Guido Lauwaert

Patrick Janssens’ liefde voor Antwerpen is voorbij, maar is ze er ooit geweest?

Guido Lauwaert Opiniemaker

De liefde voor Antwerpen is over, zei Patrick Janssens. Meteen voorpaginanieuws met een exposé vol wierook van vreemden en tranen van anderen. Is die liefde er ooit geweest? Patrick Janssens was een bureaucraat die met een halve voet in zijn partij stond en met anderhalve voet in eigendunk.

De liefde voor Antwerpen is over, zei Patrick Janssens. Meteen voorpaginanieuws met een exposé vol wierook van vreemden en tranen van anderen. Is die liefde er ooit geweest? Patrick Janssens was een bureaucraat die met een halve voet in zijn partij stond en met anderhalve voet in eigendunk.

Patrick Janssens zag eruit als een man die de wilde jeugdjaren heeft overgeslagen. Van puber naar volwassene. Het maakte dat zijn humor, verbeelding, empathie, culturele kennis en inleving in andermans zorgen artificieel waren. Extra mankement was dat de belangen van de samenleving altijd voorop moeten blijven staan in politieke zaken, zelfs bij een despoot. Een politicus moet een dossiervreter zijn, en dat was hij, maar de gevoeligheden onder en tussen de lijnen ontdekken, daar was hij niet toe in staat. Hij was en zal dat altijd zijn, een diepvriezer. Dat is zijn recht, maar niet het recht van een politicus. Integer, dat wel, maar wat koop je ervoor? Met een rechte lijn maak je nooit een figuur. Je hebt daar hoeken of bogen voor nodig.

Bij de minste kritiek op zijn persoon en beleid had Patrick Janssens een schelp nodig om zich in terug te trekken. En dat deed hij ook. Met als gevolg dat hij kiezers en vrienden verloor, en hoe meer hij er verloor hoe zwakker zijn uitstraling en engagement was, tot hij een a-socialist werd. Een mens die zich niet kon aanpassen aan het leven in de maatschappij. Gevoelsmatig had hij geen bovenlaag en geen onderlaag meer. Zo kwam het althans over; bij wie hem van nabij of van ver kende. Als reclameman wist hij alles af wat er van te weten viel. Het maakte echter dat hij dacht en praatte over maatschappelijke en sociale problemen zonder de romantische aspecten, noodzakelijk voor de bevolking. Hij behandelde kwesties als simpel mathematische verrichtingen; op dat punt was hij een expert.

Een politicus, hij mag dan correct of incorrect zijn, is iemand met een vrije geest. Hij kan zich inleven in de schepping met zijn afwijkingen en gebreken van zijn kiesgebied. Dat wist Patrick Janssens maar hij duwde het van zich af. De massa en de kracht van de reclame heeft hem in zijn macht. Elk probleem en zijn imago kon met slogans en in beelden ten goede omgezet worden, dacht hij. Verkeerde keuze. Met reclame kom je vooruit in zaken, maar niet in politiek. Om het als politicus te maken moet je beestige trekjes hebben en daar mee spelen. Ook de goede mens heeft slechte kantjes en de slechte goede trekjes. De kwestie is, als politicus, om een evenwicht te vinden, tot het zwakke het sterke extra belicht.

Een mens moet zich niet schamen om toe te geven dat hij fout was. Toegeven is eerder een voor- dan een nadeel. Patrick Janssens heeft echter te laat, meer dan twee jaar na de gemeenraadsverkiezingen, toegegeven dat hij fout was. Zijn koppigheid heeft zelfs in het nadeel van zijn partij gespeeld bij de laatste gewestelijke en federale verkiezingen. Toegeven moet men kort na de ramp doen. Dan is de nasleep korter. Met zijn uitstel, in de gedachte – met dank aan Willem Elsschot – zwijgen kan niet verbeterd worden, heeft hij de nasleep maar langer gemaakt. De burger vergeet en vergeeft niet. Zwijgen is voor de kunst, de zaken, maar geldt niet voor de politiek. Dat we voor een lange, ellendige federale regeringsvorming staan, is mede de schuld van Patrick Janssens. Hij is een van de kopstukken van de slechte verkiezingsuitslag van de SP.A. Dat hij ‘uit de politiek’ gestapt is, wil niet zeggen dat met zijn persoon ook zijn schaduw uit de SP.A verdwenen is. De liefde is zo kort, het vergeten zo lang, dichtte Pablo Neruda.

Het individu gaat voor op de maatschappij. Het is echter nu eenmaal zo, zeker in de politiek, dat het individualistisch principe niet bruikbaar is voor een samenleving gebouwd op egocentrisme en egoïsme. En juist die twee kwalijke zaken had [en heeft] Patrick Janssens in extreme mate. De argumenten van zijn liefdesbreuk met Antwerpen zet ze nogmaals in de verf. Ze zijn van een zwakheid en waardeloosheid dat er enkel de spot mee kan worden gedreven.

‘Voetgangers, hier oversteken’, bij wegeniswerken, daar ergert Patrick Janssens zich aan. Waarmee hij duidelijk maakt dat er dringend wegeniswerken nodig zijn aan zijn logisch en analytisch denken.

Al keert hij terug naar de reclamewereld, hij zal eerst langs een zielenknijper moeten passeren eer hij opnieuw een slogan kan bedenken als ”t Stad is van iedereen’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content