Jonathan Lambregs

‘Betrek jongeren in internationale klimaatonderhandelingen’

Jonathan Lambregs Jongerenvertegenwoordiger van de Vlaamse Jeugdraad voor klimaat bij de Verenigde Naties

‘Jongeren tonen het belang van een groene economie aan’, schrijft Jonathan Lambregs vanop de Klimaattop in Peru. Hij roept op om hen meer te betrekken in internationale klimaatonderhandelingen.

Jonathan Lambregs volgt als Jongerenvertegenwoordiger van de Vlaamse Jeugdraad voor klimaat bij de Verenigde Naties de klimaatonderhandelingen op de COP20-top in Lima, Peru. Voor Knack.be schrijft hij dagelijks een stuk over wat hij er ziet en hoort.

De jongeren van vandaag zijn de belanghebbenden van morgen. Daarom is hen betrekken tijdens de COP 20 in Peru zo belangrijk. Zij tonen immers het belang van een groene economie. Maar wie moet eerst stappen ondernemen om die duurzame samenleving te realiseren? De beleidsmakers of jongeren? Een partnerschap tussen beide met een vleugje visie en politieke moed lijkt mij een ideaal recept.

Voor de noodzakelijke afwisseling en om af en toe eens zorgeloos achterover te leunen, worden er een hele reeks side-events georganiseerd hier in Lima tijdens de COP 20. Tijdens de uiteenzetting “the just transition to a renewable energy future” kwam ook de rol van politici aan bod in de overgang naar een duurzaam energiesysteem. Bij een drankje vroeg ik aan Anna van the world future council – een van de sprekers van het event – waarom beleidsmakers zo moeilijk te overtuigen zijn van hernieuwbare energie.

‘Er zijn nog veel machtige belangengroepen zoals de olielobby die daar een stokje voor steken’, antwoordde ze. Samen met ‘cambia el systema, no la clima‘ en ‘weg met het kapitalisme’ waren dat zowat de slagzinnen van de ‘Marcha del Pueblo’ in Lima deze ochtend. Twintig duizend manifestanten verzorgde een prachtig kleurrijke massamanifestatie tegen de klimaatopwarming, of beter nog, vóór het klimaat.

Toekomstige belangen

De oliesector speelt een belangrijke rol in de evolutie van de globale economie en de sector stelt flink wat mensen tewerk. Het is niet onbegrijpelijk dat beleidsmakers luisteren naar wat die sector te zeggen heeft. Beleidsmakers verdedigen immers huidige sociale en economische belangen die hen door verkiezingen aan de macht gebracht hebben. En natuurlijk ook omdat die huidige belangen via de schatkist – of andere omwegen – instaan voor hun loon.

Net daarom is het essentieel om jongeren te betrekken in de internationale klimaatonderhandelingen. Zij zijn diegene die in de toekomst bijdragen aan de economie en samenleving. Ze vertegenwoordigen de toekomstige belangen in een nieuwe en groene economie waarin de olieindustrie gelukkig geen rol meer speelt.

Voor beleidsmakers is het dus niet eenvoudig om te kiezen voor een nieuwe groene economie die een hertekening van de huidige structuur inhoudt. Toch biedt die economie heel wat kansen. Een kast vol rapporten van de Wereldbank, OESO, de Europese Commissie, het Internationaal Energieagentschap etc. becijferen de economische meerwaarde en tewerkstelling van een economie waarin broeikasgassen niet tegen hoog tempo in de atmosfeer gepompt worden.

Jongeren geven die cijfers een gezicht. Daarom organiseer ik samen met de VN-jongerenvertegenwoordiger van de Franstalige jeugdraad een speeddate event hier op de COP. De onderhandelaars komen zo in contact met jongeren die nu al in een groene economie werken: een investeerder van het Groen Klimaatfonds, iemand in de bouw die ziekenhuizen energie efficiënter maakt, en een biologische landbouwer.

Two tracks

De onderhandelingen hier in Lima zijn opgesplitst in twee onderhandelings-tracks. Eentje bespreekt de periode voor 2020 als het ware het verlengde van het Kyoto-akkoord. De tweede track gaat over de lange termijn, na 2020 en is het akkoord dat – hopelijk – in Parijs zijn uiteindelijke vorm zal aannemen. Ik sprak een professor van de VUB hier in Lima en die zei: ‘We moeten die investeringsbal zo snel mogelijk aan het rollen brengen. Daarvoor zijn partnerschappen nodig tussen ondernemers en regeringen. Blijven onderhandelen haalt toch niets uit’.

Hoewel ik wel degelijk overtuigd ben van het belang van deze internationale onderhandelingen, deel ik de mening van de professor dat er meer aandacht moet gaan naar het pre-2020 akkoord. Het is immers veel makkelijker als beleidsmaker om beslissingen te nemen voor over 10 jaar. Kans dat de politicus in kwestie dan nog op de regeringsstoel zit, is immers veel kleiner.

Het pre-2020 akkoord gaat over hoe de emissiekloof gedicht moet worden tussen hetgeen de landen zeggen te reduceren en de vermindering die nodig is om onder de 2 graden Celsius opwarming te blijven. Daar zo snel mogelijk meer duidelijkheid over geven brengt, zal de zaken in beweging brengen en stelt jongeren tewerk of voorziet hen kansen om te ondernemen in een groene economie.

Kip of het ei

Is het dus de beleidsmaker die eerst de krijtlijnen moet uitzetten waarin een duurzame economie en samenleving zich kan ontwikkelen? Of moeten jongeren bedrijfjes uit de grond stampen die volop werk maken van hernieuwbare energie en alternatieve transportmodi? Partnerschappen, zoals de professor van de VUB aangaf lijken mij een vooruitstrevende en pragmatische aanpak.

Het belang van dergelijke partnerschappen bleek uit de presentatie van Anna van de world future council. Zij vertelde over steden in Duitsland en eilanden zoals Hierro in las Canarias die 100% op hernieuwbare energie draaien (bezoek hier de website met steden en regionen die reeds op 100% hernieuwbare energie draaien). Enkel mogelijk door samenwerking tussen beleidsmaker, jongeren die de theorie omzetten in de praktijk en de bevolking. Een prachtig voorbeeld van hoe we kunnen samenwerken om een duurzame samenleving te realiseren.

Lees hier de vorige bijdragen van Jonathan Lambregs: ‘België helpt Filipijnse stormen te voorkomen in plaats van te genezen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content