Malala Yousufzai: Pakistaans meisje wordt symbool voor meisjesrechten

Malala Yousafzai, de Pakistaanse tiener die wereldwijd bekend raakte door haar strijd voor het onderwijs voor meisjes, werd neergeschoten.

De taliban vinden dat meisjes geen recht hebben op onderwijs, ze mogen zelfs het huis niet verlaten. In de Swatvallei in het noordwesten van Pakistan doet de islamitische guerrillabeweginger er dan ook alles aan om de bevolking te laten gehoorzamen. Zoals schieten op meisjes die naar school willen.

Maar dat is niet hoe Malala Yousufzai zich het leven had voorgesteld. Met de steun van haar vader begon ze te geloven dat ze sterker was dan de dingen die haar bang maken. ‘De taliban hebben herhaaldelijk scholen aangevallen in Swat’, schreef de toen 11-jarige Malala in een blog in 2009 net op het moment dat de taliban een formeel besluit afkondigden waarbij alle meisjes uit de scholen verbannen werden. In de blog loofde ze haar vader die verantwoordelijk was voor een van de weinige scholen die tegen deze eis ingingen.

Op dinsdag 9 oktober werd Malala in het hoofd en de nek geschoten. Het nu 14-jarige meisje keerde na schooltijd terug naar huis met andere schoolkinderen toen talibanschutters de schoolbus deden stoppen, aan boord gingen en eisten dat de kinderen haar identificeerden. De doodsbange kinderen deden het waarop de mannen schoten. Twee andere meisjes werden gewond.

‘We tolereren het niet dat mensen zoals Malala ons tegenspreken’, zei een talibanwoordvoerder later, terwijl Malala vocht voor haar leven in een Pakistaans ziekenhuis. De Taliban zou haar opnieuw weten te vinden als ze de aanslag overleefde, zo dreigde de woordvoerder nog.

Ondertussen is het meisje in Groot-Brittannië voor verzorging door een internationaal team van dokters en weet heel de wereld van haar strijd.

Twee levens Malala Yousufzai is nog steeds een kind, maar met elk interview dat ze tussen 2009 en 2012 gaf aan Pakistaanse en internationale journalisten en met elke vredesprijs die ze won, werd het kleine meisje steeds volwassener. Ze toonde zelden angst en ze verstopte haar gezicht niet.

Nochtans was het leven niet zonder gevaar. ‘Militanten vernietigen 125 meisjesscholen in 10 maanden’, kopte de Pakistaanse krant Daily Times in augustus 2008. Mensenrechtenorganisaties probeerden in die tijd tevergeefs hun bezorgdheid over te brengen aan Pakistaanse leiders.

Tussen 2007 en maart 2009 werden in totaal 172 scholen beschoten en vernield. Volgens de mensrechtencommissie van de Verenigde Naties konden zo’n 23.000 meisjes en 17.000 jongetjes niet langer naar school. In oktober 2010, maanden na de gigantische overstromingen in Pakistan, dreven de taliban hun bommencampagne op scholen die meisjes onderrichtten nog op.

Malala schipperde tussen twee levens. Ze werd een wereldwijd symbool voor meisjesrechten, maar bleef tegelijkertijd ook een kind. In 2010 ontmoette ze de speciale gezant van de Verenigde Staten voor Pakistan en Afghanistan, Richard Holbrooke. Het enige wat ze na de ontmoeting wou, was een ijsje.

‘Ik heb recht op onderwijs’, zei ze aan CNN in 2011. ‘Ik heb het recht om te spelen, ik heb het recht om te zingen, ik heb het recht om te spreken. Ik heb het recht om mij uit te spreken.’

Waarom riskeer je je leven door je stem te verheffen, vroeg een journalist. ‘Als ik het niet doe, wie dan wel?’, antwoordde ze in perfect Engels. ‘Meisjes die bang zijn moeten tegen hun angsten vechten. Blijf niet in je slaapkamer zitten.’

In 2012 vertelde Malala aan Geo TV in Pakistan dat de taliban alles mochten doen, ze zou toch naar school blijven gaan. ‘We leven in de 21e eeuw’, zegt Malala. ‘Hoe kan het dan dat onderwijs mij ontzegd wordt?’ Moedige woorden, maar wellicht besefte het meisje niet hoe levensgevaarlijk woorden soms kunnen zijn. (TE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content