Monica De Coninck: ‘Ik ben uit het zwartepietenspel in sociaal overleg gestapt’

© Franky Verdickt
Patrick Martens

Met het compromis over een nieuw werknemersstatuut heeft minister van Werk Monica De Coninck (SP.A) een huzarenstuk afgeleverd. Maar de afspraken moeten nu snel verder geconcretiseerd worden.

Met het compromis over een nieuw werknemersstatuut, dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden opheft, heeft minister van Werk Monica De Coninck (SP.A) een huzarenstuk afgeleverd. Maar de afspraken, die ingaan op 1 januari 2014, moeten nu snel verder geconcretiseerd worden. Het compromis krijgt het predicaat ‘historisch’ mee, maar de uitwerking is niet af.

Monica De Coninck: ‘In het afgeschoten centraal loonakkoord voor 2011-2012 hadden de sociale partners bruggenhoofden gebouwd. Nu is er ook een brug aangelegd en zijn er vanaf 1 januari 2014 geen arbeiders en bedienden meer, alleen nog werknemers. Voor iedereen geldt dan een gelijke opzegduur, en de carenzdag verdwijnt. Bedienden behouden hun opgebouwde ontslagrechten en voor arbeiders wordt het historische deficit door hun huidige ongelijke ontslagregeling in grote mate weggewerkt. Voor dat laatste past de overheid bij. Zo zijn de voornaamste hindernissen voor een harmonisering weg, en zijn andere afspraken van 2011 voor de sociale partners het vertrekpunt om ook voor aspecten zoals het vakantiegeld en de tijdelijke werkloosheid de ongelijkheden op te ruimen.

Is dit een compromis op z’n Belgisch? Het is een consensus met diverse ingrediënten én een recept. Zo is niet altijd gekozen voor cash bij een ontslag. Er wordt meer ingezet op outplacement en een deel van de ontslagvergoeding kan bijvoorbeeld voor omscholing worden gebruikt.’

De compromistekst is van de regering. Het is geen akkoord met de sociale partners. De zure reacties zullen niet voor hun onderhandelaars, maar voor u zijn.

De Coninck: ‘Dat zwartepietenspel in het sociaal overleg is al jaren bezig. Ik ben daaruit gestapt en heb mijn verantwoordelijkheid genomen om een beslissing door te drukken.’

U bent ervan overtuigd dat er ‘voldoende draagvlak’ voor is?

De Coninck: ‘Ik denk dat alle sociale partners aan hun achterban kunnen zeggen dat het compromis in de gegeven omstandigheden het hoogste haalbare was en daarom aanvaardbaar is.’

Waarom denkt u dat?

De Coninck: ‘Op het einde van de onderhandeling hebben we alle stukken samengelegd voor een nieuw personeels-, ontslag- en activeringsbeleid.

Er zit haute couture in het compromis. Voor de vakbonden ligt het moeilijk dat op centraal niveau niet langer een pak kan worden ontworpen dat iedereen past. Maar de verscheidenheid tussen de sectoren, hun bedrijven en werknemers is zó groot geworden dat maatwerk absoluut noodzakelijk is. Daarom krijgen de werkgevers en vakbonden in de sectoren vijf jaar om de bestemming te regelen van een derde van een ontslagvergoeding die minstens zes maanden beslaat. Dat kan bijvoorbeeld een opleg voor een werkloosheidsuitkering zijn, of een envelop voor opleiding en bijscholing. Het confectiepak van het compromis wordt zo een sectoraal maatpak. ‘

Het volledige interview met Monica De Coninck vindt u deze week in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content