Theo Francken (N-VA)
‘N-VA blijft voorlopig het sterkste merk van de Wetstraat’
N-VA-Kamerlid Theo Francken is niet onder de indruk van de interpretaties van de laatste peiling. ‘Los van de poppetjes blijft N-VA voorlopig het sterkste merk van de Wetstraat. Met een stemmenpotentieel rond de 50 procent reikt niemand hoger’
Gezocht: voorzitter van ’s lands grootste partij. Voordeel: uitdagende, boeiende job. Nadeel: ondankbaarheid troef. Hoe kan je immers beter doen dan het succesvolste Vlaams partijvoorzitterschap na WO II? Het is als Pep Guardiola die nu binnenkomt bij Bayern na de double (mogelijks treble) van Jupp Henckens. ‘De top is bereikt, vanaf nu kan het enkel naar beneden’ denken velen.
De val van de N-VA is al vaak voorspeld. Eerst na de mislukte federale regeringsvorming, vervolgens in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen en wel in alle mogelijke scenario’s (‘Als Bart Antwerpen trekt en verliest is het over and out’ en “Als Bart niet trekt, is dat de ultieme blijk van zijn onverantwoordelijkheidszin’ of wat te denken van ‘Als Bart trekt en wint, blijft de partij in Brussel radeloos achter’), en nu met een wat mindere peiling. ‘N-VA over de top’ kopte De Morgen. Aandoenlijk toch, hoe een deel van het journaille haar dromen voor werkelijkheid houdt.
Natuurlijk is Bart een uitzonderlijk politicus, maar onze partij heeft nog kwaliteit in huis. De lijstvorming moet onze slagkracht verder opdrijven. Na 2014 zal elk parlementslid er inhoudelijk 100 procent moeten staan. Met Ben Weyts staat een uitstekende potentiële voorzitter klaar. Ten andere, ook Jan Jambon heeft het.
Het hele populariteitconcept neem je sowieso best met een flinke korrel zout. Vanaf volgend jaar zijn dubbele kandidaturen verboden en is er geen Vlaamse senaatskiesomschrijving. Het enige wat telt is het aantal voorkeurstemmen behaald in de eigen provincie. En dan ben ik toch erg benieuwd naar bijvoorbeeld de persoonlijke uitslag van Maggie De Block (Open VLD) (populariteit van 39 procent volgens de VRT-peiling) ten opzichte van die van Ben Weyts (met slechts 8 procent) in ‘onze’ strijdprovincie Vlaams-Brabant, of naar die van Jan Jambon (14 procent) ten opzichte van die van Annemie Turtelboom (Open VLD) (32 procent) in Antwerpen…
De insinuatie in Het Laatste Nieuws dat wij onze voorzittersverkiezingen uitstellen tot na de verkiezingen wegens de beperkte populariteit van onze ’toekomstige partijleider (bij alle andere partijen verkiezingen ze een nieuwe voorzitter, bij de N-VA een partijleider), is de zoveelste stemmingmakerskwakkel. Dat Bart de campagne voor 2014 zou dragen, was en is de evidentie zelve.
Los van de poppetjes blijft de N-VA voorlopig het sterkste merk van de Wetstraat. Met een stemmenpotentieel van om en bij de 50 procent reikt geen enkele andere partij hoger. ‘Rechtlijnig’, ‘uitgesproken Vlaams’ en ‘centrum-rechts’ blijven de drie electorale goudklompjes in het Vlaanderen van vandaag.
Naast de inhoud en de personen is de strategie een beslissende factor. De immer minzame Eric Van Rompuy (CD&V) herhaalde meermaals te passen voor het Antwerpenscenario (N-VA wint, CD&V depanneert maar is onzichtbaar in de coalitie). Verblind door haat, verkiest hij ongetwijfeld het Vlaams-Brabantscenario (N-VA wint, alle verliezers CD&V/VLD/SP.A/Groen vormen een coalitie tegen N-VA), daarin volmondig gesteund door de top van het ACW en een garde oude krokodillen à la Wilfried Martens en Mark Eyskens.
Of dit ook het scenario is van Kris Peeters valt te betwijfelen. Zijn geloofwaardigheid staat of valt met zijn houding ten opzichte van de N-VA. Kiest hij ook resoluut tegen de wil van de kiezer voor de traditionele partijen en tegen de Copernicaanse omwenteling, dan is hij diegene die snel ‘over de top’ zal zijn.
Theo Francken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier