‘Minister Beke moet bondgenoot worden van de sector, in plaats van loyaal de Vlaamse regering te dienen’

‘Dit soort crisissen zijn wellicht onvermijdelijk. Maar we kunnen wel een flinke dijk opwerpen in onze samenleving, zodat we er samen tegen bestand zijn. Zorg en welzijn: dat is onze dijk’, schrijft Vlaams parlementslid Celia Groothedde.

De wereld en ons land staan op stilstand. De stilstand dwingt ons om verder te kijken: naar hoe we onze maatschappij straks verder laten gaan. Hoe we de crisis nu aanpakken, bepaalt de richting die we in de toekomst willen uitgaan. Nu investeren in zorg en welzijn en een sociaal fonds aanleggen, lijkt een kanttekening van objectieve beleidskeuzes. Maar ze betekenen meer. De keuze om wel of niet in zorg en welzijn te investeren, is de aanzet van een grote maatschappelijke keuze voor onze toekomst.

‘Ik heb last van het helperssyndroom’, zegt mijn vriendin, die vroedvrouw is. Het is na middernacht en we overleggen. In zorg en welzijn lijkt corona dag en nacht te hebben uitgewist. En ook al lijkt solidariteit – het helperssyndroom – vandaag het enige nòg besmettelijker virus dan covid-19, de mensen in zorg en welzijn waren al jarenlang besmet. De sectoren zorg en welzijn zijn solidair van nature. Heel veel burgers zijn het nu ook. Wie achterblijft, dat is de Vlaamse regering.

Minister Beke moet bondgenoot worden van de sector, in plaats van loyaal de Vlaamse regering te dienen.

We vroegen met Groen in het parlement al weken op rij aan minister Beke om de drastische besparingen in zorg en welzijn minstens te bevriezen en liefst terug te draaien. Het antwoord vorige en deze week is duidelijk: Beke toont zich een trouw lid van de Vlaamse regering. Hij vindt het ‘de tijd niet’ voor dat debat.

Wat een interessant antwoord. Want de sector wanhoopt. Over Corona, maar zelfs hiervoor al. Er worden nu door zorg- en welzijnsorganisaties crowdfundings opgestart voor de zorg zelf. Staat u daar even bij stil. Gròte organisaties, die nu ons land rechthouden, moeten naar liefdadigheid grijpen omdat ze bij de Vlaamse overheid bot vangen. Terwijl we economisch al heel meticuleus berekenen hoeveel we precies gaan investeren in een economisch fonds. Daar word je toch kwaad van?

Waar blijft het sociaal fonds in Vlaanderen dan, zoals Brussel het net heeft voorzien? En als Vlaanderen alles beter doet, waarom investeert federaal dan en Vlaanderen niet? Als dit de tijd niet is om in zorg en welzijn te investeren, zoals minister Beke beweert, wanneer in godsnaam dan wel?

Zorg en welzijn is een van dé sectoren die ons door Corona gaat heen dragen – en zonder structurele investeringen zal het met veel ondankbare moeite zijn. Jeugdinstellingen dragen fulltime te grote groepen en zware problematieken met kindjes en jongeren die, plots langdurig geïsoleerd en op mekaar gepakt, geen idee hebben wanneer ze weer school, activiteiten, sociaal contact of de liefde van hun familie en omgeving kunnen krijgen. De groepen mankeren personeel, draagkracht, computers, speelgoed. In kinderopvang moet iedereen nu vooral aan het werk blijven ondanks gebrekkige statuten en heel lage loontjes. In ouderenzorg neemt men enorme risico’s tot besmetting met een onderbemand personeelsbestand dat nu al begint uit te vallen, met noodkreten die al weken alleen maar aanzwellen. In psychische zorg moeten mensen in quarantaine die het begrip quarantaine niet eens begrijpen of als bedreiging zien, en wie voor hen zorgt moet met gebrekkige wapens de kans op besmetting de lijf. In daklozenwerking mankeert men opvang en werkt men zonder enige bescherming met hoogrisicogroepen.

Er wordt veel onzichtbaar touwgetrokken en gezwalpt over hoe we deze periode zien. De kwetsbaren? ‘We kunnen niet iedereen helpen.’ Maar tweedeverblijvers, die mogen een waardebon. De spierballencampagnes, met bio-eenheden en strenge bestraffing. Die slappe PR zou ons doen geloven dat de strijd gaat tussen ons burgers. Maar verdelen gaat de oplossing niet bieden, zelfs als je dit als strijd wil zien. Wel als één man achter ons ‘leger’ staan: essentiële sectoren, voorop gezondheidszorg, zorg en welzijn. En in deze strijd verdienen zij als onze belangrijkste bondgenoten meer dan hun huidige, absoluut gebrekkige wapens.

Die wapens zijn letterlijk te nemen – beschermingsmateriaal in woonzorgcentra, maar ook voor vroedvrouwen, consultatiebureaus, tandartsen, apothekers enzovoort. Maar het gaat ook om voorwaarden. Structureel personeelstekort, een armoedebeleid dat tekort schiet, lonen waarop je nauwelijks rondkomt, statuten die niet deugen, enorm gebrek aan plaatsen zoals in psychische zorg, wachtlijsten zo lang dat je een wachtlijst voor de wachtlijst krijgt. Al 10 jaar is er niet geïnvesteerd in infrastructuur, computers, ICT programma’s, zelfs opleidingen en innovatie. Stel u voor welke invloed dat heeft nu de hele sector digitaal moet gaan. De sector leed al onder al die ingrepen. De afgelopen 10 jaar kelderde hij van een van de meest ‘werkbare’ sectoren in de Vlaamse monitoring, dit jaar naar de schandelijke top-drie zorgenkindjes in onwerkbaarheid.

We merken het effect nu elke dag. Het is in crisis heel erg behelpen voor de mensen in zorg en welzijn. Ze doen bijzonder goed werk. De grote expertise die we al generaties lang opbouwen in zorg en welzijn, die loont. Maar dit gaat om een sector die zichzelf en ons met man en macht staande houdt, terwijl ze al staakte en vroeg om broodnodige middelen buiten coronatijd. Gehavend de strijd in. Iedereen die die stakingen overdreven vond, is nu niet meer te horen. Maar structurele investeringen, die blijven evengoed uit. Kan het erger? Natuurlijk. We zouden in Israël kunnen wonen of in China, waar elke burger onder surveillance werd gesteld in deze crisis. Privacy komt te voet en gaat te paard, en in die landen verdwijnt het paard met alle basisrechten aan de einder. We zouden in het veelbewonderde Nederland kunnen wonen. Daar werd de zorg zo ‘efficiënt’ gemaakt dat hun bedden nu al bezet zijn en zij hopeloos onvoorbereid en zonder solidariteit deze storm in trekken.

Bij ons staan sociale zekerheid en zorg en welzijn nog betrekkelijk sterk. De sector trekt ten strijde, maar wel met enige rancune. Hoe vaak heb ik in de afgelopen weken niet gehoord: applaus is mooi, ik hoop dat de investeringen nu eindelijk volgen? Hoe vaak kwam er geen angst? En nu er onvermijdelijk personeel aan het uitvallen is en de besmettingen in de nù al zo onderbemande instellingen zichtbaar worden, groeit die angst.

Onder Vlamingen en Brusselaar zelf is de consensus duidelijk. Elke avond staat hij massaal aan zijn raam en applaudisseert voor de zorg. Zorg en welzijn verdienen voor hem applaus én normaal loon en arbeidsvoorwaarden. Investeringen en een sociaal fonds zou hij verwelkomen. Dit soort crisissen zijn wellicht onvermijdelijk. Maar we kunnen wel een flinke dijk opwerpen in onze samenleving, zodat we er samen tegen bestand zijn. Zorg en welzijn: dat is onze dijk. Minister Beke moet begrijpen dat het nu het moment is om eindelijk trouwe bondgenoot te worden voor zijn sector, in plaats van loyaal verder de Vlaamse regering te dienen. En onze dijk weg te besparen.

Celia Groothedde is Vlaams parlementslid voor Brussel van Groen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content