Dirk Draulans’ Beestenboel: de rododendroncicade brengt een schimmel met zich mee

Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De mens reist de planeet rond en zeult planten en dieren met zich mee. Daarbij gebeuren dingen die hij in zijn door hoogmoed gedreven naïviteit niet zag aankomen. Het is een illusie te denken dat hij totale controle over de natuur heeft. De natuur doet haar eigen ding, losgekoppeld van menselijke verwachtingspatronen, en gelukkig maar.

Rododendrons zijn struiken uit de heidefamilie. Ze kwamen oorspronkelijk vooral voor in grote delen van Azië, waar ze al vroeg in de zich ontwikkelende steden werden gecultiveerd. Daardoor vielen ze op, en vanaf de middeleeuwen werden ze in Europa geïmporteerd en verder gekweekt.

Maar import van planten impliceert niet zelden import van plantenparasieten. Zo verzeilde een kleine eeuw geleden de rododendroncicade uit Amerika via rododendronverzamelaars in Engeland, van waaruit zij een dertigtal jaren later het Europese vasteland begon te koloniseren. Het is een klein, prachtig gekleurd insect. De lichtgroene cicade wordt niet groter dan een centimeter en heeft twee opvallende, oranjebruine strepen op haar vleugels. De voorbije halve eeuw is ze in onze contreien uitgegroeid tot een algemene verschijning, zo goed als exclusief op rododendrons.

De cicade overwintert als ei onder een schub in de knop van een rododendron. In het voorjaar, als de plant begint te bloeien, kruipen er groene larven uit de eitjes. Ze zien er een beetje uit als bladluizen, maar ze zijn veel beweeglijker. Doorgaans hangen ze aan de onderkant van een blad, waar ze sap uit de plant zuigen om te groeien. In de vroege zomer worden ze volwassen en paren ze. Vanaf augustus beginnen ze eitjes te leggen. Het klinkt als een banaal insectenbestaan.

Maar helaas voor de rododendronliefhebbers onder ons bracht de cicade een schimmel mee: de rododendronknopvreter. De twee lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. De schimmel profiteert van de cicade om zich te verspreiden, maar of de aanwezigheid van de schimmel een voordeel biedt voor de cicade is onduidelijk.

Bij het leggen van de eitjes in een rododendronknop komt er geregeld een beetje schimmel uit de cicade mee. Die kan gaan woekeren, waardoor een jaar na afzetting honderden piepkleine zwarte speldenknopachtige zwammetjes op de afgestorven plantenknoppen opduiken. De schimmel is gelukkig minder algemeen dan de cicade, maar kwekers van rododendrons maken er zich wel kopzorg over. Omdat hij zo sterk aan de aanwezigheid van de cicade gekoppeld is, valt hij niet uit te roeien.

De cicaden worden aangevallen door lieveheersbeestjes en vogels zoals mezen. Die kunnen de populaties wel wat onder controle houden, maar ook hier zit uitroeien er niet in. Het is een zoveelste verhaal van geïmporteerde uitheemse planten die aangevallen worden door uitheemse parasieten. Plant, dier én schimmel konden zich moeiteloos in ons landschap integreren.

Partner Content