat hij in 1954 naar Hongarije had gestuurd.

Kleine helden

Stijn Tormans zocht in het diepe Vlaanderen verhalen om te koesteren.

Hij heeft dit jaar veel nagedacht over het nut van geschiedenis, zegt hij. Over hoe waardevol het is om je wortels te kennen. En hoe die wortels je soms kunnen verrassen.

Iedereen in Oedelem kent André Van Belleghem: hij is lang leraar en schepen geweest. Hij kent de historie van zijn dorp als geen ander, maar ook die van Oostkerke: de plaats waar hij groot werd en nog altijd schrijft voor De Kleine Kroniek. ‘Niet over de Sint-Kwintenskerk met haar platte toren’, zegt hij. ‘Die kent iedereen. Ik zoek naar verrassende onderwerpen.’ En dus schreef André artikels over de eerste jukebox van Oostkerke en het kerkhof van zijn jonge jaren.

Begin dit jaar wilde hij een stuk maken over de vluchtelingen. ‘Iedereen praat daar nu over, maar dat is geen nieuws: in de jaren twintig liepen er al vluchtelingen rond in Oostkerke. Mijn grootouders hebben er in 1926 één opgevangen: Ilona Ezsiás, een meisje van zeven uit Hongarije.’

We voelden ons die dag als de winnaars van de Eerste Wereldoorlog, ook al vochten we met andere wapens

Ze werd in die dagen een ’treinkind’ genoemd en ze was niet de enige. Het Oostenrijks-Hongaarse Rijk had de Eerste Wereldoorlog verloren. De Hongaren moesten veel grond afstaan en trokken naar Boedapest. Veel werk was daar niet te vinden, alleen maar honger en dorst. Niets voor kinderogen: 22.000 kinderen werden op de trein gezet naar België, om weer op krachten te komen. Bleek en ondervoed kwamen ze aan in Mechelen. ‘De bisdommen hebben hen dan verspreid over het land’, zegt André. ‘Sommigen zijn hier voor altijd blijven wonen, anderen werden non. Maar velen keerden na een jaar terug naar Hongarije. Zoals Ilona.’

‘In mijn jonge jaren sprak mijn moeder Maria soms over haar. Zij en Ilona waren goede vriendinnen: ze waren net even oud en speelden vaak samen. Ze wilde heel graag weten hoe het met haar was en vroeg of ik geen brief kon schrijven naar Hongarije.’ André deed dat, in het Frans dat hij op het college van Brugge geleerd had.

Hij postte de brief in 1954, maar er kwam nooit een repliek. Zo wilde ik mijn artikel voor De Kleine Kroniek besluiten: met een open einde. ‘We weten niet wat er met Ilona gebeurd is.’

Op 16 januari, net voor André zijn artikel wilde inleveren, kreeg hij een mail. ‘Dear André Van Belleghem, I write you from Hungary and I am looking for an André Van Belleghem, who is the grandson of Rosalie Demets and the son of Maria Slabbinck.

‘Ik viel van mijn stoel’, zegt André. ‘De schrijver stelde zich voor als Attila Csönge, de kleinzoon van Ilona. Hij was archivaris en had in een doos van zijn grootmoeder mijn brief uit 1954 ontdekt. Het adres klopte niet meer, maar mijn mailadres had hij op het net gevonden.’ Attila legde uit waarom de repliek zo lang op zich had laten wachten. ‘Na de Tweede Wereldoorlog werd Hongarije bezet door de Sovjet-Unie. Tijdens het communisme was het verboden om naar West-Europa te reizen. Ook corresponderen lag niet voor de hand.’

Maar na 63 jaar kreeg André dus toch antwoord. ‘Helaas is mijn moeder Maria vijftien jaar geleden gestorven. Net als Ilona.’

Heel het dorp stond Attila en zijn familie op te wachten. Iedereen leefde mee: dat was onvergetelijk

André en de nazaten van Ilona bleven wel corresponderen. ‘Ik vroeg hem of hij en de familie van Ilona niet naar Oostkerke wilden komen.’Een paar maanden later, op 30 juli, kreeg Oostkerke bezoek uit Hongarije. ‘Heel het dorp stond Attila en zijn familie op te wachten. Iedereen leefde mee: dat was onvergetelijk.’

Samen wandelden ze door de witte straten van Oostkerke, waar Ilona en Maria ooit nog gespeeld hadden. Ze dronken tomatensoep, aten grootmoedersgebak en gingen naar de Sint-Kwintenskerk met haar platte toren. Iemand speelde de Last Post. ‘En we zongen ook het Hongaarse volkslied en de Brabançonne. Eigenlijk voelden we ons die dag als de winnaars van de Eerste Wereldoorlog’, zegt André, ‘al vochten we dan met andere wapens.’

Ze zworen ook dat ze contact zouden houden. Geen Last Post: ze hebben te veel tijd verloren laten gaan. Misschien gaat Oostkerke volgend jaar naar Hongarije, het land van Ilona.

André heeft zijn artikel voor De Kleine Kroniek toch ingeleverd. Veel later dan voorzien, en met een heel ander einde. Maar er zijn wel beelden van: iemand heeft op YouTube een filmpje van de reünie gezet. Ooit zullen de nazaten van André dat toevallig ontdekken en een artikel schrijven voor De Kleine Kroniek. Over die ene zomerdag in 2017. Toen mensenlevens uit Hongarije en België elkaar op een onwaarschijnlijke manier kruisten.

Partner Content