Meeste leervertraging voor talen, lichte vooruitgang voor wiskunde en wetenschappen

De leervertraging bij leerlingen in het basisonderwijs is nog het grootst voor talen. Voor wetenschappen en wiskunde zijn de resultaten hoopgevender. Dat blijkt dinsdag uit onderzoek van de KU Leuven, op basis van de meest recente IDP-proeven van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Opmerkelijk is dat de leervertraging het minst groot is bij de zwakkere leerlingen.

KU Leuven-onderzoekers Kristof De Witte en Letizia Gambi namen de meest recente IDP-toetsen onder de loep. Dat zijn de gestandaardiseerde toetsen die leerlingen op het einde van het zesde en het vierde leerjaar in het katholiek onderwijs maken. Door de resultaten van de voorbije vijf jaar met elkaar te vergelijken, konden de onderwijseconomen de coronaschade en het herstel opmeten bij de leerlingen. Vorig jaar bleek uit de IDP-proeven dat twaalfjarigen na de sluiting van de scholen wegens de eerste coronagolf kampten met een gemiddelde leervertraging van een half jaar. Sinds de start van de pandemie is er in alle onderzochte leergebieden een daling van de leerprestaties, behalve voor Mens en Maatschappij.

Uit het vervolgonderzoek blijkt dat er in 2021 een verdere leervertraging is bij talen, zowel voor Nederlands als voor Frans. Voor Nederlands, waarvoor de focus lag op begrijpend lezen, is er een extra leervertraging van 40 procent. Voor Frans gaat het om een extra vertraging van 25 procent, voor de focusgebieden luisteren en lezen. Er is echter ook positief nieuws. Zo is de significante leervertraging voor wiskunde gestopt en is er voor Wetenschappen en Techniek zelfs een voorzichtige verbetering merkbaar.

Dat de vertraging nog het grootst is voor talen, is volgens Kristof De Witte logisch. “Taalverwerving is een cyclisch en incrementeel proces. De didactiek is bij talen meer gestoeld op interactie”, verklaart hij. Het dragen van een mondmasker kan volgens hem voor talen een invloed hebben gehad. Opvallend is dat er geen uitgesproken patroon is tussen sterke en zwakke leerlingen voor Nederlands, maar wel voor wiskunde. De zwakst presterende leerlingen boekten lichte leerwinsten in 2021 voor wiskunde. De sterkte leerlingen gaan wel significant achteruit.

Hoewel de leervertraging verder oploopt bij scholen met meer leerlingen met een laaggeschoolde moeder, valt op dat in het algemeen de leervertraging het kleinst is bij de meest kwetsbare groepen, met een lage sociaal economische status (SES). Dat toont aan dat de inspanningen die geleverd zijn om hen aan boord te houden hebben gewerkt, verklaart Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Zo blijken zomerscholen hun vruchten af te werken. In de postcodegebieden met een zomerschool werd de leervertraging voor zowel Nederlands als voor wiskunde gestopt.

Boeve wijst ook op de Bijsprong, waarbij middelen vrijgemaakt zijn voor bijkomende omkadering. Al blijft het lerarentekort het grote probleem. “Er kunnen wel middelen zijn, maar dan moeten er nog leraren gevonden worden”, klinkt het. Dat is volgens hem momenteel de grootste bedreiging.

Boeve benadrukt daarnaast ook dat de sterkere leerlingen niet uit de boot mogen vallen. “Alle leerlingen moeten alle kansen hebben, zeker ook de sterkst presterende leerlingen”, aldus de topman.

De leerprestaties zijn niet zo veerkrachtig als soms gehoopt wordt, besluit De Witte. Toch spreekt hij over “hoopvolle resultaten”. Het toont aan dat de leerachterstand “niet fatalistisch is” en dat hij weggewerkt kan worden met de juiste aanpak en begeleiding.

Partner Content