Vlinks

‘Moslims spelen een belangrijke rol in de strijd tegen kindhuwelijken’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘De schrijnende verhalen uit mijn thuisland Afghanistan brengen tegenstrijdige gevoelens naar boven’, schrijft Madina Hamidi van Vlinks. Ze roept op tot meer internationale samenwerking in de strijd tegen kindhuwelijken.

Terwijl ik deze tekst schrijf, is mijn zicht wazig door de tranen die onophoudelijk mijn ogen vullen. Af en toe heb ik nood om naar de badkamer te lopen om even goed uit de volle borst te gillen.

Het nieuws over de humanitaire en economische ramp in Afghanistan die ouders zou doen overgaan tot de verkoop van hun eigen dochters komt heel hard aan bij mij. En ik twijfel er niet aan dat ik niet de énige ben. Het doet me oprecht veel deugd te vernemen dat er veel mensen, waaronder veel moslims, via eigen kanalen directe hulp proberen te bieden.

Pleister op een wonde

Dankzij talrijke initiatieven wereldwijd krijgen sommige Afghaanse gezinnen toch wat voedselvoorraad en andere levensnoodzakelijke benodigdheden. Deze nobele daden verdienen veel respect en aandacht. Maar deze broodnodige hulpverlening is als een pleister op een diepe wonde.

Hoe ver honger een mens tot voorbij de wanhoop kan drijven weet ik als ex-vluchtelinge die ooit zelf arm en dakloos was, heel goed. Maar hoe erg het hongergevoel de mens fysiek en mentaal ook kwelt, toch kan die pijn onmogelijk groter zijn dan de pijn om eigen bloed, je eigen kleine meisje als bruid in ruil voor geld te moeten afgeven aan vreemde bejaarde mannen.

De schrijnende verhalen uit mijn thuisland Afghanistan brengen tegenstrijdige gevoelens bij me naar boven. Enerzijds wil ik het volledig systeem aanklagen waarbij de internationale gemeenschap alle hulp heeft bevroren. Ze lijken met open ogen naar deze catastrofe te kijken, maar aarzelen om te handelen. Anderzijds voel ik me gedwongen om dieper te graven in deze problematiek.

Verkoop van meisjes, een diepgewortelde kwaal

Hoewel kinderverkoop nu veel media-aandacht krijgt wegens de machtsovername van de taliban, weet ik als Afghaanse dat deze barbaarse misdaadpraktijken een veel langere geschiedenis kennen.

Ik kan het niet laten om er enkele kritische kanttekeningen bij te maken. Waarom is er enkel sprake van verkoop van meisjes? Waarom bestaat er überhaupt vraag en aanbod die de mogelijkheid verschaft om meisjes te verhandelen? Armoede is jammer genoeg een trieste realiteit over de hele wereld, maar we zien niet echt snel ouders die eenvoudigweg een succesvolle kinderhandel ondernemen.

In een reportage van CNN over een 9-jarig meisje dat verkocht wordt aan een 55-jarige oude man (als de echte leeftijd niet verzwegen is), beweert de koper dat hij helemaal geen intentie heeft om met haar in het huwelijk te treden omdat hij al een vrouw heeft. Het kind zou enkel in zijn huis moeten werken. Dat is meer dan waarschijnlijk gelogen.

Eenieder die de beelden heeft gezien, is getuige hoe het kind zich opmaakt en met eigen woorden overduidelijk zegt dat ze wacht op haar ‘shawhar‘, wat letterlijk vertaald ‘echtgenoot’ betekent. Een kind horen spreken over het hebben van een echtgenoot doet elke lichaamscel trillen van woede. Overigens, indien deze mannen effectief zo’n edelmoedige personen zouden zijn, waarom bieden zij de ouders dan niet aan om in de plaats van hun kind hetzelfde werk te verrichten?

Het gevaar is dat armoede als excuus wordt gebruikt om criminele daden te maskeren of te rechtvaardigen. Onder het mom van noodzaak worden eeuwenlange culturele gewoontes ongestraft voortgezet. De taliban zijn een ’ticket’ voor het legaliseren van pedofilie, kinderhandel, kinderprostitutie en kindhuwelijken.

Als het verboden is om iemand te bekritiseren,

is het zinloos om iemand te loven’

Beaumarchais

De complexe vermenging tussen de religieuze en culturele voorschriften is wazig. De vraag rond het ontstaan van deze gewoontes of beïnvloeding van deze gedragstandaarden door religie is hetzelfde als het kip en ei-dilemma.

Kindhuwelijk als voorbeeld

In islamstudies wordt beweerd dat de profeet Mohammed als perfecte mens, als Amir al-Mu’minin (Aanvoerder van de Gelovigen) een belangrijk profetische opdracht had om voor de gehele mensheid, zelfs de generaties na hem (!), met zijn woorden, daden en voorbeelden universele wetten op te leggen. Ook vanuit die optiek heeft zijn huwelijk met de 9-jarige Aïcha (Al- Boechari) een problematisch karakter.

Nu is er geen twijfel mogelijk dat profeet Mohammed de invloedrijkste, nobele en charismatische ethisch leider was die in een woeste samenleving van zijn tijd orde probeerde te scheppen. Daarvoor verdient hij alle lof en respect. Maar de vergoelijking van moslims dat dergelijk huwelijk in die tijd maar gebruikelijk was en hem niets te verwijten valt, spreekt zijn vastgeroeste ideaalbeeld tegen. Tenslotte waren er ook zoveel andere zaken gangbaar die door de islam wél werden verboden. Was dit bovendien niet juist de profetische boodschap? Je hebt ook bepaalde moslims die dan het eigen geweten proberen te sussen met allerlei zelfverzonnen verklaringen waardoor ze bijna een eigen religie creëren. Hun handelswijze kan men vergelijken met die van namaakproducten: een welgekende merknaam gebruiken om dan het eigen namaaksel te verkopen.

Zou de situatie in veel moslimlanden, waar veel kindhuwelijken plaatsvinden, er nu anders uitzien moest de profeet zo’n huwelijk niet aangaan? Dat weet niemand. Maar wat zeker is, is dat deze harteloze barbaren tenminste dan geen ‘heilige’ reden zouden hebben om zich daarop te baseren en hun daden te rechtvaardigen, want dat is precies wat ze nu doen.

Dit thema heb ik met een bekende Belgische imam en andere islamgeleerden proberen te bespreken, maar jammer genoeg tevergeefs. Het was alsof zij hun oren bedekten, en niet wilden horen wat ik te zeggen had.

Eeuwenoude teksten zijn aan een eigentijdse vertaling toe

Arabisch is een prachtige én rijke taal. En die ruime woordenschat maakt juist de interpretatie van religieuze teksten zo complex. Aangezien religies gebaseerd zijn op overleveringen en verhalen, zijn er dus evenveel interpretaties als er lezers zijn.

De religieuze teksten en de tijdsgebonden handelingen van profeet Mohammed dienen opnieuw in vraag gesteld worden. Maar dat wordt onmiddellijk geblokkeerd door beschuldigingen van blasfemie of verwijten van ‘een aanval op de religie’. Zolang moslims weigeren de intellectuele dialoog aan te gaan en zich blijven verschuilen achter selectieve doofheid, zullen deze misdaden tegen onschuldige kinderen blijven bestaan. Er is dringend nood aan een internationale fatwa, elke moslim speelt daarin een belangrijke rol. Zijn we überhaupt als mens nog iets waard als we verzaken om andere mensenlevens te redden? De engel of het monster verschijnt in onze eigen spiegel, de keuze is aan onszelf wie overwint.

Madina Hamidi is kernlid van Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content