Dierenrechten: ‘Het is denkbaar dat koeien in stallen binnenkort meer ‘rechten’ krijgen’
Het debat over dierenrechten woedt volop. Hoever kunnen we gaan in het verlenen van rechten aan niet alleen de natuur, maar ook aan individuele dieren?
Een tijdje geleden werd ik in een polderlandschap tegengehouden door een boer. Na de stilaan gebruikelijke onbeleefdheden als begroeting beet hij me toe dat de stikstofproblematiek een verzinsel was van ‘de groenen’ om de waarde van landbouwgrond in de buurt van natuurgebieden te doen dalen, zodat natuurverenigingen hem goedkoop kunnen kopen om hem dan af te sluiten voor eigen gebruik. Hij besloot zijn tirade met een – waarschijnlijk retorisch bedoelde – vraag: ‘En wat gaat het volgende zijn dat ge gaat verzinnen om boeren lastig te vallen? Rechten voor de koeien in mijn stallen?’
Hij viel stil toen ik volmondig ‘ja’ antwoordde. Zijn ongerustheid over die optie was zo groot dat hij er vragen over begon te stellen, zodat we finaal toch een min of meer normaal gesprek konden voeren. Bij zijn vertrek bedankte hij me voor mijn uitleg.
Dierenrechten, en bij uitbreiding rechten voor de natuur, zijn een hot topic in de wereld van natuur- en dierenbeschermers. Volgens milieujurist Jessica den Outer, medebezieler van de Nederlandse Stichting Rechten van de Natuur, zijn natuurrechten ‘een van de snelst groeiende juridische sectoren in de wereld’. Het is een beweging die vooral bottom-up werkt, met bezorgde burgers die proberen politici te overtuigen.
Sequoia’s vs. Disney
Her en der zijn al successen geboekt. In 2008 nam Ecuador als eerste land ooit natuurrechten op in zijn grondwet. ‘Natuur’ werd niet verder gespecificeerd, dus het kan op alles van toepassing zijn, dieren inbegrepen. In 2014 kreeg een rivier in Nieuw-Zeeland als allereerste natuurelement ‘rechtspersoonlijkheid’ en dus in principe rechten vergelijkbaar met die van mensen.
Het is denkbaar dat koeien in stallen binnenkort meer ‘rechten’ krijgen.
In 2022 kreeg de sterk vervuilde lagune Mar Menor in het zuidoosten van Spanje het recht op bescherming en herstel. Haar juridische status biedt haar zelfs het recht om ‘te bestaan als een ecosysteem en op natuurlijke wijze te evolueren’. Het valt wel af te wachten of het de natuurwaarde van het gebied ten goede zal komen.
olgens Den Outer begon het pleiten voor rechten voor de natuur concreet in 1972. De Amerikaanse milieuorganisatie Sierra Club eiste toen bij het Amerikaanse Hooggerechtshof dat oeroude sequoiabomen beschermd zouden worden tegen kap – de Disney-holding wilde er een skiresort aanleggen. Ze kreeg een njet. Het voornaamste bezwaar van de rechters was dat de actievoerders opkwamen voor bomen in plaats van bijvoorbeeld wandelaars en kampeerders. Anders hadden ze het mogelijk gehaald.
Het was de rechtstreekse aanleiding voor de ontwikkeling van het concept van rechtspersoonlijkheid voor (in dit geval) bomen. ‘Het basisidee’, zegt Den Outer, ‘is dat als je rechtspersoonlijkheid kunt geven aan menselijke fictie, zoals bedrijven, je het evengoed kunt geven aan dieren en planten. Normen en waarden veranderen constant, dus zou het ook voor rechten moeten gelden. Hoe lang zijn zwarte slaven niet eigendom van iemand geweest in plaats van mensen met eigen rechten? Omgekeerd zou je dan natuurlijk de situatie kunnen krijgen dat mensen die claimen last te hebben van bladeren van een boom van de buren niet langer de buren kunnen aanklagen, maar wel de boom.’
Wreedheid tegen paarden
Den Outer sprak op een studiedag over natuurrechten, georganiseerd door Vogelbescherming Vlaanderen. Ook milieufilosoof Glenn Deliège (Hogent) voerde er het woord. Hij legde de nadruk op het verschil tussen soorten en individuen. Soortenbescherming speelt vooral op het niveau van de functie en zeldzaamheid van een soort. Er is de neiging om zeldzame soorten als ‘waardevoller’ te beschouwen dan algemene, wat bijvoorbeeld aan de orde is als je bosgebied wilt omzetten in heide. In zo’n discussie tellen de rechten van individuele dieren minder. Bosdieren kunnen dan het slachtoffer worden van een goedbedoelde natuuringreep.
De aandacht voor dierenwelzijn begon in de 18e eeuw, toen autoriteiten in steden sterker wilden optreden tegen wreedheid, niet alleen tegen mensen maar ook tegen nutsdieren zoals paarden. Het mondde uit in de vraag of dieren kunnen lijden. Het orgelpunt van het eeuwenlange debat was de publicatie in 1975 van het boek Animal Liberation van de Australische filosoof Peter Singer. Hij pleitte voor niets minder dan de volledige gelijkheid in behandeling van mensen en andere dieren.
Als dieren het zwarte schaap zijn: ‘De huismus kreeg de schuld voor slechte oogsten’
Deliège breekt een lans voor meer praten mét dieren in plaats van over dieren, voor meer vertrouwdheid mét dieren dan kennis over dieren. Hij maakt een onderscheid tussen gedomesticeerde en wilde dieren. Volgens hem hebben we over de laatste niets te zeggen en moeten we in onze houding ten opzichte van hen vooral diplomatisch zijn. Waarom zou een lentevuurspin het recht moeten krijgen om beschermd te worden? Recht is een menselijk construct, waar een dier in principe niets mee te maken heeft.
Burgerschap voor bijen
Milieujurist Hendrik Schoukens (UGent) wees er op de studiedag op dat zowel religie als humanisme de mens centraal in de wereld stelde. Volgens de 17e-eeuwse filosoof René Descartes waren dieren niet meer dan ‘automata’ zonder enige vorm van autonomie. Pas met Charles Darwin en zijn evolutiemechanismen kregen dieren een prominentere rol, maar dat inzicht werd tot voor kort juridisch nooit ernstig genomen. Nu heeft een land als Costa Rica ‘burgerschap’ toegekend aan bijen en andere bestuivers in stadsranden, wat gevolgen heeft voor ontwikkelaars, die er rekening mee moeten houden.
Schoukens merkt op dat onze huidige wetgeving al rechten kan toekennen aan dieren. De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft bijvoorbeeld een vergunning voor een fietspad met verlichting vernietigd, omdat het de aanwezige glimwormen zou schaden. Er zijn cases waarin boetes werden opgelegd voor het doden van beschermde wilde dieren, zoals een blauwe reiger, die hun ‘waarde’ moeten weerspiegelen. In het geval van een door een jager doodgeknuppelde wilde das werden dierenwelzijnsargumenten in de veroordeling opgenomen.
De sluiting van het dolfinarium in Brugge heeft vooral te maken met meer aandacht voor het welzijn van dieren.
Het is opvallend dat in Vlaanderen het politieke mandaat voor dierenwelzijn losgekoppeld is van zowel landbouw als natuur. Dierenwelzijnsargumenten speelden een cruciale rol in de beslissing om het dolfinarium van Brugge te laten sluiten. Dolfijnen zijn niet geschikt voor een leven in een zwembad, omdat ze er hun natuurlijke levensstijl niet kunnen etaleren. De regels voor het houden van dieren in gevangenschap, zowel in dierentuinen als in stallen, worden steeds strenger. Het is niet uitgesloten dat koeien op relatief korte termijn effectief het juridisch recht op een aanvaardbaar leven krijgen. Het is een langzame evolutie, maar ze gaat de juiste richting uit.
Rivieren als kanalen
Beschermingsregels garanderen echter niet noodzakelijk beterschap. Dat bleek uit de bijdrage van milieujurist Carole Billiet (UHasselt) op de studiedag. Haar verhaal draaide om de leeuwerik, waarvan het broedbestand in onze contreien de laatste halve eeuw letterlijk gedecimeerd is. Toch geniet de leeuwerik al sinds 1873 bescherming, omdat hij als insecteneter als nuttig voor de landbouw werd beschouwd. In de tweede helft van de 20e eeuw werd zijn bescherming stelselmatig uitgebreid, onder meer door Europese regelgeving.
Maar ze bleek niet opgewassen tegen factoren als grootschalig pesticidegebruik en biotoopverlies. Vroeger kwam de leeuwerik algemeen voor in ons landschap, nu is hij een zeldzaamheid in natuurgebieden. Hij is een van de vele slachtoffers van de biodiversiteitscrisis, die een gevolg is van de steeds groter wordende greep van de mensheid op zijn leefomgeving.
Toch zouden we beter wat voorzichtiger zijn. We zijn vergeten dat natuur geen statisch gegeven is, ze is dynamisch. Rivieren zijn niet gemaakt om in het keurslijf van een kanaal te zitten, maar om te overstromen. Het zijn niet wolven en beren die onze dorpen en steden binnendringen, maar dorpen en steden die uitbreiden in wolven- en berengebied. Zo kunnen dieren- en natuurrechten haaks staan op mensenrechten. Wat het extra nuttig maakt om te trachten ze te integreren.
Weyts en Brouns
Maar zit de natuur wel te wachten op rechten van de mens? Een wilde hamster kan niet opkomen voor zijn recht om niet uit te sterven. Hij heeft daar vertegenwoordigers uit de mensenwereld voor nodig. Uiteindelijk draait het meestal uit op het afwegen van belangen: mensenbelangen versus belangen van dieren en andere natuurelementen.
Zeldzame soorten worden als waardevoller beschouwd dan algemene.
‘Op zich heb je als mens geen wolven nodig’, zegt Hendrik Schoukens. ‘Maar je hebt wel overstromingsgebieden nodig om de gevolgen van de klimaatopwarming tegen te gaan. Je kunt dan een concrete waarde aan natuur toekennen, op basis van haar nut voor de mens. Dat wordt doorgaans groter naarmate je meer op lange termijn kijkt, want dan verhoogt de kans op bijvoorbeeld waterbommen. Rechten voor de natuur blijven iets antropocentrisch, zelfs als ze afgedwongen worden. Maar ook mensenrechten hebben alleen zin als iemand ze afdwingt.’
Het laatste woord was voor Danny Jacobs, voorzitter van Vogelbescherming Vlaanderen. Hij pleitte ervoor om plichten voor de mens te koppelen aan rechten voor de natuur. Er zijn niet veel plekken meer zonder menselijke interferentie, zodat we meer moeten leren samenleven met de natuur. Jacobs besloot dat we ‘een frisse wind met wervende toekomstbeelden door de politiek moeten laten waaien’.
Dat het laatste nodig is, bleek uit het feit dat zowel minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (CD&V) als minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) niet inging op de vraag om het slotwoord op de studiedag te verzorgen. We zijn er nog niet.
Waarom het erg is dat er diersoorten verdwijnen (en 4 andere vragen over biodiversiteit)