Walter De Smedt

‘Moet de maatschappij ook niet tegen veelplegers worden beschermd?’

Walter De Smedt Strafrechter op rust, enige Belg die ooit zowel lid was van het Comité P als het Comité I

‘Is de dader van de dodelijke schietpartij in Luik, omdat hij ‘Allahu Akbar’ riep, een terrorist of is hij een onverbeterlijke veelpleger?’ schrijft gewezen strafrechter Walter De Smedt.

De dader van de dodelijke schietpartij in Luik is volgens de justitieminister Koen Geens een multirecidivist: De man zat sinds 2003 quasi onafgebroken in de gevangenis en zou in 2020, sowieso, vrijkomen. Hij kreeg 14 penitentiaire verloven en 11 uitgangsvergunningen. In 2010 op het moment dat hij een celstraf van zes jaar moest uitzitten viel Benjamin Herman samen met zijn broer een bloemist aan. Nu zou hij het verlof hebben gebruikt om een overval en daarna een moord op zijn compaan te plegen. Wat is dan het probleem: is hij, omdat hij ‘Allahu Akbar’ riep, een terrorist of is hij een onverbeterlijke veelpleger? En moet de maatschappij ook niet tegen de laatsten worden beschermd?

Moet de maatschappij ook niet tegen veelplegers worden beschermd?

Op 28 mei 2009 sprak ik, als strafrechter, een gps-dief vrij omdat een vorige gevangenisstraf van achttien maand niet was uitgevoerd. Ik stelde dat een rechter de verantwoordelijkheid heeft voor de bescherming van de maatschappij en dat een eerdere veroordeling niet was uitgevoerd, hetgeen de nieuwe feiten heeft mogelijk gemaakt en in die zin een rechterlijke uitspraak zinloos en van geen enkele waarde is. De toenmalige justitieminister en zijn procureur-generaal Liégeois hadden zich hierover kunnen bezinnen. Maar zij deden wat anders: ik werd strafrechtelijk vervolgd voor ‘rechtsweigering’. Wij zijn nu bijna tien jaar verder. Wat is het verschil met het drama te Luik? In beide gevallen gaat het om veelplegers, druggebruikers die om in hun verslaving te voorzien steeds weer feiten plegen, daarvoor ook vervolgd én veroordeeld worden, slechts een deel van hun straf uitzitten en bovendien regelmatig verlof of uitgangsvergunning krijgen.

Draaideursystheem

Er zijn goede redenen om een gedetineerde een uitgangsvergunning of een penitentiar verlof te geven: voorbereiding van zijn invrijheidsstelling en reclassering in de maatschappij, liefst tegen het eind van zijn straf. Er zijn ook reden om het niet te doen: niets is zo frustrerend om voor een paar dagen vrij te zijn en dan naar de cel te moeten terug keren. Als dat 25 maal gebeurt en je nog tot 2020 moet vast zitten kan dat een reden tot radicalisering zijn. En wat is dan een teken van radicalisering: de uitroep ‘Allahu akbar’ of het vermoorden van politieagenten? Kan het dat als je te veel door de draaideur moet je er gek van wordt?

Tijdbom

Hoewel de strafrechters en de onderzoeksrechters dat wél weten blijft het politiek beleid het fenomeen ontkennen: druggebruikers die onophoudelijk dezelfde feiten plegen om in hun verslaving te kunnen voorzien, meermaals worden veroordeeld, niet of zonder verzorging worden opgesloten, en tussentijds regelmatig worden vrijgelaten, ‘radicaliseren’. Het gaat hier echter niet om de ‘radicalisering’ in de religieuze zin maar om een aftakelingsproces waarbij zij steeds verder enig normbesef verliezen en alsmaar zwaardere feiten plegen. Dat zij gemakkelijk het slachtoffer worden van religieuze radicalisering in de gevangenis is geen wonder. Wat doet het beleid er aan om de maatschappij te beschermen tegen deze ’tijdbommen’, dat was de zin van mijn vonnisje.

Nepoplossingen

‘In de Algemene vergadering van 15 januari 2014 stelde het Rekenhof dat de engagementen die de ministers van Justitie en van Financiën zijn aangegaan ingevolge zijn verslag van 2007, niet gerealiseerd zijn’. Verder stelt het hof dat er nog steeds geen strategie werd ingevoerd voor verbetering en coördinatie tussen de FOD Financiën en de FOD Justitie, de tenuitvoerlegging van de veroordeling, de invordering van de boeten en de toepassing van de vervangende straffen onvoldoende worden beheerst, en deze situatie de effectiviteit van de straffen en de gelijkheid tussen burgers op de helling plaatst.

In ons land wordt het aantal opgeslotenen niet door een rechterlijke uitspraak maar door het aantal beschikbare cipiers bepaald.

In de plaats van naar mogelijkheden te zoeken om het fenomeen te beheersen hebben opeenvolgende justitieministers ‘nepoplossingen’ bedacht om een door een rechter uitgesproken straf niet te moeten uitvoeren: de willekeurige niet uitvoering, een even willekeurige uitvoering van een deel, een vervanging van de gevangenisstraf door een enkelband, penitentiar verlof of uitgangsvergunning.

Dat het in het laatste geval om de voorbereiding van de definitieve invrijheidsstelling zou gaan is in veel gevallen een fabeltje: dat doe je bij het eind van de straf en dan zorg je ook voor de nu veelal ontbrekende hulp en bijstand. Voor de veelplegers-druggebruikers houdt dat in dat je ook het druggebruik aanpakt, zo niet vervallen de op straat gezette verslaafden onmiddellijk in dezelfde feiten. Waar het de justitieminister om te doen is blijkt duidelijk uit zijn laatste maatregel: ‘Eén er in is één er uit’, plaats maken om de overbevolking tegen te gaan en stakingen van de cipiers te vermijden. In ons land wordt het aantal opgeslotenen niet door een rechterlijke uitspraak maar door het aantal beschikbare cipiers bepaald.

Cynisch

Wat is het antwoord van de justitieminister op dit fenomeen? Dat hij, sowieso, in 2020, in vrijheid zou worden gesteld, als iets dertien keer goed gaat, het normaal is dat het de veertiende keer niet verkeerd gaat, en dat er altijd een risico is. Dit antwoord is fout en overigens erg cynisch. In dit geval liep het al verkeerd: een overval bij een vorig verlof. En waarom weigerde de strafuitvoeringsrechtbank een invrijheidsstelling? Welke waren de elementen van het dossier en de motieven van de rechter?

Terrorist wordt je niet enkel door een verblijf in Syrië. Zoals het strafblad van vele aantoont gaat het veelal om ‘recidivisten’, kleine criminelen met een zware drugverslaving, die aan hun lot worden overgelaten, de gevangenis in moeten wanneer daar plaats voor is, en op straat worden gezet wanneer de overbevolking een staking van cipiers tot gevolg heeft. Wat is dat voor een ‘crimineel beleid’ dat van veelplegers terroristen maakt?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content