‘De brexit creëert onduidelijkheid voor de Noordzee’
Hoe is het op deze Wereld Oceanen Dag gesteld met de gezondheid van de Noordzee? Knack sprak met de Britse marinebioloog Mike Elliott. ‘Als wetenschapper kun je zaken signaleren, maar uiteindelijk beslist de samenleving wat er gebeurt.’
‘Hoe kunnen we onze oceanen, zeeën en hun rijkdom het best beschermen en ze op een duurzame manier gebruiken?’ Dat is de hamvraag op de oceanenconferentie van de Verenigde Naties (VN) die deze week in New York plaatsvindt. Het antwoord moet de VN helpen tegen 2030 nummer 14 van haar Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken.
De Noordzee vormt een relatief klein deel in het geheel van de globale wateren. Maar er leven ongeveer 158 miljoen mensen langs haar kusten, waarvoor ze een belangrijke sociaal-economische functie vervult. ‘Als wij er vanuit België of het Verenigd Koninkrijk naar kijken, is het een kleine en ondiepe zee. Wie in het hoge Noorden staat, ziet een grote baai door maar liefst acht landen omgeven wordt.’ Marinebioloog en directeur van het Instituut voor Kuststudies, Universiteit Hull, Verenigd Koninkrijk, Mike Elliott, bestudeert de kusten van de Noordzee al jaren. ‘De grote uitdaging is om alle activiteiten zodanig op elkaar af te stemmen dat de gezondheid van de ecosystemen gewaarborgd blijft.’
Hoe kun je de ecologie onderhouden en beschermen terwijl je ook de zaken levert die de samenleving wil?
Mike Elliott, marinebioloog
Hij neemt er een dia uit een presentatie bij. ‘Het ecosysteem van de Noordzee levert onze samenleving diensten. Toeristen genieten van de stranden langs de kust. De golven en de getijden transporteren sedimenten die belangrijk zijn als leefgebied voor vis en voor de kustveiligheid. Wij moeten op onze beurt actie ondernemen om die diensten in maatschappelijk winst om te zetten. Om van de Noordzee te profiteren, plaatsen we er zaken in – bruggen, gebouwen, – en nemen we er zaken uit – vis, sedimenten, ruimte. Maar, we moeten ook rekening houden met externe elementen, waar we niet altijd vat op hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan de klimaatverandering. Een goed Noordzeemanagement geeft een antwoord op de vraag: hoe kun je de ecologie onderhouden en beschermen terwijl je ook de zaken levert die de samenleving wil?’
De kustlijn van de Noordzee is duizenden kilometers lang en loopt langs maar liefst acht landen landen. Hoe maak je dat iedereen zijn ding kan doen en hou je de impact van die activiteiten onder controle?
Mike Elliott : Elk land beslist hoe het zijn deel van de Noordzee exploiteert via een maritiem ruimtelijk plan dat het in opdracht van de Europese Commissie moet opmaken. Dus, waar doe je aan visserij? Waar kan zand worden gewonnen? Waar vinden industriële activiteiten plaats? Welke plekken worden opengesteld of gereserveerd voor toerisme. Waar bevindt er zich natuurgebied? In combinatie met Europese richtlijnen en internationale verdragen vormen die plannen de leidraad voor het Noordzeemanagement.
U en uw collega’s stellen dat dat management rekening moet houden met tien principes, die best in harmonie worden gebracht.
Elliott: Klopt, oorspronkelijk waren het er zes. Een activiteit moest ecologisch duurzaam. technologisch uitvoerbaar, sociaal wenselijk of aanvaardbaar, juridisch toelaatbaar en administratief haalbaar zijn. Nadien voegden we ‘politiek aanbevelenswaardig’ toe. Je plan kan immers aan de zes eerste punten voldoen, als beleidslui het niet willen uitvoeren, sta je voor schut. Kijk maar naar presidenten als George W. Bush of Donald Trump die het klimaatprobleem ontkennen. Zij zullen er dus ook niets aan willen doen. Later voegden we nog ‘moreel correct’ en ‘cultureel inclusief’ als toetsstenen toe. Die moeten garanderen dat je bijvoorbeeld ook rekening houdt met de belangen van culturele minderheden. Ten slotte moet een actie of plan ook effectief naar je publiek communiceren. Wie de tien principes bekijkt, ziet dat negen ervan betrekking hebben op de samenleving en dat slechts eentje gaat over de omgeving.
Op welke principes ligt de klemtoon vandaag?
Elliott: Had je me dat vijftien jaar geleden gevraagd, had ik waarschijnlijk gezegd: op de ecologische belangen. Maar sinds de economische crisis van 2008 gaat er meer aandacht naar economie en business.
Bedreigt die focus op het economische de andere aspecten?
Elliott: Het hangt ervan af hoe je het bekijkt. België wil bijvoorbeeld meer activiteit rond hernieuwbare energie. Het zal daarvoor in windmolens investeren. Jullie hebben niet veel land, dus biedt de zee een aanvullend alternatief. Maar als je turbines op de zeebodem zet, met stenen eromheen om de erosie tegen te gaan, dan verander je de ecologie op die plaats. De bodem wordt bijvoorbeeld minder geschikt voor platvis. Anderzijds gedijen meer soorten op een stenige ondergrond dan op het zand. Daarom zullen sommige biologen zeggen dat de ecologie erop vooruitgaat, terwijl anderen benadrukken dat de plaatsing van de molens en bijhorende steenpartijen het natuurlijke systeem verandert.
Het verhaal is dus niet zwart-wit?
Elliott: Klopt. Bovendien kun je als wetenschapper zeggen wat je vindt, uiteindelijk is het de samenleving die beslist. Dat besluit is een compromis van wat de verschillende stakeholders wensen. Het impliceert ook dat bepaalde zaken gebeuren, die de samenleving niet wil maar wel tolereert. Je wil waarschijnlijk schone stranden zodat je in het water kan zwemmen. Maar je accepteert wel vervuiling van de zee via de riolering. Dat is immers een goedkope manier om van je afval af te geraken.
Is de samenleving voldoende geïnformeerd over het wel en wee van de Noordzee om doordachte keuzes te maken?
De machtigste man ter wereld verwerkt informatie enkel via soundbytes
Elliott: Als dat niet zo is, is dat jouw en mijn fout. Ken je de verspreidingsdiamant (dissemination diamond)? Die geeft weer hoe verschillende groepen informatie consumeren. Het brede publiek ontvangt informatie in soundbytes en bits, via een tweet, een Facebook-post, een nieuwsitem van dertig seconden. Studenten en wetenschappers consumeren boeken en papers. Consultants en adviseurs zullen kortere rapporten raadplegen. Beleidsvoerders beperken zich tot stukken van vijftig pagina’s en beleidsmakers vragen niet meer dan twee bladzijden informatie. Ten slotte heb je nog mensen zoals Donald Trump, die niet verder komt dan een tweet. Je start dus met een publiek dat informatie deelt via soundbytes en bits en je eindigt met de machtigste man ter wereld die informatie enkel via soundbytes verwerkt. Daartussen bevindt zich een grote hoeveelheid wetenschappelijk kennis die niet bij de mensen terechtkomt.
Heeft die beperkte informatie-overdracht een impact op de keuzes die worden gemaakt?
Elliott: Ja. Daarom moeten we ervoor zorgen dat het publiek en de stakeholders bij het verhaal betrokken worden, zodat de impact positief is.
Welke rol spelen de havens in het Noordzeemanagement?
Elliott: Ze moeten een beheersplan opmaken. Daarin staat wat er waar te gebeuren staat. Daarmee tonen ze aan dat ze duurzaam bezig zijn en niet ingaan tegen de Europese richtlijnen. In het plan worden bepaalde keuzes gemaakt. Een bijzonder probleem voor havens als Hamburg en Antwerpen is de diepte van de toegangsgeul. Beide havens liggen aan de bovenloop van een estuarium (riviermond), waar het minder diep is dan dichter bij zee. Om grote schepen te ontvangen, moet een haven als Antwerpen haar toegangsgeulen constant (laten) baggeren. Bovendien worden de eisen voor de dimensies van de vaargeulen steeds hoger. Door die ingrepen wordt het natuurlijk evenwicht tussen de waterbeweging en de loop van de geulen verstoort. Het Schelde-estuarium probeert zich na het baggeren telkens te herstellen. Eens je begint te graven, moet je die actie dus blijven herhalen.
Eigenlijk ligt Antwerpen op de verkeerde plaats om grote schepen te ontvangen?
Antwerpen bevindt zich te veel landinwaarts om grote schepen te ontvangen
Elliott: Klopt, het bevindt zich net als Hamburg te ver landinwaarts. De havens van Rotterdam, Oostende en Zeebrugge zijn meer geschikt. Daar kunnen grote schepen aanmeren, waarna je de goederen via goede spoorwegnetten landinwaarts kunt brengen. Een andere optie is short-sea transport waarbij de grootste tankers naar een paar havens gaan. Van daaruit vertrekken dan kleinere boten naar havens meer landinwaarts. Momenteel kiest België ervoor om in Antwerpen te blijven baggeren. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Het voordeel van dat baggeren is economische winst. Het nadeel van die verdieping is meestal een stelselmatige achteruitgang van de kwaliteit van het onderwaterleven.
Als je de huidige toestand van de Noordzee vergelijkt met de jaren ’70 -’80. Zijn we er dan op vooruit gegaan?
Elliott: Als je terugkijkt naar de laatste decennia, dan is de situatie verbeterd. In bepaalde delen van de Schelde zwom destijds geen vis doordat het water van zuurstof verstoken was, door hoge concentraties organisch materiaal onder meer uit de industrie van Brussel en Antwerpen. De sedimenten aan het einde van de Rijn, in de haven van Rotterdam, waren zo vervuild dat het gebaggerde slib op land moest worden schoongemaakt en geborgen. Het mocht dus niet terug in zee worden gestort. Door de zware belasting met stikstof en fosfor in combinatie met bepaalde weersomstandigheden lag er schuim van algen op de stranden. Dat is allemaal ten goede veranderd. Met dank aan de Europese Unie.
U zie de Europese Unie als een belangrijke schakel in een succesvol Noordzeemanagement?
Elliott: Zeker. Ken je de BBC documentaire “Wat de Romeinen voor ons deden” (What the Romans did for us)? Het antwoord luidt: niets, behalve wegen en aquaducten aanleggen, zorgen voor centrale verwarming, muntstukken introduceren… Europa heeft een stevig beleidskader met een hoop richtlijnen en regels. Die moeten het duurzaam gebruik van de onderwaterrijkdommen en de bescherming van de biodiversiteit garanderen. Lidstaten die de richtlijnen schenden, worden voor het Europees hof in Brussel gebracht. Ze krijgen eerst een waarschuwing. Als de situatie niet verbetert, riskeren ze een boete van meer dan 600 000 euro per dag. Je weet niet hoe het de Noordzee zonder de Europese Unie was vergaan. Maar je kunt je wel afvragen wat individuele landen hadden gedaan, als er geen Europese richtlijnen waren. De kans is groot dat ze zich tot een minimaal engagement hadden beperkt. Vergelijk de situatie met die van een bedrijf dat afval produceert. Je vraagt de bedrijfsleider om dat afval duurzaam te verwerken. Want dat zou goed zijn voor hemzelf en voor zijn omgeving. Dan zal hij je vraag waarschijnlijk terugkoppelen naar zijn aandeelhouders. Maar als je het bedrijf voor de rechtbank daagt, dan past het zich onmiddellijk aan. Dat is de verdienste van Europa. Niemand verbiedt de Europese lidstaten om verder te gaan dan wat Europa vraagt – lees: om meer stappen richting duurzaamheid te zetten. Maar de meesten houden zich aan de Europese basis. Vooral sinds de economische crisis vragen steeds meer politici trouwens om de richtlijnen niet nog strenger te maken.
Heeft de brexit een impact op het Noordzeebeleid?
Wat doen we wanneer het VK na de brexit een overtreding begaat? Kan het dan nog voor het Europees Hof van Justitie worden gebracht?
Elliott: Zeker. Vandaag moet het VK zich aan de Europese richtlijnen houden. Ook op de dag dat we de EU verlaten, blijven de richtlijnen gelden. Met dank aan de Great Repeal Bill, die alle Europese wetgeving omzet in Brits recht. Maar wat doen we wanneer het VK een overtreding begaat? Kan het dan nog voor het Europees Hof van Justitie worden gebracht? Of verdwijnt die stok achter de deur? Dat is trouwens maar één van de problemen. Het is ook onduidelijk of het VK nog mee gaat bewegen met nieuwe Europese maatregelen of het zal blijven hangen op het huidige niveau. Tegelijk blijft het VK wel betrokken via allerlei ‘zijkanalen’ zoals ICES (International Council for the Exploration of the Sea, nvdr) en OSPAR (OSPAR Commission, Protection and conserving the North-East Atlantic and its resources, nvdr) en hun regels. Je kunt in elk geval besluiten dat de brexit veel onduidelijkheid creëert.
Welke vormen vandaag de grootste bedreigingen voor een succesvol Noordzeemanagement?
Elliott: Algemeen vormt de aangroei van mensen en activiteiten een bedreiging. Vandaag leven er aan de kusten van de Noordzee zo’n 185 miljoen mensen. Die willen alles hebben – hernieuwbare energie, meer ruimte voor ontspanning, meer havenactiviteit… Al die activiteiten houden risico’s in en kunnen zaken in gevaar brengen die we waardevol vinden. Wat ons momenteel grote zorgen baart, is het zwerfvuil. Dat komt in alle vormen -macro, micro en zelfs nano – van alle kanten – rivieren, straten, pijpen, vissersboten, straten, zonnebrandolie, … Mensen zien dat het een zootje is, maar zijn ze zich voldoende bewust van de impact op de zee? Zwerfvuil doodt dieren die het opeten, maar het vindt bijvoorbeeld evengoed zijn weg naar onze voedselketen. Een ander probleem is het gevaar voor eutrofiëring (de onnatuurlijk hoge concentratie van voedingsstoffen die leidt tot versnelde groei van algen en andere levensvormen, nvdr) door meststoffen die de boeren gebruiken om hun land te bewerken. Die komen via de rivieren uiteindelijk in de Noordzee terecht. Dat zijn allemaal vormen van pollutie, waarvan diegene die ze veroorzaakt de gevolgen niet onmiddellijk ziet. Bovendien is zo’n diffuse vervuiling moeilijk te controleren. De Noordzee is ook geen open zee: als het afval er eenmaal in zit, dan verdwijnt het niet meer vanzelf. Verder is er natuurlijk de klimaatverandering, waardoor het waterpeil stijgt en de inwoners van de kusten op termijn worden bedreigd en ook het risico op stormen toeneemt. Tegelijk zakt het land in Engeland, Nederland en België als gevolg van isostatische bewegingen. Dat zijn zaken waar we geen vat op hebben.
Tijd om aan de alarmbel te trekken?
Elliott: We moeten problemen blijven identificeren, controleren en verbeteren. Tot nog toe slagen we daarin. Een grote kracht van de Noordzee is de flexibiliteit van haar natuurlijk systeem. Dat verandert wel door alle dingen die er in en rondom gebeuren, maar het verkeert vooralsnog in redelijk goede gezondheid. De Noordzee is niet meer ‘ongerept’ en ze zal dat ook niet meer worden. Er wonen nu andere soorten organismen in haar water en op haar bodem dan toen nog niemand het systeem ooit had verstoord. Maar het is tijdverlies om de huidige toestand te vergelijken met zo’n hypothetische situatie. We streven dus niet naar een ‘ongerepte’ maar naar een ‘goede’ score. Op een schaal van 0 tot 100 – met 0 voor ‘volledig geruïneerd’ en 100 voor ‘ongerept’- geloof ik dat de Noordzee vandaag tussen 70 en 80 scoort.
Dat klinkt hoopvol.
Elliott: Ja, op voorwaarde dat we het management van de Noordzee stap voor stap blijven verbeteren. Daarbij is zowel de samenwerking van Europese lidstaten onderling en met derde landen zoals het VK en Noorwegen belangrijk. Enkel zo kunnen we een duurzaam evenwicht tussen zorg voor de omgeving en economie bereiken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier