In de bijentuin van Damme: ‘Hier tonen we hoe mooi naturel kan zijn’
De bijentuin in Damme is het zeer levende bewijs dat een natuurvriendelijke tuin een streling voor het oog kan zijn. Verslag van een door Joachim Coens onderbroken wandeling met bezielster Chantal Van Rie: ‘Je moet de mensen duidelijk maken dat er een visie achter dat lange gras zit.’
Sinds 2019 heeft Damme een bijentuin. Het is een parel. De tuin omarmt de bibliotheek van Damme. Wie in de leeszaal zit, kijkt over een gul bloeiende bloemenweide recht het verre akkerlandschap in. De stilte wordt opgeleukt door het gekwetter van zwaluwen en zelfs de roep van kievitten. Die akkervogels staan onder druk, maar vinden een onderkomen in de bloemenweides van de Bijentuin, zegt Chantal Van Rie, terwijl we door een zee van bloeiende boterbloemen wandelen. ‘De kievitten komen hier broeden omdat ze in of langs de akkers geen rust vinden.’
Van Rie is het hoofd van de groendienst van Damme en bezielster van de bijentuin van Damme. Op mindere dagen zou ik ze een bezig bijtje durven noemen. Van Rie heeft energie voor twee en ideeën voor drie. Na een carrière in het onderwijs volgde ze een opleiding groenmanagement. ‘De groene trigger kwam er terwijl ik even thuis zat tijdens een dipje. Toen ben ik een tuinplan gaan maken. We hadden de klassieke tuin: gazon, kinderzwembadje, terras. Nu heb ik geen gras meer, ik maai niet enkel in mei niet, ik moet nooit meer maaien. Het zijn allemaal bloemen geworden.’
Proper
Van Rie werd hoofd van de groendienst, maar bleef lerares. Vurig legt ze uit hoe de bijentuin in elkaar zit, ze is ervan overtuigd dat sensibiliseren cruciaal is om zowel inwoners als groenmedewerkers mee te krijgen in een ander groenbeheer. ‘Groenbeheer focust al te vaak op onderhoud. Alles moet proper zijn, dat idee. (schudt het hoofd) Daar moeten we van af, wat niet lukt van de ene dag op de ander. Onze medewerkers zijn intussen mee, en wel omdat ze veel fijner werk zijn mogen gaan doen dan louter gras maaien. Ze zijn ook echt gaan meedenken, zijn intussen echt creatief geworden.’
Ze wijst naar de speelhoek in de bijentuin. Daar staat een wilgenhut en met acaciapalen is een stijlvol klimtuig gemaakt. ‘Die palen zijn hier gewoon neergegooid en onze mensen zijn ermee aan de slag gegaan. Het resultaat mag gezien worden.’ In de speelhoek staat wat men in Damme ‘de langste tafel’ noemt: een houten tafel waaraan gemakkelijk 20 mensen kunnen zitten. ‘Hier kunnen ouders gezellig picknicken terwijl hun kinderen zich uitleven, je hebt hier perfect zicht op wat ze doen. Vlakbij ligt de poel, die kunnen de kinderen veilig verkennen.’
Die poel is aangelegd met planten die gesprokkeld werden overal in Damme, zegt Van Rie. Ze blijkt de tuin volledig op die creatieve manier te hebben aangelegd. ‘Om de bijentuin te realiseren, hebben we een volledig netwerk geknoopt. Het plantgoed is grotendeels gesponsord, bijvoorbeeld. Goed voor ons budget, en plantenkwekers kunnen tonen wat ze in huis hebben aan goede bijen- en insectenplanten.’
Een mooi voorbeeld van Van Rie’s out of the box-denken en overtuigings- en netwerkkracht, is de wilgenlaan. Die wordt gevormd door knoestige knotwilgen van meer dan 60 jaar oud, waartussen een vlonderpad loopt dat is aangelegd door een sociaaltewerkstellingsbedrijf. ‘Die bomen zouden sneuvelen omdat ze in de weg stonden voor elektriciteitspalen. We hebben Elia kunnen overtuigen om die bomen naar hier te verplanten. Prachtig toch? Waarom zouden die bomen moeten sneuvelen, terwijl we ze hier een tweede leven kunnen geven?’
Bij-dankt
Intussen won de bijentuin verschillende prijzen, wat helpt om de publieke opinie mee te krijgen. ‘Wat een ‘vuile boel’, klonk het wanneer het gras te hoog stond. Wat hebben we dus gedaan? Iemand aangesproken die steengoed is in het maken van hooimijten. Die heeft met dat lange, gemaaide gras prachtige hooimijten gemaakt. En we hebben daar een evenement van gemaakt, met de pers erbij. Zo toon je aan de bewoners dat je een visie hebt, dat er een idee achter zit.’ Met de slogan ‘Bij-dankt’ op bordjes worden inwoners diets gemaakt dat dat lange gras goed is voor de biodiversiteit.
De bijentuin is cruciaal in Van Rie’s missie. ‘Hier willen we de bewoners inspireren. De bijentuin is natuurlijk groter dan de gemiddelde tuin, maar je vindt hier voor elk wat wils. Neem ons verticaal groen: een plantenbak met ingebouwd bewateringssysteem, die een muur meteen opfleurt. Daarmee kan je een koertje in geen tijd, en niet eens heel duur, vergroenen. Of het pad naar de ingang van de bibliotheek. Verhard, zodat rolstoelgebruikers moeiteloos door kunnen, maar wel helemaal waterdoorlatend. Op ons grote informatiebord is een stukje groendak aangelegd, met vetplantjes. En in het deel van de tuin die vooral in de schaduw zit, bewijzen we dat mensen die een tuin met veel schaduw hebben ook bloeiende planten kunnen zetten. Wie dan weer veel muren heeft, kan hier inspiratie opdoen voor klimrozen en leifruit. Dat leifruit kan ook dienen als afsluiting, in plaats van altijd weer de klassieke haag.’
In de bijentuin geeft Van Rie ook workshops. ‘Mensen kunnen hier langskomen voor basisinformatie over een bijenvriendelijke tuin. Bij een tweede bezoek mogen ze hun tuinplan meenemen, waarop wij dan feedback geven. Bijsturen, zeg maar. (lacht)‘
De bijentuin heeft speciale aandacht voor de water- en droogteproblematiek, zegt Van Rie nog. ‘Naast die groene muur met ingebouwd zuinig bewateringsysteem, hebben we enkele droogteresistente struiken aangeplant en is er de graveltuin. Dat is een tuin waarin je de planten, veel grassen, nooit water geeft. Ze zijn zeer droogteresistent, staan in dolomiet, dat het water zeer goed doorlaat. Hun meerwaarde voor de biodiversiteit is dat ze zorgen voor beschutting voor insecten. Daarom laten we ze ook groeien en knippen we ze niet in de winter.’
Joachim Coens: ‘Als de bijen sterven, dan sterven de mensen’
Van Rie’s telefoon gaat. Op het scherm verschijnt het gezicht van CD&V-voorzitter Joachim Coens. Hij zit in Brussel voor de federale fractievergadering van CD&V maar wil als burgemeester toch zeer graag iets zeggen over de bijentuin in zijn Damme. ‘We tonen ermee aan de mensen hoe mooi naturel kan zijn.’ Hij uit zich als een fan van Maai Mei Niet, waarover hij schreef dat het ‘ecologie weer sexy maakt‘.
‘De bijentuin en Maai Mei Niet wijzen er allebei op wat wij zélf kunnen doen in onze directe omgeving, van de tuin tot het openbaar domein. Klimaatverandering, de milieucrisis… Het zijn grote uitdagingen, waarvoor de individuele mens zich soms te klein voelt. Als de bijen sterven, dan sterven de mensen. Wel, iedereen kan daar iets aan doen, zelfs kleine dingen zijn van waarde, zoals minder maaien en meer bloemen planten.’
Coens laat al altijd zijn gras graag groeien. ‘Vroeger kreeg ik daar veel commentaar op van vrienden en familie. ‘Wanneer ga je uw gras afrijden,’ moest ik altijd horen. Ook in het openbaar domein werd wat wildheid niet getolereerd. Sinds een paar jaren voel ik een mentaliteitswijziging. Daarbij helpt het dat je communiceert, dat je de mensen uitlegt wat je doet, waar Chantal zo op hamert. En wat het beste van al werkt, is dat mensen zien hoe mooi het wordt.’ Hier in Damme spreekt zwaluw noch kievit dat tegen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier