‘Moreel applaus in de rechtszaal: andere tijden, andere zeden?’

Marc Cosyns staat stil bij het applaus dat uitbrak in de rechtszaal na de uitspraak van het euthanasieproces in Gent.

Drie artsen waren beschuldigd van doodslag met de verzwarende omstandigheid daarbij een dodelijk middel te hebben toegediend. Gifmoord dus. Een kwalificatie die we te danken hebben aan de vaders van de euthanasiewet, wijlen Etienne Vermeersch en Hugo Van den Enden. Ik hoor hen nog zeggen dat het woord ‘opzettelijk’ van ‘levens’-belang is, in een discussie met mij in de krant De Morgen in 1997 nav de nieuwe euthanasiedefinitie van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. ‘Dokters zijn niet te vertrouwen’, was een van hun bekende quotes waarmee ze ten strijde trokken tegen de Orde der Geneesheren maar ze lieten euthanasie volledig in handen van die dokters die dan wel met twee of drie onafhankelijk moesten handelen.

De procedurevoorwaarde ‘drie artsen’ en de opsplitsing tussen ‘binnen niet-/afzienbare tijd sterven’ komen ook van Vermeersch. In de Nederlandse Toetsingswet is er maar 1 onafhankelijke arts te raadplegen (consulent), maakt men geen onderscheid tussen ‘binnen niet-/afzienbare tijd sterven’ en ook niet tussen fysiek en psychisch lijden. Er was geen applaus bij de stemming van de euthanasiewet in 2002. Bij de stemming van de abortuswet in 1990 vervulde een moreel applaus het parlementair halfrond.

Toen de jury de drie artsen op het assisenproces in Gent vrijsprak, waren in de zaal kreten van blijdschap te horen en brak meteen een lang applaus los. De voorzitter van het hof vond dit ongepast en zei dat hij de zaal zou laten ontruimen als het nog eens gebeurde. Het gebeurde effectief nog eens, toen werd voorgelezen waarom psychiater Lieve Thienpont vrijuit gaat: ‘Haar kan geen enkele fout of verkeerde handeling worden verweten. Er kan ook uit geen enkele andere handeling met zekerheid worden besloten dat zij haar door de wet vereiste onafhankelijkheid zou hebben verloren.’

Moreel applaus in de rechtszaal: andere tijden, andere zeden?

Applaus in de assisenzaal, het blijkt geleden te zijn van 1962… In de zaak omtrent softenonbaby Carinne in het assisenhof van Luik, die werd onthaald ‘met een orkaan van opgewonden toejuichingen’. Zonder foto’s want de voorzitter had een verbod geëist: ‘J’interdis aux photographes de prendre des photos de ces moments‘. Een volledig mannelijke jury sprak de vijf beklaagden op alle elf punten vrij: de moeder van Carinne, Suzanne Vandeput-Coïpel en vier medeplichtigen, haar echtgenoot Jean-Noël Vandeput, haar moeder Fernande Yerna, haar zus Monique de la Marck en huisarts Jacques Casters. Op 10 november verlieten ze als vrije mensen onder luid straatgejuich de rechtszaal. Een vrouwelijk straatnaambord voor Carinne en haar moeder werd overwogen.

Psychiater Ivo Uyttendaele stelt in zijn recente boek De Wetstrijd dat de vrijspraak in dat assisenproces betekende dat ‘met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan gezegd worden dat ook bij klachten tegen artsen die patiënten op hun verzoek wegens ondraaglijk lijden lieten inslapen, het parket wijselijk voor seponeren zal gekozen hebben om te vermijden dat zij door het hof van assisen zouden vrijgesproken worden’.

Tot voor 2002 was er nooit een proces over een door een arts uitgevoerde euthanasie, toen nog als een goede dood gedefinieerd. In Nederland daarentegen was er een specifieke strafwetgeving betreffende ‘levenseindeverlangen’ en ‘hulp bij zelfdoding’ (artikelen 293 en 294) en een aantal spraakmakende rechtspraken. Men zou zich kunnen afvragen of dit seponeren van klachten ook gespeeld heeft na de euthanasiewetgeving in België omdat de euthanasiewet niet opgenomen is in het strafwetboek maar alleen verwijst naar een misdrijf, zonder specifieke straffen. Waarom is er in de periode 2011-2017 geen vordering naar assisen gebeurd in de casus ‘Tine Nys’?

Anderzijds hoe zeker moet de procureur-generaal geweest zijn dat zijn assisenpleidooi het zou winnen zodat er geen applaus mogelijk zou zijn voor de beschuldigden? Trouwens, zou een moeder die nu anno 2020 haar ‘gehandicapte’ zuigeling laat inslapen met barbituratenmelk op applaus kunnen rekenen?

Andere tijden, andere zeden? Tot voor 2017 had ik nooit spontaan applaus gehoord tijdens een begrafenis in de kerk of een afscheid in een crematorium. Op 24 mei 2017 stond iedereen recht met luid applaus tijdens de afscheidsviering van Lucie Van Crombrugge (72), na de ontroerende woorden van haar echtgenoot die haar eerde voor haar strijd ‘abortus uit de strafwet, abortus een patiëntenrecht’. Op 5 oktober 2018 was er een aanzwellend applaus in de crematoriumhal na het zingen van het solidariteitslied ‘Voorwaarts en niet vergeten’ voor Josiane Rimbaut (80), onderwijs- en vrouwenrechtenactiviste. Op 8 november 1999 weerklonk in de kerk luid applaus voor Andrée Huysman (90) ‘Lamama Platel’.

Sommige mensen plannen een afscheid voor hun sterven om er zelf nog bij te zijn en applaus in ontvangst te nemen. Zo voelde zondagnamiddag 9 februari in de Roma de boekvoorstelling van collega Dirk Van Duppen (63) aan als een ode en een afscheid: ‘Mijn dochter zei me: nu kun je zelf nog zien hoeveel mensen je graag zien, op je begrafenis niet meer.’ Met 1300 applaudisseerden ze minutenlang tijdens de muzikale afsluiter: het partizanenlied Bella Ciao, ‘dat is de bloem van de Partizaan, die gestorven is voor de vrijheid’. Symbolisch krijgt Dirk een prachtig boeket bloemen in de handen, dat hij op het einde inruilt voor zijn kersverse kleinzoon. Kippenvel, op de applaudisserende handen.

Een ander moreel applaus toen ik me uitsprak over stervensbegeleiding als patiëntenrecht bij mensen met dementie en hun recht op gepland sterven, in samenspraak met naasten en betrokkenen. Het was tijdens het panelgesprek, na een nieuwe vertoning van de documentaire ‘End Credits’ op vrijdag 31 januari in de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen. Nog meer applaus toen ik erop aandrong dat familie van mensen met psychiatrische aandoeningen meer gehoord moeten worden in het stervensproces.

Applaus, niet voor het absolute zelfbeschikkingsrecht maar wel voor de trialoog met elkaar: patiënt-zorgverleners-naasten, in een maatschappij waar mensen met een hoek af hun plaats mogen vinden en krijgen. Bij wie is er trouwens ergens geen hoek af? Hoe meer hoeken af, hoe veelzijdiger! Gelach en applaus.

Dr. Marc Cosyns is huisarts en academisch consulent Vakgroep Volksgezondheid & Eerstelijnszorg UGent. Schrijft in eigen naam.

Deze opiniebijdrage verscheen in gewijzigde vorm als column in Artsenkrant op 6 februari 2020.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content