‘Met welk geld wil de Vlaamse regering de rusthuisfactuur verlagen?’

Een verblijf in een rusthuis in Vlaanderen kost vandaag gemiddeld 1.790 euro per maand. ‘Wie kan dat nog betalen’, vraagt Kim De Witte (PVDA) zich af. ‘De prijzen stijgen omwille van de veel te lage personeelsnormen en de snelle commercialisering. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) belooft een extra zorgpremie, maar heeft in de verste verte niet het budget om die belofte waar te maken.’

De prijzen voor rusthuizen swingen de pan uit. Vandaag kost een éénpersoonskamer gemiddeld al 1.790 euro per maand. Dat is 136 euro meer dan drie jaar geleden. De prijzen stijgen sneller dan de inflatie. En de supplementen voor was, kapper, dokter, geneesmiddelen zijn dan nog niet meegerekend.

Wie kan dat nog betalen? De prijzen stijgen omwille van de veel te lage personeelsnormen die Vlaanderen hanteert en de snelle commercialisering van de sector. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) belooft een extra zorgpremie van 400 euro per maand, maar heeft in de verste verte niet het budget om die belofte waar te maken.

Lage personeelsnormen en snelle commercialisering

Uit de laatste Rusthuisbarometer blijkt dat alle woonzorgcentra – de publieke, de private en de vzw’s – meer personeel tewerk stellen dan wettelijk wordt voorgeschreven en gesubsidieerd. Het meeste personeel vinden we in de publieke sector, waar men per tien werknemers vier werknemers méér in dienst heeft. Bovendien besliste de vorige Vlaamse regering om de erkenningen voor zwaar zorgbehoevenden – de zogenaamde ‘RVT bedden’ – te blokkeren. Ongeveer 15.000 zwaar zorgbehoevende bewoners worden vandaag niet als dusdanig erkend. De woonzorgcentra krijgen enkel subsidies voor een licht zorgbehoevende – de zogenaamde ‘ROB bedden’. Het extra personeel dat vandaag in dienst is wordt betaald met geld van de bewoners, die hun rusthuisfactuur jaar na jaar zien toenemen.

Met welk geld wil de Vlaamse regering de rusthuisfactuur verlagen?

Naast de veel te lage personeelsnormen zit de snelle commercialisering achter de prijsstijgingen. Meer dan één vierde van de sector is al in handen van private spelers, die luidop spreken van de ‘silver economy‘. Armonea is de Belgische marktleider opgericht door Verlinvest, een vehikel van de steenrijke AB InBev-familie de Spoelberch, en door Palmyra Brands, de investeringsmaatschappij van de familie Van den Brande. De groep heeft rusthuizen in België, Spanje en Duitsland. Ze is goed voor een omzet van 492 miljoen euro en een winst van 40 miljoen euro. Dat is bijna 10 procent. Een half jaar geleden verkocht Armonea de meerderheid van haar aandelen aan de Franse groep Colisée. Deze groep telt nu 270 rusthuizen, goed voor een omzet van 900 miljoen en een vooropgestelde winst 120 à 140 miljoen per jaar. Dat is 15 procent winstmarge, jaar na jaar. Op kap van ouderen. Wie durft dat nog verdedigen?

Deze private spelers gebruiken alle truken van de foor om de facturen te verhogen voor de bewoners en tegelijkertijd te besparen op personeel. Kinesisten voor zwaar zorgbehoevenden worden ingezet voor licht zorgbehoevenden, die ze dan extra geld mogen aanrekenen voor die dienstverlening, langdurig zieke personeelsleden worden niet vervangen, vaste contracten worden tijdelijke contracten. Het gevolg is vooral dat de prijzen stijgen.

Wat we zelf doen, doen we niet beter

De Vlaamse regering organiseert de verdere privatisering. ‘Private partners kunnen toetreden tot (de welzijnsverenigingen)’, dicteert het regeerakkoord. De welzijnsverenigingen zijn publiekrechtelijke structuren die zorgopdrachten uitvoeren voor de OCMW’s. De Vlaamse regering weigert ook duidelijke beloftes te maken over hogere personeelsnormen. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) belooft wel een extra zorgpremie van 400 euro per maand, voor wie een te laag inkomen heeft om zijn rusthuis te betalen. Mensen zouden niet meer verplicht zijn om hun eigen woning te verkopen. Maar die belofte wordt niet gedekt door voldoende budget.

De ouderenzorg moet terug integraal onderdeel worden van de nationale sociale zekerheid.

Er wonen 80.000 ouderen in een woonzorgcentrum. Slechts één op vier heeft een inkomen dat hoog genoeg is om zijn of haar rusthuis te betalen, zo blijkt uit de Rusthuisbarometer. Drie op vier hebben een te laag inkomen. Als we aan die drie op vier ouderen een zorgbudget geven van bijvoorbeeld 200 euro per maand, dan komen we aan een kost van 144 miljoen euro per jaar. Dat is al meer dan het totale extra budget dat de Vlaamse regering uittrekt voor ouderenzorg tegen 2024. En dan hebben we nog niets veranderd aan de personeelsnormen.

Ouderen hebben jarenlang bijgedragen aan onze samenleving. De samenleving moet hun zorg op zich nemen. De personeelsnormen moeten drastisch omhoog. Dan moeten rusthuizen geen woekerprijzen meer vragen aan de bewoners. Dan kan er ook een goede zorg worden verleend én een maximumfactuur worden geïnstalleerd. Die factuur mag nooit hoger zijn dan het pensioen van de betrokkene. Als de federale regering de pensioenen verhoogt, zoals alle partijen nu beloven, dan wordt dat een haalbare kaart.

De Vlaamse regering verwijst graag naar de Scandinavische landen. Noorwegen, Zweden en Denemarken spenderen twee keer zoveel van hun bbp aan ouderenzorg als Vlaanderen. Wat we zelf doen, doen we beter? Neen, de ouderenzorg moet terug integraal onderdeel worden van de nationale sociale zekerheid. En die sociale zekerheid is wél betaalbaar als we stoppen met de financiering ervan uit te hollen door allerlei taxshifts, vrijstellingen en subsidies die verdwijnen in de zakken van aandeelhouders. Volgens het federaal planbureau lopen de vrijstellingen aan sociale bijdragen voor de sociale zekerheid nu al op tot 16,03 miljard euro per jaar. Met één tiende daarvan kunnen we de personeelsnormen verhogen en iedereen een goede en betaalbare ouderenzorg garanderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content