Hubert van Humbeeck

Wilfried Martens: premier in kwade dagen

Het zegt veel dat er na de dood van Wilfried Martens bijna net zo veel aandacht was voor zijn relatie en zijn late huwelijk met oud-collega Miet Smet als voor zijn politieke erfenis. Miet was vast zelf de eerste om dat jammer te vinden.

Dit is alvast niet meer zoals toen. Begin jaren zeventig was 36 jaar nog behoorlijk jong voor een topfunctie in de Belgische politiek. De voorzitter van de Christelijke Volkspartij (CVP) was bijna vanzelfsprekend een bedaagde, wat oudere heer. Niet iemand die de partijelite choqueerde met gedurfd linkse uitspraken en flamingantische toespraken. De CVP gokte in 1972, toen ze haar goudhaantje Wilfried Martens de partij in handen gaf, maar ze gokte niet verkeerd. In 1974 al voerde hij de Vlaamse christendemocraten naar een electorale triomf met een campagne, waarin de bepaald niet progressieve Leo Tindemans werd aangeprezen als de man met wie het anders zou worden.

Dat het anders werd, had minder met Tindemans te maken dan met de geest van de tijd. Na Martens drongen ook in andere partijen nieuwe stemmen op. Het jonge weekblad Knack zocht en vond lezers onder mensen die niet meer in hokjes wilden denken. Martens trok met Hugo Schiltz en Karel Van Miert de kar van een breed project van staatshervorming, dat de communautaire kwestie met meer autonomie voor gewesten en gemeenschappen definitief wilde oplossen. De oliecrisis zorgde voor economische onzekerheid en werkloosheid en de voortdurende taaltwist maakte ingrijpende politieke actie onmogelijk: het was tijd om de impasse te doorbreken. Luc Huyse betoogde onlangs nog dat de communautaire ruzie toen zo veel bloed, zweet en tranen kostte dat er te weinig tijd overbleef voor de dwingende sociaaleconomische besognes.

‘Wilfried Martens was twaalf jaar premier, maar hij bleef altijd omstreden’

Hubert van Humbeeck

Maar het Egmontpact botste op een Vlaams afwijzingsfront, verscheurde de Volksunie en spleet de christendemocratie. Martens werd in 1979 premier in bijna onmogelijke omstandigheden. Hij zorgde nog voor de staatshervorming van 1980 maar koos vervolgens voor een coalitie met de liberalen en een ingrijpend economisch herstelprogramma. De communautaire kwestie ging voor jaren in de koelkast. Martens betaalde daar ook een prijs voor. Zijn weinig democratische bestuur met volmachten in die regering kostte hem het vertrouwen van veel mensen, die hem tevoren voluit hadden gesteund.

Wilfried Martens was twaalf jaar premier, maar hij bleef altijd omstreden. Dat verklaart wellicht ook zijn verbittering, toen na de verkiezingen van 1991 duidelijk werd dat er voor hem geen plaats meer was voorzien. Hij trok zich terug in het dan nog kleine kantoortje van de Europese Volkspartij (EVP) in Brussel. Het voorzitterschap van de club van Europese christendemocraten was op dat moment niet eens een echte baan. Het pleit voor Martens dat hij niet koos voor het gemak en het grote geld dat in raden van bestuur op ex-premiers wacht. Hij bleef stug aan politiek doen en ver van de Belgische schijnwerpers reisde hij in dat eerste decennium na de val van het communisme kriskras door Europa om er vaak nog prille, soms obscure partijtjes van te overtuigen om bij de grote Europese christendemocratie aan te sluiten. Die nederige tocht door de politieke woestijn legde de basis van een machtsmachine, die vandaag in Europa in alle cenakels het laatste woord spreekt.

Wilfried Martens krijgt zaterdag in zijn Gent een staatsbegrafenis. Hij was misschien het beste bewijs dat politiek toch meer is dan een bon mot op het juiste moment voor de alomtegenwoordige televisiecamera. Het blijft daarom de vraag of hij vandaag zou overleven in een tijd van snelle nieuwssites, emopolitiek en Twitter. Het zegt veel dat er na zijn dood bijna net zo veel aandacht was voor zijn relatie en zijn late huwelijk met oud-collega Miet Smet als voor zijn politieke erfenis. Miet was vast zelf de eerste om dat jammer te vinden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content