Jan Nolf

Misschien leert de aanvraag van Dutroux de regering wel een lesje

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Bespaar ons kopzorgen over Dutroux die ook met de bestaande wetgeving binnen blijft. Maar bespaar ons vooral holderdebolderwetten die nieuwe dammen uitvinden om elders toch te laten overstromen.

Het stof is nauwelijks gaan liggen voor de witte poort in Malonne. De nadarhekkens staan nog in aanslag. En nu al dondert het bis-dossier van de ex-echtgenoot op de agenda. Zoals ook in het geval van Michèle Martin kan noch wet noch rechtbank – noch zelfs politiek – hier echt tegen op: tegen het onrechtvaardigheidsgevoel.

Dat stuitend initiatief was al weken geleden tussen de lijnen door aangekondigd: meester Baudewijn heeft al ter gelegenheid van de voorwaardelijke vrijlating van Michèle Martin bevestigd dat er van de kant van Dutroux meer dan interesse was: hoop.

Waarom advocaten steeds vaker optreden als woordvoerder in de pers dan als verdediger in de rechtbank, is een vraag waarop zij het antwoord moeten geven. Feit is dat die openbare biechten en pronostieken steeds vaker olie op het vuur van de publieke verontwaardiging gieten.

Bij uitstek in het geval van geval van Dutroux, zou het eigenlijk gewoon volstaan de wettelijk voorziene adviezen, en de rechtsgang af te wachten. Het advies van de gevangenisdirecteur, en van het parket zal in beide gevallen zeker negatief zijn. Om de heel eenvoudige reden dat bij Dutroux – in tegenstelling tot Martin – met overdadige zekerheid de diagnose van psychopathie is vastgesteld. Psychopathie – hou u vast – is geen ziekte. Een psychopaat is geen ‘zieke’, die kan genezen van een ‘gezondheidstekort’, maar een intacte persoonlijkheid met defecte eigenschappen. Precies omdat iemand ‘zo’ is, zal die nooit niemand anders – of beter – worden. Aan een ziekte kun je behelpen, aan de fundamenteel perverse structuur van een persoon niet.

Dat alles legt uit waarom Dutroux niet zomaar levenslang kreeg, maar daar nog 10 tien jaar terbeschikkingstelling bovenop. Het hof van Assisen van Aarlen heeft er inderdaad – binnen de wettelijke voorwaarden – alles aan gedaan om de meervoudige moordenaar voor altijd binnen te houden.

Dat Dutroux zonder de handtekening van zijn advocaat nu om de vraag tot vrijlating onder elektronisch toezicht kan stellen is iets waar we ons niet moeten over verwonderen. Enkel voor het cassatieberoep tegen een vonnis van de strafuitvoeringsrechtbank (SURB) werd de handtekening van een advocaat verplicht gesteld: overigens enkel om de dreigende overbelasting van het Hof van Cassatie te vermijden voor cassatieberoepen die niets met cassatie (vormfouten) te zien hebben, maar alles met een ‘hoger beroep’ (herbeoordeling van de grond van de beslissing) die door de wetgever in die materie uitdrukkelijk uitgesloten werd.

De handtekening van een advocaat verplicht stellen voor een verzoek als dit van Dutroux is helemaal geen optie. Dat zou er immers op neerkomen een advocaat vetorecht geven tegen de wens – hoe utopisch ook – van zijn eigen cliënt in. Dan raak je aan de essentie van de taak van een raadsman: hij begeleidt zijn cliënt niet meer, maar wordt er de potentiële spookrijder van. Dan is alle vertrouwen zoek: niemand vertrouwt nog niemand. In de mediatieke gerechtsdossiers van het laatste jaar zijn we al dicht bij die situatie geraakt, waarin een advocaat zijn cliënt “gelooft”, en daarna blijkbaar plots niet meer. Dat leek dan bijna een plaatsvervangende bekentenis.

De advocaat van de veroordeelde een eigen ‘stem’ geven in de modaliteiten van de strafuitvoering zal ook door de advocatuur nooit aanvaard worden, en bijgevolg is ook een aberrant verzoek als dit van Dutroux nu eenmaal mogelijk. De enige oplossing bestaat er dan ook in het als een akelig fait divers te klasseren. De man heeft al zoveel schade aangericht. Hij is onze ergernis niet waard, en met de koleire van betogingen leiden we maar meer agenten van hun echte veiligheidstaak af.

Toch lijkt het er op dat zijn initiatief de regering wel een lesje geleerd heeft. In het paniekvoetbal over Michèle Martin werden de voorwaarden voor de voorwaardelijke invrijheidstelling verstrengd. De aanpassingen van de procedure (niet voor de minimum termijn van gevangenisstraf) zullen ook voor Dutroux gelden. Het lijkt er op dat Dutroux wel het gat in de haastig ineen geknutselde mand gevonden heeft. Immers haalt zijn vraag het regeringsinitiatief – ook nadat het wet zal geworden zijn – moeiteloos in, want dit raakt niet aan het systeem van beperkte detentie (om overdag buiten de gevangenis te kunnen werken) of het elektronisch toezicht (dat aan dezelfde voorwaarden moet beantwoorden).

De cruciale (maar betwistbare) nieuwigheid van het nieuwe vetorecht van de gevangenisdirecteur en het parket dat de regering voorzag in haar project voor voorwaardelijke invrijheidstelling, is voor het verzoek van Dutroux niet van toepassing. Nu daarvoor een nieuw opbod van steekvlampolitiek ?

Misschien leert dat de regering wel een lesje. Bespaar ons kopzorgen over Dutroux die ook met de bestaande wetgeving binnen blijft. Maar bespaar ons vooral holderdebolderwetten die nieuwe dammen uitvinden om elders toch te laten overstromen. Gevangenisbeleid heeft alles te maken met de veiligheid van ons allen. Dus met het langetermijnbeleid van justitie en eigenlijk niets met gemeenteraadsverkiezingen. Bekijk uw haastig huiswerk dus ’the day after’ eens nuchter, kalm en kordaat helemaal opnieuw, mevrouw de minister.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content