‘Jan Hoet was een onvermoeibare speurder naar schoonheid en zin’

Begrafenis Jan Hoet in Gent © BELGA

In de Gentse Sint-Pauluskerk hebben 1.800 personen afscheid genomen van de op 77-jarige leeftijd overleden kunstkenner, curator en museumdirecteur Jan Hoet.

Tijdens de sobere, maar heel persoonlijke uitvaart typeerde priester Michel De Beer Jan Hoet zoals hij was: “Het was geen ‘heilige’, verre van, maar toch straalde hij iets evangelisch uit.” Zijn dochter, kleinkinderen, kunstenaar David Hammons en zijn voormalige professor Marcel Maeyer brachten Hoet in herinnering.

Bij het begroeten van de kist sprak priester Michel De Beer onder meer over de “onverwoestbare Jan”, “onvermoeibare speurder naar schoonheid en zin”, “uitdagende dueleerder”, “tumultueuze maar toch zo aanhankelijke echtgenoot” en “steeds verrassende en feestelijke grootvader.”

De kist waarin Hoet lag opgebaard, een ontwerp van kunstenares Marijke De Clercq die ook de kist van designer Maarten Van Severen ontwierp, werd op het altaar vergezeld van een groot portret door Stefan Vanfleteren. Er werd twee keer voorgelezen uit het evangelie, wat niet gebruikelijk is “maar niets is in deze viering is conventioneel”, aldus De Beer.

‘Bezat gave om mensen te doen feesten’

De eerste lezing ging over het feit dat je geen twee heren kan dienen. “Met de voorkennis die hij had, had hij veel geld kunnen verdienen, maar hij woonde in een gewoon huis zonder pracht en praal. Hij liep altijd met hetzelfde ‘pulleke’ uit de e5 Mode. Een paraplu heeft hij nooit gehad. Het was een nonchalant man en zeker weten dat hij graag dronk en soms teveel. In alles ontwaarde hij schoonheid en hield van de simpelste dingen. Hij was niet bezorgd. Hij koesterde het vertrouwen dat het leven de bovenhand zou hebben.”

De tweede lezing ging over de broodvermenigvuldiging. “Hij kaartte met de suppoosten van het SMAK. In zijn laatste tentoonstelling in Geel betrok hij psychiatrische patiënten. Hij bezat de gave om mensen te doen feesten.” “Jan heeft afgezien en niet weinig, maar ook die fase wilde hij niet ontwijken, hij wilde ze doorlopen”, aldus De Beer. “Altijd opnieuw, tot zijn lichaam compleet was uitgeput.”

De Beer gaf het voorbeeld van Hoet die de afgelopen jaren, ondanks zijn wankele gezondheid, verschillende keren naar Duitsland reed, maar onderweg door zijn kinderen naar het ziekenhuis moest gebracht worden. “Zijn kinderen kennen ondertussen alle intensieve zorgen op continentaal Europa, maar na enkele uren herstel ging zijn duim omhoog.”

‘Een vader die kunst ademde’

De Beer richtte het woord tot Hoet’s vrouw: “Jij alleen had de kunst om hem te bedaren”. Zes kleinkinderen haalden herinneringen op, over hoe Jan Hoet een kleinzoon opbeurde na een liefdesprobleem, “een geweldig man, een man die nooit sterft”, zei een kleindochter, terwijl hij een andere kleindochter leerde niet bang te zijn in het leven, maar net nieuwsgierig. Zijn dochter Marianne vertelde dat haar vader “kunst ademde”, elk optreden van zijn kleinkinderen op school als een ‘internationale performance’ beschouwde en tekeningen van zijn kleinkinderen als ‘meesterwerken’ bestempelde.

“Hij was veeleisend voor elk van ons, binnen zijn of haar mogelijkheden.” Marianne Hoet vertelde dat tijdens zijn laatste weken ‘het zachtste’ in hem naar boven kwam en dat hij iedereen blij maakte die nog op bezoek kwam. De laatste avond zei hij tegen zijn vrouw: “het is teveel”. “Je wist heel goed wat kunst, levenskunst was.” Ze besloot in drie talen dat hij een uitzonderlijk man was.

De Afro-Amerikaanse kunstenaar David Hammons hield het kort: “Thank God, what a gift”. Marcel Maeyer, zijn professor kunstgeschiedenis, bracht onder meer een laatste gesprek drie weken geleden in herinnering, waarop Hoet zei: ‘Ik ben al twee keer dood geweest. Ach, de dood kan mij niet meer schelen’. “En toch is hij verrast geweest,” aldus De Maeyer. Na afloop weerklonk een luid applaus. (Belga/AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content