Peter Vandeweerdt

Meeslepend: mág het? (****1/2)

Roberto Alagna zette Bozar op zijn kop.

Het label belcanto opgekleefd krijgen is een vloek en een zegen. Een zegen omdat het publiek belcanto-zangers zoals de uit Italiaanse ouders geboren Fransman Roberto Alagna in de armen sluit, een vloek omdat de critici ze in het beste geval negeren. Dinsdagavond bewezen Alagna en zijn tegenspeelster, Nathalie Manfrino, dat ze veel meer kunnen dan briljant zingen.

Toegegeven, het programma was dan ook perfect op maat van de tenor geschreven. De opera Roméo et Juliette van Gounod waaruit hij en Manfrino uittreksels zongen is ook het stuk waarmee hij in 1996 in Covent Garden wereldroem vergaarde.

Maar uittreksels, dat ruikt naar bravoure, show zonder context, en daar leek het na de merkwaardig disparate ouverture, mooi ingehouden gespeeld door het Nationaal Orkest, ook even naartoe te gaan. Een Juliette in chique avondjapon die uit volle kracht zingt en een Roméo in een geel jasje die hetzelfde doet, en applaus na elke aria, dat geeft niet het gevoel dat er een drama wordt opgebouwd met twee onstuimige jonge rebellen in de hoofdrol.

Een gevoel dat wat blijft hangen na de bekende, wat afstandelijke en weinig sensuele balkonscène. Natuurlijk sta je in bewondering voor de stemmen, die moeiteloos het orkest overstemmen en zelfs de zeldzame indruk achterlaten dat de Henri Le Boeufzaal er te klein voor is. Bij Manfrino gaat die kracht jammer genoeg wel wat ten koste van de dictie. Mooi, maar het is… belcanto.

Bozar op zijn kop

En dan komt het moment waarop Romeo en Julia uit hun omhelzing ontwaken, bevrijd van hun wat ouwelijke kostuums en nu in het zwart gekleed, elkaar jong en hartstochtelijk toezingend in driekwartsmaat. Tot het gefluit van de leeuwerik hen doet beseffen dat ze moeten scheiden voor de dageraad hen verraadt.

Ook uit de zang en de tedere mimiek is intussen de bravoure verdwenen, en langzaam word je als toeschouwer in het verhaal gezogen. Knap hoe die verschuiving bijna onmerkbaar maar onherroepelijk voortschrijdt, in de volgende scène waar Juliette het gif drinkt dat haar tijdelijk in doodstoestand zal brengen, en natuurlijk in het pakkende vervolg.

In de zaal hangt ondertussen een krachtige spanning, die nog toeneemt op het moment dat Roméo, in de waan dat Juliette dood is, het gif drinkt, en die een meeslepend hoogtepunt bereikt als hij, na haar ontwaken, haar moet vertellen dat hij zal sterven. Zij doorsteekt zich met een dolk en zingt, amper hoorbaar, haar laatste woorden: ‘Je t’aime’. Zelden in Bozar een zo aangrijpend moment beleefd als dit, en ik ben duidelijk niet de enige: de zaal staat op haar kop.

Bijzonder emotioneel

De analyse achteraf: dit programma was uiterst zorgvuldig opgebouwd, van het wat afstandelijke karakter bij het begin tot aan het overweldigende slot. De muziek van Gounod en het verhaal zijn natuurlijk sterk op zich, maar de selectie van de uittreksels heeft de dramatische spanning nog verhoogd.

Nathalie Manfrino en superster Roberto Alagna stelden hun onmiskenbaar grote kwaliteiten helemaal ten dienste van de muziek en het verhaal. Het resultaat is bijzonder emotioneel, maar is dat een probleem? Dat het niet wordt bereikt met special effects en razendsnelle plotwendingen, maar door honderdvijftig jaar oude muziek, een meer dan vier eeuwen oud verhaal en puur technisch meesterschap, volstaat ruimschoots als antwoord.

Peter Vandeweerdt

Gehoord in Bozar op dinsdag 8 juni: Roberto Alagna, Nathalie Manfrino, het Nationaal Orkest o.l.v. Davind Giménez Carreras: uittreksels uit Roméo en Juliette van Charles-François Gounod.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content