Marc Vandepitte (PVDA)

‘Beurzen reageren opgelucht op klimaattop. Wat moeten we daar van denken?’

Marc Vandepitte (PVDA) Auteur en leerkracht

‘De voorbije klimaattop was een triomftocht van goede voornemens en biedt interessante perspectieven. Maar de reacties van de beurzen zetten ons wel met de voeten terug op de grond’, schrijft auteur Marc Vandepitte.

De framing van de media over het klimaatakkoord in Parijs was er een van euforie: stralende politici, een “historisch” akkoord, “vooral positieve reacties” en praktisch geen kritische geluiden. Het leek wel één grote ‘oef, de planeet is gered’.

En ja, de top was een denderende diplomatieke overwinning. Er was eensgezindheid over de doelstellingen bij alle landen, er is een juridisch kader geschapen voor de opvolging, en in de teksten zitten interessante passages over een holistische en niet-marktgerichte benadering van duurzame ontwikkeling.

Beurzen reageren opgelucht op klimaattop. Wat moeten we daar van denken?

Dat is niet niks. Maar zoals Jeffrey Sachs, adviseur van Ban Ki-moon, opmerkt: “het is cruciaal om een onderscheid te maken tussen diplomatie en implementatie”. De doelstelling om de opwarming van de planeet te beperken tot 2°C en zelfs tot 1,5°C is lovenswaardig, maar dat zijn enkel voornemens op planetair niveau. Als de actieplannen van de nationale regeringen worden uitgevoerd dan stijgt de planeet tot liefst 2,7°C, op voorwaarde dat ze al uitgevoerd worden, want er is niet de minste afdwingbaarheid t.a.v. die plannen. Volgens Sachs zal de grens van 1,5°C in de komende decennia al bereikt worden.

Planet or Profit?

Uiteindelijk draait het in zo’n klimaattop allemaal om geld. En het gaat over veel geld. De 200 grootste olie-, gas- en steenkoolbedrijven hebben een gezamenlijke marktwaarde van 4.000 miljard dollar, dat is evenveel als het gezamenlijke BNP van de landen van Latijns-Amerika. Deze giganten dulden geen enkele aantasting van hun economisch of financieel imperium. Zij hebben de top in Parijs gesponsord met miljoenen dollars en hun lobbyisten zaten mee aan de onderhandelingstafel.

De keuze waarvoor we staan is eigenlijk vrij eenvoudig. Ofwel verbranden we in de toekomst de volledige voorraad fossiele brandstoffen waarover we beschikken, en stevenen we af op een temperatuurstijging tussen 3 en 5°C, wat de planeet grotendeels onleefbaar zal maken. Ofwel proberen we de temperatuurstijging beneden de 2°C te houden en mogen we slechts 20 tot 40 procent van de voorraden verbranden.

Indien de energiegiganten 60 tot 80 procent van hun reserves onaangeroerd moeten laten zal de commerciële waarde van hun voorraden in elkaar storten, zullen die bedrijven elke kredietwaardigheid verliezen en zullen hun aandeelkoersen kelderen. Het was dan ook uitkijken hoe de beurzen zouden reageren op de voorbije klimaattop.

De beurzen halen opgelucht adem

Bij een adequaat klimaatakkoord hadden de aandelen van de fossiele energiebedrijven moeten kelderen en die van de groene energiebedrijven omhoog moeten veren. Dat is allesbehalve hoe de beurzen reageerden.

Na de klimaattop wonnen de ‘groene’ aandelen nauwelijks 1,5 tot 2 procent, terwijl de olie- en gasaandelen slechts met een halve procent daalden. En zelfs de aandelen van de grootste boosdoener, de kolenindustrie, deelden niet in de klappen, integendeel. In aanloop naar de top zagen we die aandelen gestaag dalen, uit vrees voor een top met bindende afspraken. Nu de top achter de rug is, is die neerwaartse trend gestopt. Oef.

De CEO’s van de fossiele industrie waren er na afloop van de top tamelijk gerust in. Ze geloven niet dat de bereikte akkoorden een direct impact zullen hebben op hun business. “Om eerlijk te zijn, we zijn niet al te ongerust. Het akkoord verandert niet veel op dit moment”, aldus een CEO uit de kolenindustrie. Een topmanager uit de petroleumsector zegt “dat de industrie op dit moment andere, meer dringende zorgen heeft, namelijk de lage olieprijs” Een kader van een bedrijf voor alternatieve energie ziet voor zijn bedrijf “weinig betekenisvolle verandering voor de volgende 4 à 5 jaar”.

De energiemonopolies, en met hen de financiële markten en de aandeelhouders, gaan er vrolijk van uit dat de politieke wereld niet zal doen wat ze beloven.

De energiemonopolies, en met hen de financiële markten en de aandeelhouders, gaan er vrolijk van uit dat de politieke wereld niet zal doen wat ze beloven. “Shall we save the planet? No, we should, but … unfortunately the profit stands in the way.” Zo kan je de voorbije klimaattop misschien samenvatten.

Druk van onderuit

Het probleem is dat we wellicht te veel verwachten van de overheden. Volgens het IMF subsidiëren de nationale regeringen jaarlijks de fossiele energiesector met 5.300 miljard dollar (inclusief de kosten als gevolg van luchtvervuiling). Dat is duizend keer zoveel als ze spenderen aan research en development in hernieuwbare energie en vijftig maal het bedrag dat de rijke landen overhebben voor de ontwikkelingslanden om zich te wapen tegen de klimaatopwarming.

Die complete wanverhouding weerspiegelt de voorkeur van de machtige lobby’s en de krachtsverhoudingen op wereldvlak. Een klimaattop, hoe goed die ook gerund wordt, zal daaraan weinig verhelpen. De redding van de planeet zal afhangen van de druk van onderuit, in elk land afzonderlijk.

De overheden en de energiereuzen zullen moeten gedwongen worden om de planeet voorrang te geven op de winst. Het grote werk moet nog beginnen. Het is een race tegen de tijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content