Vrije Tribune

‘Waarom genieten puppy’s jonger dan 6 maanden niet dezelfde bescherming als andere honden?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Wat is een hond? Voor de lezer is dat evident, maar voor de wetgever is dat niet zo. N-VA-parlementslid Sabine Vermeulen en specialist dierenwelzijnsrecht Anthony Godfroid leggen een staaltje absurde Vlaamse wetgeving bloot.

Definities en concepten hebben al veel filosofen en andere denkers aangezet tot het schrijven van dikke boeken. Politici zijn daar doorgaans iets minder mee bezig.

Want wie leest nu de ettelijke pagina’s definities in wetgevingsteksten als men een wettekst raadpleegt? Overslaan die pagina’s, denkt u al snel.

En toch …

En toch is een definitie soms het addertje onder het spreekwoordelijke gras. Het belang van definities in wetgeving valt net niet te minimaliseren: het bepaalt natuurlijk voor wie (of welke handelingen) bepaalde wetgeving van toepassing is, en kan dus verstrekkende gevolgen hebben.

Dat lijkt allemaal misschien abstract, maar is het zeker niet. Denk maar aan de omschrijving van een hond. Een hond? Ja, een hond. Voor de lezer is dat evident en logisch: ook een puppy is een hond van bij de geboorte. Voor de wetgever is dat niet zo.

Waarom genieten puppy’s jonger dan 6 maanden niet dezelfde bescherming als andere honden?

Tot 2010 werd een hond volgens het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM II) als een hond beschouwd van zodra deze van moedermelk overging naar andere voeding. Dit Vlaams Reglement legt onder meer richtlijnen op bij de uitbating van hondenfokkerijen. Een logische leeftijdsgrens, want die komt overeen met de leeftijdsgrens in de wetgeving rond dierenwelzijn: voor de dierenwelzijnswet mogen Vlaamse puppy’s van het moederdier weg vanaf de leeftijd van 7 weken en moeten ze geregistreerd worden voor de leeftijd van 8 weken.

In 2010 werd de definitie – om een ons onduidelijke en eigenlijk nog steeds niet te vatten reden – gewijzigd naar ‘een hond is een inheemse of uitheemse hond vanaf de leeftijd van 6 maanden’. Niet te vatten, want bij de gevolgen van die beslissing werd duidelijk niet stilgestaan.

De milieuwetgeving zegt dat wie 5 tot 10 dieren van de hondensoort houdt een meldingsplicht heeft bij de gemeente maar niet over een milieuvergunning moet beschikken. Wie meer dan 10 honden houdt, moet een milieuvergunning aanvragen. En hier knelt het schoentje.

VLAREM stelt dus dat inrichtingen die minder dan 10 volwassen honden (meer dan 6 maanden) houden, maar ondertussen wel een honderdtal – lees: vooral geïmporteerde puppy’s – onderdak bieden, nauwelijks aan milieureglementering moeten voldoen. De jonge hondjes onder de 6 maanden tellen immers niet mee bij de telling.

Er zijn bedrijven die zich zodanig organiseren dat ze heel veel puppy’s houden en heel weinig volwassen dieren, om toch maar zo weinig mogelijk, of vaak zelfs helemaal niet, onderworpen te zijn aan die milieuregelgeving.

Dat kan door heel veel kleine puppy’s te houden maar nauwelijks (van 5 tot 10) dieren boven de 6 maanden. Geen verplichtingen op vlak van milieuhinder, geluidshinder of geurhinder. Dode hondjes kunnen gewoon bij het restafval, terwijl milieuverplichte inrichtingen hun kadavers moeten laten ophalen door een onderneming zoals Rendac. Ondertussen verkopen zulke grootschalige puppy-importeurs uit voormalige Oost-Europese landen tot enkele duizenden pups per jaar. Het is ook compleet onlogisch te stellen dat de overlast van een honderdtal pups verwaarloosbaar zou zijn.

De wetgever negeert dat ook pups van enkele maanden oud een belangrijke milieu-impact kunnen hebben op de omgeving.

Het wordt bovendien helemaal van de pot gerukt voor inrichtingen met minder dan 5 honden van meer dan 6 maanden. Noch een milieuvergunning, noch een melding is hier verplicht. Deze ondernemingen zijn dus in het geheel niet aan milieunormen gebonden en hebben dus vrij spel wat betreft het voorkomen van geluidsoverlast en de verwerking van kadavers en uitwerpselen. Als kers op de taart mogen dergelijke ondernemingen zich nog eens pal in woongebieden vestigen omdat de Vlaamse milieuwetgeving oordeelt dat zij per definitie geen milieuhinder kunnen veroorzaken.

De aangepaste leeftijdsgrens heeft zo de deur wagenwijd open gezet voor malafide hondenhandel. En, neem het van ons aan: zelfs een kier is voldoende voor criminelen.

Kortom, de huidige omschrijving van een hond is vanuit milieuoverwegingen volledig onlogisch. De wetgever negeert dat ook pups van enkele maanden oud een belangrijke milieu-impact kunnen hebben op de omgeving. Want, laat ons een kat een kat noemen: 2 Duitse dogpups , 6 Labradorpups of 10 chihuahuapups gaan niet minder hondengedrag vertonen dat honden die ouder zijn dan zes maanden.

Dode hondjes kunnen gewoon bij het restafval, terwijl milieuverplichte inrichtingen hun kadavers moeten laten ophalen door een onderneming zoals Rendac.

Hoewel het kerstvakantie is en iedereen wat stoom aflaat, hopen we dat de bevoegde minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, mee leest en zich barmhartig toont: pas de definitie terug aan naar de vorige versie! Fouten worden nu eenmaal gemaakt, het drama is als we er niet uit leren en ze niet rechtzetten. Dat zou een weliswaar laat maar leuk kerstcadeau zijn, niet enkel voor ons, maar vooral voor alle puppy’s.

Sabine Vermeulen, Vlaams Parlementslid N-VA

Anthony Godfroid, advocaat aan de Balie van Brussel en specialist dierenwelzijnsrecht

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content