Ludo Bekkers

Willy Van den Bussche overleden: ‘Belgische museumwereld verliest unieke figuur’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Willy Van den Bussche was, samen met Jan Hoet, vanaf de jaren zestig, bepalend voor de valorisatie van de toenmalige en actuele kunst.

De ex-conservator van het Museum voor Moderne Kunst in Oostende is, ver van huis, in Washington aan een hartaanval overleden. Hij werd 71 en nog altijd gedreven bezig met hedendaagse kunst. Ten bewijze, in de VS was hij voor een huldiging van de kunstenaar Paul van Hoeydonk, een generatiegenoot.

Van den Bussche was, samen met Jan Hoet, vanaf de jaren zestig, bepalend voor de valorisatie van de toenmalige en actuele kunst. Hoet opereerde internationaal maar Van den Bussche concentreerde zich vooral op de Belgische kunst. Het PMMK waarvoor hij jarenlang pleitte in West-Vlaanderen kwam er uiteindelijk eind jaren tachtig in het voormalig coöperatief warenhuis SEO, een gebouw van de modernistische architect Gaston Eysselinck die ook het postgebouw in de badstad bouwde. Het ex-warenhuis was geen gedroomde plek voor een museum maar de conservator maakte er van wat mogelijk was en gebruikte de ruimten optimaal.

Hij was ook conservator van het Permeke-museum in Jabbeke en die meester van het Vlaams expressionisme is altijd zijn lieveling geweest. Permeke, zei hij ooit, is onze eigen Van Gogh. Het hoogtepunt in zijn adoratie was de retrospectieve Permeke in BOZAR in Brussel (2012) waar hij de kunstenaar koppelde aan werk van Marlene Dumas. Hij confronteerde daarmee actuele kunst met een gevestigde waarde. Actuele kunst bracht hij niet exclusief in zijn museum maar hij was ook de initiatiefnemer en drijvende kracht van het project Beaufort waar op de hele kustlijn van De Panne tot Knokke monumentale beelden werden geplaatst waarvan er verscheidene een permanente bestemming kregen.

De Belgische museumwereld heeft een unieke figuur verloren.

Ludo Bekkers

Hoet en Van den Bussche waren twee totaal verschillende persoonlijkheden. De ene excessief extravert en de andere bedachtzaam en meer gesloten. Dat bepaalde ook hun manier van werken, de ene spontaan en impulsief de andere bedacht en rationeel. Dat tekende ook hun tentoonstellings- en aankoopbeleid.

Van den Bussche presenteerde naast overzichtsexposities van kunstrichtingen vaak monografische tentoonstellingen. Een kritiek die men hem kon aanwrijven was dat hij moeilijk keuzes kon maken en op die manier niet altijd voldoende selectief te werk ging. Maar hij was de enige die op dat vlak toonaangevend is geweest. Bij zijn aankoopbeleid was hij dikwijls vooruitziend en wist jonge talenten die later doorbraken een museale kans te geven. Ook hier ging hij bedachtzaam te werk en wie het museum bezocht kreeg een goed historisch beeld te zien van de productie van alle belangrijke kunstenaars van de jongste decennia. Zijn werkkracht was een troef en zijn aanwezigheid in talrijke commissies en jury’s was nooit vrijblijvend. De Belgische museumwereld heeft een unieke figuur verloren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content